blog placeholder

Je hebt je diploma binnen en na tig sollicitatiebrieven en gesprekken heb jij je eerste baan gevonden en neem je je eerste serieuze stappen op de arbeidsmarkt. 

Na jaren studeren mag je dan eindelijk al je opgedane kennis in de praktijk brengen. Met het zetten van je eerste stap op je carriérepad ga je dan ook een spannende tijd tegemoet met veel veranderingen. Je komt in een nieuwe omgeving met nieuwe mensen en nieuwe uitdagingen en je krijgt een andere ritme.  

Wennen.
Na alle opwinding van her binnenhalen van de baan, is het niet zo gek dat je nu de eerste zenuwen voelt opkomen bij het naderen van je eerste werkdag. Enige gezonde spanning voor je eerste werkdag is natuurlijk normaal, maar sommige starters kunnen de zenuwen op hol slaan door onzekerheid. Vragen als ‘Wat verwachten ze van me?’ en ‘Kan ik aan de verwachtingen voldoen?’ borrelen dan op. De overgang van studie naar werk is ook een enorme stap, maar onthoud goed dat de werkgever niet van je verlangt dat je alles meteen weet en goed zult doen.Je komt er nieuw binnen en je zult de dagelijks gang van zaken moeten oppakken. Het belangrijkste daarbij is dat je jezelf de tijd geeft om te wennen en de prioriteit legt bij het werken. Dit hoeft natuurlijk niet te betekenen dat je je vrienden nooit meer zult zien, maar probeer structuuraan te brengen in je drukke bestaan en een goede balans te vindentussen werk en prive.

Oriënteren.
Tijdens je eerste werkdag zul je vaak een rondleiding krijgen. Kijk goed rond en probeer je te oriënteren, je zult namelijk zo veel nieuwe gezichten zien dat het moeilijk is om de bijhorende namen te onthouden. Maak daarom een lijstje met namen en schrijf erbij wat iedereen op je afdeling en team doet. Bedenk ook dat de afdeling waar je werkt deel uitmaakt van een groter geheel. Zoek uit wat andere afdelingen van het bedrijf doen en schrijf de namen van mensen die op een belangrijke plek zitten. De werkplek is een plek met, naast een formule, ook een sociale hiërarchie. Observeer de groep rustig en forceer je niet, je vindt vanzelf je eigen plek. 
Kijk goed rond wat je collega’s doen; hoe zijn de koffierondes en wat doet men tijdens de lunch. De omgangsvormen en de cultuur verschillen per bedrijf en het duurt meestal even voordat je weet wat je wel en niet kan doen. Voordat je alles weer over de organisatie en de werkzaamheden, heb je vaak periode dat je ingewerkt wordt. Toch gebeurt het nog vaak genoeg dat nieuwkomers niet of niet goed worden ingewerkt. Wat voor werknemers die al langer in dienst zijn vanzelfsprekend is, is dat voor nieuwkomers absoluut niet. Schaam je er dus niet voor om vragen te stellen, maar laat ook zien dat je zelf je eigen weg kunt vinden.
Besef wel dat in de praktijk zaken anders gaan dan tijdens je opleiding hebt geleerd. Wees dus bewust dat theorie iets anders is dan praktijk. Als je aan het eind van de week het werk niet af hebt dan kan het zijn dat je te veel hooi op je vork hebt genomen of dat je planning niet goed in elkaar zit. Wat overwerk moet kunnen, maar het moet niet de spuigaten uitlopen. Geef in dat geval je grenzen aan en bedenk dat een goede professional ook nee kan zeggen. Vooral in je proeftijd, die over het algemeen één of twee maanden duurt, wil je nogwel eens meer doen dan je aankunt om jezelf goed neer te zetten. Binnen deze periode is het namelijk voor de werkgever relatief makkelijk en goedkoop om je te ontslaan. Maar blijf ook na je proefperiode je werk goed afleveren. Na ongeveer een half jaar ben je gewend en zul je je plekje hebben gevonden binnen het bedrijf.

Aantoonbare prestaties.
Op een gegeven moment zul je het gevoel hebben dat je meer kunt en dat je graag wilt doorgroeien. Gebruik je huidige functie om fouten te maken, ideeën aan te kaarten, te leren en ervaring op te doen, maar blijf er niet te lang hangen. Ga na wat je moet doen om door te kunnen groeien. Belangerijk is dat je aantoonbare prestaties levert en ervoor zorgt dat jij en je prestaties opvallen bij de leidinggevende. Tijdens het functioneringsgesprek wordt je vooruitgang besproken. Zet de afspraken die je tijdens dit gesprek maakt altijd op papier.

Het contract.
Voordat je aan de slag gaat, is er natuurlijk het arbeidscontract dat ondertekend moet worden. In het contract staat onder meer omschreven wat je functie inhoudt en aan welke plichten je moet voldoen om de functie zo goed mogelijk uit te voeren. Daarnaast staan in het contract de primaire, secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden vermeld. Onder primaire voorwaarden vallen onder meer het loon en de arbeidsduur. Wat precies onder secundaire en tertiaire voorwaarden valt staat niet vast. Onder secundaire en tertiaire voorwaarden vallen meestal vakantieregelingen, een dertiende maand, een leaseauto, een reiskostenvergoeding, spaarregelingen, bonussen, een pensioenregeling, winstdeling, een overwerktoeslag, scholing, kinderopvang en een fiets of scooter. Ook kan het zijn dat er een concurrentiebeding in het contract is opgenomen. Dit betekent dat je na je eventuele vertrek binnen een bepaalde periode (en plaats) niet bij de concurrent mag werken. Daarnaast mag je ook niet zomaar klanten meenemen of benaderen. Zomaar klakkeloos het contract ondertekenen is niet verstandig, dus lees het goed en zorgvuldig door. Als je eenmaal je handtekening hebt gezet, is het contract bindend. Laat je dus niet alleen leiden door je enthousiasme