Het beroep stewardess heeft voor veel mensen een bepaalde charme. Velen vinden het een glamoureuze baan. Ze zien er altijd gelikt uit in hun strakke pakjes, hoge hakken en gestifte lippen. Met een allerliefste glimlach voorzien ze iedereen van koffie en thee en zo gaan ze de hele wereld over. Maar wat houdt het nu werkelijk in om stewardess te zijn? Hoe ziet een dagindeling van een stewardess eruit?
De verschillen per luchtvaartmaatschappij
Om te beginnen is een dagindeling van een stewardess per maatschappij verschillend. Immers; de ene maatschappij vliegt intercontinentaal (lange afstanden), terwijl de ander relatief korte vluchten uitvoert en dezelfde dag weer naar Nederland terugkeert. Dit betekent dat niet iedere steward en stewardess een aantal dagen op een exotische bestemming blijft slapen. Toch komt het werk in grote lijnen op hetzelfde neer.
Onregelmatige werktijden
Er wordt vierentwintig uur per dag en zeven dagen per week gevlogen. Dit betekent dat een stewardess onregelmatige werktijden heeft. Soms begint het werk om al om drie uur ’s ochtends, soms pas om acht uur ’s avonds. Daarbij komt nog dat ze vaak te maken heeft met een jetlag. Ook kent men in de luchtvaart geen weekenden. Dat wil zeggen; niet de weekenden zoals men die kent in bijvoorbeeld het kantoor- of bedrijfsleven. Stewardessen moeten vaak werken op zaterdag en zondag; dit zijn immers de drukste dagen in de luchtvaart.
Het aanmelden voor een vlucht en de ‘briefing’
Anderhalf uur voordat de vlucht vertrekt meldt een stewardess zich aan bij het desbetreffende gebouw van de luchtvaartmaatschappij. Deze bevindt zich altijd zeer dicht bij de luchthaven. Hier maakt zij kennis met de overige cabineleden. Vaak zijn dit mensen die zij nog nooit eerder heeft gezien. Dit komt doordat een luchtvaartmaatschappij vaak ontzettend veel cabinepersoneel in dienst heeft. Hierbij komt nog dat het verloop van het personeel ook erg groot kan zijn.
Nadat de desbetreffende crew kennis met elkaar heeft gemaakt wordt er een zogenaamde briefing gehouden. Dit houdt in dat de purser (het hoofd van het cabinepersoneel tijdens de vlucht) een aantal belangrijke zaken doorneemt met de overige cabineleden. Tijdens de briefing komen de volgende zaken aan bod:
– De vluchtgegevens: het vluchtnummer, het vliegtuig waarop gevlogen wordt, het aantal passagiers en de vluchttijd.
– Wie de piloten op de vlucht zijn
– De passagiers met bijzonderheden. Dit kunnen mensen zijn met een lichamelijke handicap, zoals bijvoorbeeld een dove of blinde passagier, of iemand in een rolstoel. Ook kan het zijn dat een kind onder de twaalf jaar alleen reist (een zogenaamde UM; unaccompanied minor). Zo’n UM vereist extra aandacht tijdens de vlucht. Verder wordt het vermeldt als er VIP’s aan boord zijn tijdens de vlucht.
– De werkpositie per cabinelid aan boord. De purser maakt deze indeling, maar dit wordt tevens bepaald door de senioriteit van de desbetreffende stewardess (hoe lang zij al werkzaam is voor de maatschappij). De purser wordt altijd ingedeeld op dezelfde plek in het vliegtuig. De plek waar de cabineleden worden ingedeeld betekenen twee dingen; de deur waarvoor ze verantwoordelijk zijn en de werkzaamheden voor die dag.
– Het bespreken van enkele noodsituaties die aan boord voor kunnen komen. Dit wordt gedaan om de kennis van het cabinepersoneel wat betreft de vliegveiligheid up to date te houden. De purser stelt de crew van die dag een aantal vragen, en als deze na meerdere pogingen niet correct beantwoord zijn is de purser bij machte om de stewardess naar huis te sturen voor die dag. De vliegveiligheid wordt erg serieus genomen en de kennis hierover moet voldoende worden geacht om een vlucht uit te voeren. In de praktijk komt het zelden voor dat een stewardess naar huis wordt gestuurd om deze reden.
