In de volgende paragrafen gaat het boek dieper in op de de dingen die in paragraaf 1 tot en met 3 voorkwamen. Als je de basis snapt, dan kan je verder gaan met deze paragrafen.
2.4
Kruistabel: een tabel met 2 variabelen.
Bijvoorbeeld restaurant 1 met prijs 2.
Scatter diagram: een diagram/lijn die de puntjes van een trend line volgt in een grafiek. Een stijgende lijn is een “positive relationship”, een dalende lijn een “negative relationship” en een rechte lijn is een “No apparent Relationship”.
2.5
Manieren om 2 variabelen tegelijk weer te geven, zijn:
Kruistabellen: tabel waarbij in de linkerkantlijn de klassen van de ene variabele worden weergegeven, en in de bovenkantlijn de andere. De tabel wordt dan gevuld met gegevens die op beide variabelen slaan. Er worden in de tabel ook totalen vermeldt. Er kunnen ook percentages gebruikt worden. Kruistabellen geven goed de verbanden tussen 2 variabelen weer.
Spreidingsdiagram: grafiek met op allebei de assen een variabele. De grafiek wordt gevuld met punten, die voor een waarde staan. Samen kunnen de punten een neerwaartse beweging maken (negatieve samenhang) of een opwaartse beweging (positieve samenhang). Als er geen duidelijke lijn in de punten zit, is er geen samenhang. (zie 2.4)
