In onze samenleving wordt er heel veel waarde gehecht aan vrije tijd. Door de voortschrijdende mechanisering en automatisering krijgen we steeds meer vrije tijd. Daarbij komt nog de toename van de vrije tijd doordat we steeds ouder worden en dus meer vrije tijd na onze werkzame leven hebben.
Vrije tijd:
Vrije tijd is niet zoals in het algemeen wordt aangenomen de tijd die we niet besteden aan het verwerven van inkomen maar volgens de volledige definitie is vrije tijd bovendien alleen de tijd die je niet hoeft te besteden aan verplichte of noodzakelijke activiteiten. Dus de tijd besteed aan verplichtingen naast je betaalde werk zoals onderwijs, het huishouden, zorgtaken, slapen, eten en drinken vallen niet onder je vrije tijd. Als we onze vrije tijd gaan meten volgens de volledige definitie blijkt dat een groot deel van de tijd die je niet besteed aan het verwerven van je inkomen geen vrije tijd is.
Gemiddelde hoeveelheid vrije tijd:
Voor het berekenen van gemiddelde hoeveelheid echte vrije tijd in Nederland moeten we dus de gemiddelde hoeveelheid tijd die besteed wordt aan betaald werk, onderwijs, het huishouden, zorgtaken, slapen, eten en drinken aftrekken van de totale tijd. Het verschil tussen de leeftijdsgroep van 12 – 64 jaar blijkt hierbij zoveel af te wijken van die van 20-64 jaar dat we deze wel apart moeten berekenen.
Gemiddelde hoeveelheid vrije tijd 12 – 64 jaar:
Deze groep besteedt per week gemiddeld 17,9 uur aan het huishouden en aan zorgtaken. Aan onderwijs besteed deze groep gemiddeld 3,7 uur per week en aan betaald werk gemiddeld 19,5 uur per week. Deze groep besteedt dus naast slapen totaal aan 41.1 uur noodzakelijke activiteiten.
Gemiddelde hoeveelheid vrije tijd 20-64 jaar:
Deze groep besteedt per week gemiddeld 18,6 uur aan het huishouden en aan zorgtaken. Aan onderwijs besteed deze groep gemiddeld 2 uur per week en aan betaald werk gemiddeld 25,2 uur per week. Deze groep besteedt dus naast slapen totaal aan 45.8 uur noodzakelijke activiteiten.
Vrije tijd besteding:
Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat de gemiddelde Nederlander de tijd die hij niet aan het verwerven van inkomen besteedt voor 20,9 % besteed aan mediagebruik, 7,2 % aan het onderhouden van sociale contacten, 13,5 % aan recreatieve activiteiten en ontspanning, 2,3 % aan maatschappelijke participatie en 3,6 % aan vrijetijdsmobiliteit.
