blog placeholder

Rekentoets 2F

Er zijn heel veel jongeren die als gevolg van het falende rekenonderwijs op de basisschool een onvoldoende scoren voor de verplichte rekentoetsen. Voor deze jongeren is reken bijles een absolute noodzaak. Een gratis leermiddel hierbij is het op de CITO website te downloaden PDF bestand “Weergave en analyse foutieve antwoorden voorbeeldtoets 2F 2014” te downloaden via deze link: www.cito.nl/oortgezet onderwijs rekentoets voorbeeldtoetsen  Ook het PDF bestand “Weergave en analyse foutieve antwoorden voorbeeldtoets 2F 2013” kun je op de website van het CITO downloaden maar daar staan helaas geen uitwerkingen bij. Deze zal ik daarom in dit artikel uitwerken zodat je ook het PDF bestand “Weergave en analyse foutieve antwoorden voorbeeldtoets 2F 2013” als leermiddel voor de rekentoets F2 kunt gebruiken. Downloadlink: 

Tip: gratis rekentoets F2 oefenen op:
Je kunt als je beide het PDF bestanden “Weergave en analyse foutieve antwoorden voorbeeldtoets 2F 2013 en “Weergave en analyse foutieve antwoorden voorbeeldtoets 2F 2014” en de uitwerkingen van het PDF bestand “Weergave en analyse foutieve antwoorden voorbeeldtoets 2F 2013” volledig hebt geoefend en begrepen gratis voor de rekentoets F2 oefenen op: oefenen.duo.nl

Uitwerkingen “Weergave en analyse foutieve antwoorden voorbeeldtoets 2F 2013”:
Hieronder volgen de uitwerkingen van het PDF bestand “Weergave en analyse foutieve antwoorden voorbeeldtoets 2F 2013”.

–          Vraag 1) 799 + 341 = tel eerst de honderdtallen, dan de tientallen en tot slot de ééntallen bij elkaar op dan krijg je de “tussensom” 1000 + 110 + 10 = het antwoord hierop is 1120.

–          Vraag 2) Schrijf de vraag uit in getallen dus 1520 + 1,5 vermenigvuldig eerst 1500 met 1,5 en vervolgens 20 met 1,5 je krijgt dan de “tussensom” 2200 + 80 = het antwoord hierop is 2280

–          Vraag 3) reken eerst uit hoeveel schotels er op één dienblad passen, dit is per dienblad 45 : 15 = 3 breed en 60 : 15 = 4 in de lengte dus 3 x 4 = 12 schotels per dienblad. Door de tafel van 12 af te lopen kom je bij 7 x 12 = 84 dus voor 80 schotels heb je 7 dienbladen nodig.

–          Vraag 4) 1 kuub is 1000 ltr dus 4,5 kuub is 4500 ltr deel dit door 75 ltr per kruiwagen dat geeft als uitkomst 60 kruiwagens.

–          Vraag 5) opgave 4,50 x 0,50 om de vraag te vereenvudigen kun je beide zijden x 10 doen  = 45 : 5 = er van uit gaande dat je de tafel van 5 uit je hoofd kent zie je dan meteen dat het antwoord 9 is.

–          Vraag 6) bereken het aantal seconden per jaar door het aantal seconden per min maal  het aantal minuten  per uur maal het aantal uur per dag maal het aantal dagen per jaar uit te rekenen dus 60 x 60 x 24 x 365 = 31536000. Vermenigvuldig dit getal met de toename van het aantal mensen dat er per seconde dus 31536000 x 3 de uitkomst hiervan is 94.608.000.

–          Vraag 7) De prijs voor Mary is € 669,- de prijs voor Stefan is € 669,- de prijs voor hun zoontje is € 334,50, de bijdrage aan het calamiteitenfonds is 1 x € 2,50 en de boekingskosten bedragen 1 x € 20,-. Opgeteld is dit 669 + 669 + 334.50 + 2,50 + 20 = € 1695,-

–          Vraag 8) de inhoud van het aquarium is 60 cm x 30 cm x 40 cm = 72000 cm3 (cm3 = kubieke centimeter). 1 ltr = 1000 cc dus 72 liter gedeeld door 3 = 24.

–          Vraag 9) De berekening van 40% van 85 is 85 : 100 x 40 = 34 N.B. % spreek je uit als procent, dit komt uit het latijn en betekend letterlijk gedeeld (pro) door 100 (cent).

–          Vraag 10) Trek de kosten van het doosje bonbons af van het totaalbedrag dat Diana heeft dus 6 – 3,60 = 2,40 deel dan het restbedrag 2,40 door de prijs voor 100 gram snoep dus 2,40 : 0,75 = 3,2  vermenigvuldig dit met 100 gram dit geeft als antwoord 320 gram.

–          Vraag 11) zoek in de tabel de juiste prijs zonder btw, dit is 945,- bereken de btw over dit bedrag; 945 : 100 x 19 = 179,55 tel de btw op bij prijs zonder btw dus 945,- + 179,55 dit geeft als totaal incl. btw dus 1124,55

–          Vraag 12) 9.00 uur min 5 minuten min 36 minuten = 8.19 uur dus om 8.04 uur.

