Vloerisolatie is onontbeerlijk. Nieuwe woningen zonder kom je niet meer tegen. Je kan een vloer isoleren op verschillende manieren. Maar, veruit de snelste is het aanbrengen van een isolatiechape. Je slaat namelijk twee vliegen in één klap: de egalisatiechape én de isolatielaag.
Er bestaan verschillende soorten isolatiechape. Laten we de belangrijkste eens onder de loep nemen:
PUR
Polyurethaan schuim wordt rechtstreeks op de betonplaat gespoten waarop de leidingen voor water en elektra reeds zijn aangebracht.
Een nivelleringschape is niet nodig. Je wint dus 3 à 4 centimeter. Een ander voordeel in vergelijking met de traditionele vloerisolatieplaten bekom je hier wél een goede aansluiting met de muur. En je hebt geen afval, wat bij platen wel het geval is. De thermische eigenschappen zijn uitstekend en de laag vormt geen belasting voor de ondergrond omdat ze zeer licht is.
De plaatsing gebeurt erg snel: doorgaans een volledige woning op minder dan 1 dag.
De oneffenheden in de gespoten laag worden nadien met een speciale schuurmachine weggewerkt. Zo bekom je een mooie egale én geïsoleerde ondergrond voor je vloer.
SCHUIMBETON
Bij de plaatsing is het een vloeibare substantie die zich erg goed de hoekjes en kantjes weet te vinden. Eens uitgehard heeft het een cellenstructuur die bestaat uit cement- of mortelspecie met daarin minuscule luchtbelletjes. Deze cellenstructuur ontstaat door cement- of mortelspecie te mengen met een stabiel schuim.
Een interessant voordeel de prijs. De plaatsing is makkelijk, maar de thermische waarde is niet erg goed.
EPS
EPS-isolatiechape scoort erg goed in de isolatiewaarden, zowel wat betreft thermische als akoestische isolatie. Gerecycleerde EPS-korrels in een cementgebonden mortel zijn de basis. De korrels meten 2 tot 4 mm. Het materiaal is erg licht en de constructie wordt ook hier minimaal belast. Het addertje onder het gras bij EPS is de langere droogtijd.