Je hebt een probleem, je bent bang om dingen fout te doen. Dit kan zijn een toets niet goed maken, bang zijn om een spreekbeurt fout te doen, maar ook de angst om te falen in bijvoorbeeld een relatie. Heb jij faalangst?
Wat is faalangst?
Faalangst is de angst om te falen, te kort te schieten of om aan bepaalde verwachtingen niet te kunnen voldoen. Faalangst treedt op bij het leveren van prestaties. Er zijn verschillende vormen van faalangst. De eerste vorm is motorische faalangst, dit is bijvoorbeeld de angst om een sportprestatie niet te halen. De tweede vorm is cognitieve faalangst, dit is de angst voor een cognitieve prestatie (huiswerk, toetsen, examens etc). De derde vorm is sociale faalangst, met de angst voor sociale prestaties (spreekbeurt, mondeling, etc). Er kunnen verschillende oorzaken zijn van faalangst, dat hangt van de persoon en van de situatie af.
Hoe weet ik of ik faalangst heb?
Ga bij jezelf na of je bang bent om fouten te maken. Als je daar inderdaad bang voor bent kun je nagaan hoe je daaraan bent gekomen. Zijn er bijvoorbeeld dingen gebeurd waardoor je faalangst hebt gekregen; zijn er veel dingen fout gegaan die je hebt gedaan in het verleden? Of zijn de verwachtingen van jezelf of van een ander te hoog waardoor je angstig wordt? In het eerste geval heb je realistische faalangst, dan is de angst ergens op gebaseerd. In het tweede geval is de angst niet realistisch.
Om er zeker van te zijn dat je faalangst hebt, kun je een test laten doen. Vaak worden dergelijke tests al op de basisschool en in de beginjaren van de middelbare school afgenomen
Wat kan ik er aan doen?
Wat je er zelf aan kunt doen is proberen de angst uit de weg te gaan. Dit kun je doen door voor jezelf bijvoorbeeld een lijstje te maken met dingen die je goed doet en dingen die je goed vindt aan jezelf. Telkens als je dan je faalangst voelt opkomen moet je er even naar kijken en jezelf gerust stellen. Als het niet werkt om je faalangst op deze manier te verminderen, dan kun je ook meedoen aan faalangsttrainingen die worden gegeven door verschillende instellingen in verschillende plaatsen. Eventueel is het mogelijk om naar een huisarts te gaan en het probleem voor te leggen. Hij kan dan eventueel iets voorschrijven of met een passende behandeling/oplossing helpen.