–          Vraag 13) 1 ton is 1000 kg dus 2,5 ton maal 24 uur is 60 ton per dag.

–          Vraag 14) maten in bouwtekening zijn altijd millimeters, 1 mtr is 1000 mm                       

–          Dus:      Woonkamer: 5,5 mtr x 7 mtr = 38,5 m²                                                               

–                         Keuken:  3 mtr x 3 mtr = 9 m²                                                                  

–                         Totaal 38,5 + 9 = 47,5 m²

–          Vraag 15)                                                                          

–          Kuur duurt 28 x 2 dagen = 56 dagen      

–          27-28-29-30-31 maart = 5 dagen 1 t/m 30 april = 30 dagen dan nog 21 dagen is 21 mei

–          Vraag 16) 40 x 25 = 1000 plus 8 x 25 = 200 totaal 1200

–          Vraag 17) 20 x 30 cm

–          Vraag 18) 12 halen 8 betalen plus 2 halen 2 betalen daaruit volgt dus totaal 10 betalen is 8,90.

–          Vraag 19) 17,25 plus 5 euro is 22,25 dus hij moet 2,25 euro bij de 2 briefjes van 10 doen.

–          Vraag 20) 1ste stap 236 – 76 = 160 daarna 2de stap 160 – 60 = 100

–          Vraag 21) delen door 800 en dan maal 600 dus 300/800 = 0,375 x 600 = 225 gr rozijnen.

–          Vraag 22) % stijging is eindwaarde min beginwaarde / beginwaarde x 100         

–          Jaar 2007                           

–          (150-100) : 100  x 100 = 50 %                     

–          Jaar 2008                           

–          (300-150) : 150 x 100 = 100 %                    

–          Jaar 2009                           

–          (300-300) : 300 x 100 = 0 %                         

–          Jaar 2010                           

–          (400-300) : 300 x 100 = 33,3 %

–          Vraag 23) Totale optreden 3 x 60 = 180 minuten gedeeld door 4 podia is 180 : 4 per podium = 45 min, dus het laatste optreden begint na 3 x 45 minuten is 135 minuten dit is na 2 uur en 15 minuten, dus het laatste optreden begint om 21:00 plus 2:15 = 23:15

–          Vraag 24) Dit wordt als volgt berekend:

–          waarde    | gedeeld door 4        

–          12               | 3     

–          0,40           | 0,1 

–          0,12           | 0,03               

–          Opgeteld | opgeteld    

–          12,52         |3,13                

–          Vraag 25) in de papierhandel is A0 het hele vel in deze vraag is            

–          A0 =      10000

–          A1 =      5000

–          A2 =      2500

–          A3 =      1250

–          A4 =      625

–          Vraag 26) In de jerrycan zit 12 : 3 maal 2 liter is 4 x 2 = 8 ltr          

–          8 ltr is 8000 ml  

–          8000 ml totaal : 200 ml per bekertje = 40 bekertjes

–          Vraag 27) Totaal aantal kinderen = 30                                  

–          9 melkchocolade                                           

–          % is het gedeelte delen               door totaal x 100 dus 12 / 30 x 100 = 40                                

–          melkchocolade  9 meisjes + 3 jongens = 12       

–          Vraag 28) 1 ton is 100.000 dus 2,5 x 100.000 is 250.000

–          Vraag 29) over 34 minuten is het 2 uur dan nog 60 minuten tot 3 uur dan nog 15 minuten tot kwart over 3 dus totaal 34 + 60 + 15 = 109 minuten.

–          Vraag 30) Totaal 120 lopend 9 berekening % is het gedeelte delen door totaal x 100     dus 9 : 120 x 100 = 7,5 %              

–          Vraag 31)

–          5 + 3 =  8

–          0,7 + 0,6 = 1,3

–          Opgeteld 9,3

–          Vraag 32) Per maand: november 30 dagen, december 31 dagen, januari 31 dagen, februari 28 of 29 dagen

–          Jasper

–          25 t/m 31 november is 6 hele dagen

–          december 31 dagen

–          januari 31 dagen

–          Jesse op 15 februari geboren is 14 dagen

–          op 15 februari is Jasper is 7+31+31+14 = 82 hele dagen ouder

–          Vraag 33) 442 meter is 44200 cm dus dan is het model 44200 : 2000 = 22,1 cm hoog

–          Vraag 34) 1 km x 3 km is 1000 mtr x 3000 mtr = 3.000.000 m² en een hectare is 100 x 100 mtr = 10.000 Dus er is 3.000.000 gedeeld door 10.000 = 300 hectare bos verwoest.

–          Vraag 35) 4000 : 5 = 800 en 15 : 5 = 3 dit is opgeteld 803.

