Consumptiepatroon:
Consumenten stellen een pakket goederen en diensten samen ter beschikking van hun behoeften. Het sommeren van al deze bestedingen van individuele consumenten levert een macro-economisch consumptiepatroon op.
Koopkracht = %koopkracht = %inkomen – %prijzen
Bij een stijging van het inkomen van 4% en een inflatie van 3% is de koopkracht dus 1%.
Dit noemt men ook wel een reële stijging van het inkomen. Door een toename in het inkomen neemt in het algemeen de afzet van een product toe. Het ligt er echter wel aan in welke inkomensgroep zich de groei van het inkomen voordoet.
Marginale Consumptiequote = Geeft weer hoeveel er van een extra euro inkomen word geconsumeerd. Als de consumenten 0.75 meer uitgeven bij een stijging van 1 euro dan is de quote 0.75. De quote voor hoge inkomens is beduidend lager dan voor lage inkomens
Consumentenvertrouwen is ook belangrijk. Deze word berekend met de ‘Consumer Confidence Index’. Deze geeft een oordeel over wat de consument van zijn eigen financiële situatie vind en zijn economische omgeving. Consumenten lenen vaak geld, hierover moeten ze rente betalen. De reële rente is het verschil tussen de nominale rente en inflatie. Wanneer de reële rente hoog is, zal de consumptie dalen. Het lenen van geld is dan duurder.
Soorten Investeringen
– Vervangingsinvesteringen
Het aanschaffen van kapitaalgoederen wegens slijtage.
– Uitbreidingsinvesteringen
Het uitbreiden van de kapitaalgoederenvoorraden, met doen de productiecapaciteit te vergroten.
– Voorraadinvesteringen
Een geplande investering in voorraad. Het uitbreiden van de voorraden om een hogere afzet te bereiken. Naast de geplande investering heb je ook de gedwongen investeringen, bedrijven hebben hun afzet dan te hoog ingeschat en kunnen een deel van hun productie niet afzetten.
Er is ook nog onderscheid te maken tussen bruto en netto investeringen. De bruto investeringen bestaan uit netto investeringen en vervangingsinvesteringen. En de netto investeringen bestaan uit uitbreidingsinvesteringen in vaste activa en voorraadmutaties.
Diepte investeringen: Wanneer er nieuwe kapitaalgoederen aangeschaft worden zijn er technische ontwikkelingen die er voor zorgen dat er per machine minder arbeidskrachten nodig zijn en de productiviteit stijgt.
Breedte investeringen: Als er sprake is van arbeidsbesparende technische ontwikkelingen en de nieuwe machines eventueel producten per werknemer per tijdseenheid voortbrengen als de oude machines, spreken we van breedte investeringen.
Groei van Investeringen
Economische onderzoeksbureaus verklaren de ontwikkelingen van de investeringen uit:
– Afzetverwachtingen
Deze baseren ze vaak op schattingen over de groei van het BBP in binnen- en buitenland.
– Bezettingsgraad
Geeft aan voor hoeveel procent van de bedrijfstijd de machines en andere kapitaalgoederen in bedrijf zijn.
– Rente
Wanneer de rente hoog is zullen er minder investeringen worden gedaan
– Winst
Hoe hoger de winst, hoe makkelijker bedrijven kunnen investeren.
Overheidsbestedingen
Het inkomen dat personeel krijgt die voor de overheid werken kun je zien als een beloning. Dit kunnen we weergeven met het symbool: NBPov. De overheid koopt producten die nodig zijn voor de vervaardiging van overheidsdiensten. Deze materiële overheidsconsumptie word weergeven als Cov. Ook de overheid doet investeringen. Dit word weergeven met Iov. De totale overheidsbestedingen geven we weer met de variabele O
O = NBPov + Cov + Iov
De overheidsinkomsten zijn afhankelijk van schommelingen in de conjunctuur. De overheidsuitgaven zijn stabieler dan de inkomsten. Het gevolg is een overheidstekort in tijden waarin het BBP nauwelijks groeit. Het tekort mag volgens internationale verdragen niet hoger zijn dan 3% van het BBP en de overheidsbegroting moert over een lange periode gemeten ongeveer in evenwicht zijn. Schuldquote = De schuld in percentage van het BBP. Mag niet hoger zijn dan 60%
Export en Import
Intra-EU-Handel = Nederland bied producten aan op de markt van buurlanden. Extra-EU-Handel = Nederland bied producten aan op de markt van landen buiten de EU-27. De ontwikkelingen in export worden veroorzaakt door de wereldconjunctuur en de concurrentiepositie van het bedrijfsleven.
http://artikelen.foobie.nl/onderwijs/prijsvorming-volgens-de-algemene-economie/
http://artikelen.foobie.nl/werk-en-opleiding/concurrentie-volgens-de-algemene-economie/
http://artikelen.foobie.nl/werk-en-opleiding/produceren-en-productie-verschillen/