Journalistiek schrijven is op te delen in 4 fasen.
Fase 1 Voorbereiden.
Het verkennen van het onderwerp, bijvoorbeeld door middel van research of brainstormen. Zet het onderwerp van het verhaal in het midden van een vel papier en schrijf alles op wat je te binnen schiet. Daarna ga bekijken welke onderdelen je in je verhaal wilt gebruiken. Als je denkt genoeg informatie te hebben om je verhaal te schrijven ga je door naar fase 2.
Fase 2 Structureren
Fase 2 is het structureren van je verhaal. Je maakt een soort van bouwplan. Denk hierbij in alinea’s of in hoofdstukken. Als je een idee hebt van hoe je verhaal opgebouwd gaat zijn stap je over naar fase 3.
Fase 3 Schrijven
Ga nu snel schrijven. Neem een gemakkelijk stuk om mee te beginnen. Je hoeft hierbij nog niet te letten op de indeling.
Fase 4 Reviseren
Hierbij ga je het geschreven verhaal herzien en indelen. Om een verhaal overzichtelijk te maken zijn een aantal aspecten erg belangrijk.
- (hoofd)Kop
Moet iets vertellen over de inhoud van het verhaal, het moet de lezer uitnodigen het verhaal verder af te lezen. Een kop moet dus informeren en motiveren - Tussenkoppen
Deze geven structuur aan langere teksten en informeren over de komende alinea(‘s)
Belangrijk hierbij is dat je kort en duidelijk dient te zijn. - Intro
Dit is een kort, wervelend tekstje dat de lezer moet verleiden. Je ziet vaak dat deze cursief of vet gedrukt zijn. En bevindt zich in een verhaal on de hoofdkop. - Verbindingswoorden
Zorgen ervoor dat de alinea’s met elkaar verbonden worden en dat het één lopend verhaal wordt en zorgen ervoor dat de zinnen in één alinea met elkaar verbonden worden
Voorbeelden hiervan zijn; ten eerste, daarna, eerst, intussen, dat, nadat, toen, daaruit volgt, omdat, immers, want, indien, wanneer, toch, echter, daarentegen, maar, eveneens, evenzeer, met andere woorden etc. - Slot
Dit is vaak een samenvatting van de tekst een herhaling van wat belangrijk is in je verhaal.