–          Vraag 36) Totaal 110 kinderen waarvan 85 meisjes, berekenen % is het gedeelte delen door het totaal x 100 dus 85: 110 x 100 = 77 %

–          Vraag 37) 65 : 1,23 = 52,84 minus 12,50 kosten is 40,34

–          Vraag 38) 1 uur is 3600 seconden dan 3600 : 277 = 12,99

–          Vraag 39) 34,24 + 42,95 + 16,85 + 150 = 244,04 opgenomen hij heeft -124,95 nu over als je het opgenomen deel 244,04 daarrbij optelt  kom je op het startbedrag 119,09

–          Vraag 40) temperatuur tabel:

–          20-dec  -4                                                          

–          21-dec  -4                                                          

–          22-dec  -3                                                          

–          23-dec  0                                                           

–          24-dec  0                                                           

–          25-dec  2                                                           

–          26-dec  2                                                           

–          totaal    -7            gedeeld door aantal dagen dus -7 : 7 = -1

–          Vraag 41) Tabel:

–          aantal                  

–          winnaars  |prijs               | uitgekeerd

–          1                  | 1000000       | 1000000

–          5                  | 100000         | 500000

–          15                | 10000           | 150000

–          100             | 1000              | 100000

–          Totaal van de grote prijzen 1750000

–          dan over 2000000 – 1750000 is  250000 gedeeld door 500 is 500 overige

–          Vraag 42) Rechts achter een doel dus bij blauwe pijl is B

–          Vraag 43) Jolien: 10 x 373 = 3730 Jan: 1 x 3581 = 3581 Verschil 3730 – 3581 = 149

–          Vraag 44) 80 x 0,17 = 13,6 bezorgen 2,25 totaal 15,85

–          Vraag 45) Tabel:                               

–          aantal   | per boeket | Totaal mogelijk

–          tulpen                 

–          45            | 2                   |  22,5

–          gerbera’s                           

–          108          | 5                    | 21,6

–          rozen                  

–          72              | 3                    | 24                         

–          Dus maximaal 21 boeketten     

–          Vraag 46) punt D op de helft is 5.000.000, punt C op een kwart is 2.500.000, punt B op is 2.000.000, C op een kwart van B is 500.000

–          Vraag 47) in het algemeen geldt;1 kg is 1000 gram. In deze opgave is gegeven: 1 gram is € 14,90 : 1000 = € 0,0149 dus 322 gram is € 0,0149 x 322 = 4,80 euro

–          Vraag 48) stap één 246 + 78 = 324, stap twee 324 – 36 = 288

–          Vraag 49) Tabel:                             

–          vrijdag                 aantal uur

–          van 9.00 tot 12.00 =        3

–          van 13.30 tot 15.00 =     1,5

–          van 19.15 tot 20.45 =     1,5

–          van 21.15 tot 22.15 =     1

–                                         Totaal: 7

–          Vraag 50) stap één 8 x 5 = 40 stap twee 12 x 40 = 480

–          Vraag 51) 355280 gedeeld door 7 = 50754,28571 maal 4 is 203017,1429 dus het goede antwoord is C

–          Vraag 52) Tim 30, Vader 30, Moeder 30, Broertje 30, Zusje 27,5, Parkeren 7,5 opgeteld totaal 155

–          Vraag 53) 1 kilo kost 70.000 : 100 = 700 euro gegeven 250 gram kost 700 : 4 = 175 euro

–          Vraag 54) 3 : 5 keer 100 %  is hetzelfde als 0,6 keer 100% = 60 % N.B. % spreek je uit als procent, dit komt uit het latijn en betekend letterlijk gedeeld (pro) door 100 (cent).

–          Vraag 55) 636 gedeeld door 4 maal 5 is totaal aantal kandidaten is 795 er staat dat 1 op de vijf zakt dus 795 : 5 is 159

–          Vraag 56) 10000 meter gedeeld door 400 meter is 25 ronden. 12 minuten is 12 x 60 = 720 seconden plus 55 is 775 seconden gedeeld door 25 is 31 seconden per ronde

–          Vraag 57) normaal 4 keer voor 60 euro, vandaag 4 keer voor 50 euro. Hoeveelheid procent is het verschil tussen normale prijs gedeeld door normale prijs keer 100 dus 10 : 60 x 100 = 16,7 %

–          Vraag 58) Shirts 3 keer 5 ct teveel is 15 ct teveel en Broek 1 keer 10 ct tekort dus 5 cent ervan af trekken.

–          Vraag 59) 56 gedeeld door 8 is 7 en 0,8 gedeeld door 8 is 0,1, beide deel uitkomsten bij elkaar opgeteld is totaal 7,1

–          Vraag 60) gegeven: een uur is 3600 seconden. 420 meter is 0,42 kilometer. 40 seconden is 40 : 3600  = 0,011 uur aar uit volgt dat 0,42 km gedeeld door 0,011 uur 3,78 km per uur is.

Conclusie:
Met behulp van het uitgeprinte PDF bestand “Weergave en analyse foutieve antwoorden voorbeeldtoets 2F 2013” en bovenstaande  uitwerkingen kun je gratis gericht oefenen voor de rekentoets 2 F.