Aangekomen in het vliegtuig
Na de briefing begeeft het cabinepersoneel zich naar het vliegtuig. Wat nu plaats gaat vinden verschilt weer per maatschappij. Het cabinepersoneel checkt het veiligheidsmateriaal in zijn of haar werkpositie. Het gaat hier bijvoorbeeld om de brandblusser, de zuurstofflessen en reserve-zwemvesten. Sommige luchtvaartmaatschappijen huren mensen in om dit allemaal te checken, bij andere maatschappijen is het aan het cabinepersoneel om dit te doen. Hierna wordt het vliegtuig gecontroleerd op de eventuele aanwezigheid van verdachte items (zoals bijvoorbeeld een bom). Alle hoeken en gaten worden nagekeken, de ovens gecontroleerd en alle passagiersstoelen en stoelzakken worden nagekeken.
Instappen
Inmiddels zijn de piloten ook gearriveerd. Nu kan het instappen beginnen. Iedereen heeft zijn of haar eigen plek; dit was vast al gelegd tijdens de briefing. Tijdens het instappen staat het cabinepersoneel bij de aan haar of hem toegewezen deur. Dit betekent dat er ook iemand bij de nooduitgangen staat. Dit zodat er adequaat kan worden gehandeld in geval van een noodsituatie.
Na het instappen
Als alle passagiers hun plek in het vliegtuig gevonden hebben wordt er gekeken of iedereen aanwezig is. Als dit niet het geval blijkt te zijn moet de bagage van de ontbrekende passagier omwille van veiligheidsredenen van boord worden gehaald. Vervolgens wordt de veiligheidsdemonstratie aan de passagiers getoond. Tegenwoordig gebeurd dit veelal per video, soms gebeurd dit nog handmatig. Na de demonstratie wordt er gecontroleerd of alle passagiers de riemen vast hebben, de stoel rechtop en het tafeltje hebben ingeklapt. Daarnaast moeten alle elektronische apparaten zijn uitgeschakeld. Tevens moeten de nooduitgangen en gangpaden vrij zijn van bagage. Nog voordat het vliegtuig in beweging komt wordt er vanuit de cockpit een commando aan het cabinepersoneel gegeven om de glijbanen te activeren.
Tijdens de vlucht
Eenmaal in de lucht wisselen stewardessen vaak van schoenen. De hoge hakken worden verwisseld voor schoenen met een lage hak of soms zelfs platte schoenen. Ook worden de jasjes uitgedaan, zodat er makkelijker gewerkt kan worden. Mensen worden nu voorzien van eten en drinken. Hierin is nog een onderscheid tussen een betaalde service of een service waarbij al het eten en drinken bij de ticket is inbegrepen. Verder wordt gekeken of alles nog naar wens is. Mochten er eventuele problemen ontstaan (denk aan ruzies tussen passagiers onderling of een hartaanval), dan moet het cabinepersoneel dit oplossen. Verder worden er tijdens de vlucht belastingvrije artikelen verkocht.
De piloten dragen een enorme verantwoordelijk met zich mee om alle passagiers veilig naar de plek van bestemming te vliegen. Om dit te waarborgen moet de cockpit met regelmaat worden gecheckt door het cabinepersoneel. Mocht een van de piloten onwel zijn geworden, dan kan er op deze manier tijdig worden ingegrepen en kunnen er rampen voorkomen worden. In het daglicht moet de cockpit elke dertig minuten worden gecontroleerd, in het donker is dat elke vijftien minuten. Op deze momenten stapt een van de cabineleden de cockpit in om te kijken of alles nog in orde is, en voorziet de piloten eventueel van eten of drinken.
Dertig minuten voor de landing worden er enkele dingen voorbereid. Zo wordt het laatste afval opgehaald, de pantry’s (boordkeukens) worden opgeruimd en alle losse items opgeborgen. Passagiers moeten op hun plek gaan zitten en de riemen weer vast gemaakt. Opnieuw controleert de stewardess of er voldaan wordt aan alle veiligheidsregels. Hierna moet het cabinepersoneel zelf ook gaan zitten op hun jumpseat.
Na de landing
Zodra het toestel tot stilstand is gekomen komt er vanuit de cockpit een commando. Hierop moet het cabinepersoneel de glijbaan deactiveren. Vervolgens worden de deuren geopend en kunnen de passagiers uitstappen.
Afhankelijk van de luchtvaartmaatschappij en de vlucht gaat de crew van boord richting het hotel en blijven hier een aantal dagen, of ze maken zich op voor de terugvlucht, die vaak al binnen het uur weer vertrekt.
In het geval dat het cabinepersoneel vrijwel direct weer terug vliegt herhaalt zich al het bovenstaande. De vlucht is immers precies hetzelfde en wordt dus op dezelfde manier uitgevoerd.