Een ontslagbrief kan van twee kanten komen, van de kant van de werkgever, maar natuurlijk ook van de kant van de werknemer. Hoe dan ook, de brief dient aan enkele vereisten te voldoen om als rechtsgeldig aangemerkt te kunnen worden. Welke vereisten dat zijn worden besproken in dit artikel.
De vereisten aan een ontslagbrief verschillen wanneer de brief van de kant van de werknemer of van de kant van de werkgever komt. Een werkgever kan niet zomaar een ontslagbrief sturen en daarmee de werknemer ontslaan, hiervoor moet eerst een procedure bij het UWV in gang gezet worden. De werkgever kan wel een dergelijke brief sturen bij een ontslag op staande voet of bij een beëindiging van het dienstverband.
De werkgever kan er voor kiezen om een voorbeeld ontslagbrief te gebruiken, deze voldoen aan de wettelijke vereisten. Een van de belangrijkste vereisten is dat de werknemer de brief ontvangt. Wanneer de werknemer de brief niet ontvangt is het ontslag ook niet rechtsgeldig. Om er zeker van te zijn dat de werknemer de brief ontvangt kan de werkgever ervoor kiezen om de brief aangetekend te versturen. Wanneer de werknemer betoogt dat hij of zij de ontslagbrief niet ontvangen heeft dient de werkgever aan te kunnen tonen dat dit wel het geval was.
Het is geen direct wettelijk vereiste, maar het is toch verstandig de reden voor het ontslag, zeker bij een ontslag op staande voet, mede te delen aan de werknemer. Deze reden hoeft niet in de brief te staan maar de werknemer heeft een wettelijk recht om dit te weten, zodoende kan er voor gekozen worden om dit meteen in de ontslagbrief te vermelden.
Een opzegging kan onder voorbehoud gedaan worden, zo kan een werkgever aangeven dat indien werknemer nogmaals zomaar kantoorartikelen mee naar huis neemt, hij of zij dan op staande voet ontslagen zal worden. Hiervoor is het wel noodzakelijk dat de gronden voor ontslag op staande voet voldoende zijn om een rechtsgeldig ontslag tot stand te laten komen.