Schilderen, vaak is het noodzaak. Denk aan het muurtje dat nodig geschilderdmoet worden. Maar naast noodzaak, kan schilderen ook ontzettend leuk zijn. Het lijkt heel lastig, maar ik ga je ervan overtuigen dat schilderen heel makkelijk kan zijn en vooral heel erg leuk!
Schilderen?
Ja, schilderen. Zoals kunstenaars doen op een doek. De stap om te gaan schilderen kan heel groot lijken. Je kunt je afvragen of je er wel tijd voor hebt, of genoeg ruimte. Maar voor schilderen ben je niet veel tijd of ruimte nodig. En het is heerlijk ontspannend. En met een paar spullen kun je al direct aan de slag gaan!
Wat heb ik nodig om te beginnen?
Je hebt niet erg veel nodig om te beginnen. En je kunt het zo duur maken als je zelf wilt. Je kunt kleine tubetjes (goedkope) verf halen bij bijvoorbeeld de Blokker of de Xenos. Ook kun je hier terecht voor schilders doeken. Kwasten zijn ook handig om te hebben, deze zijn ook verkrijgbaar bij bovenstaande winkels. Als je het fijn vindt om op een schilders ezel te werken kun je ook deze daar halen. Je kunt ook op de tafel werken zonder ezel.
Welke verf kies ik?
Er zijn vier soorten verf verkrijgbaar. Plakkaatverf, olieverf, acrylverf en aquarelverf.
Plakkaatverf is de verf die op basisscholen word gebruikt. Hij word weinig gebruikt voor schilderen, omdat deze verf niet goed hecht op de schilders doeken.
Bij aquarel verf is het de bedoeling dat deze nat word aangebracht. Hierdoor krijg je hele zachte kleuren. Een lastige eigenschap van deze verf is dat wanneer deze is opgedroogd bleker lijkt dan dat je had verwacht. Bij aquarelverf kun je het beste geen synthetische kwasten gebruiken.
Het voordeel van olieverf is dat je na een foutje je deze makkelijk kan corrigeren door er gewoon weer overheen te schilderen. De kleuren zijn vaak intensief en komen mooi tot hun recht. De verf droogt niet snel, wat een nadeel kan zijn. Deze verf krijg je niet uit je kleren, of van de tafel.
Ten slotte hebben we nog acryl verf. Deze verf droogt erg snel op het doek. Als de verf eenmaal droog is, kun je er met water overheen gaan, maar blijft de verf gewoon zitten. Ook kun je met acryl verf aquarelleren.
Je kunt de goedkopere verf kopen bij de Blokker of de Xenos. Voor betere verf kun je de merken: ‘Amsterdam’, ‘Van Gogh’ of ‘Galeria’ gebruiken. Je bent eigenlijk maar 6 kleuren nodig: de primaire kleuren, rood, geel en blauw. Hiermee kun je alle andere kleuren maken. Daarnaast is het handig om wit en zwart te hebben, zodat je de kleur lichter of donkerder kan maken.
Zelf verf ik met acrylverf, omdat dit makkelijk in gebruik is. De meeste informatie in dit artikel zal gaan over het verven met acrylverf.
En nu dan?
Als je de verf en andere hulpmiddelen hebt aangeschaft kun je beginnen. Als je gewoon in de woonkamer schildert, kun je een grote krant op de tafel leggen, zo kun je lekker je gaan zonder je druk te maken over het eventuele knoeien. Je hebt een pot/beker met water nodig, om je kwasten in schoon te maken of ze in te zetten als je deze niet gebruikt. Je kunt ook een keukenrol neerzetten zodat je je kwasten kunt droogmaken. Nadat je de verf, je ezel en je doek hebt klaargezet kun je beginnen!
Hoe kies ik een onderwerp?
Dit is misschien nog wel het lastigste van alles. Wat wil je maken? En hoe doe je dat dan? Je kunt op verschillende manieren te werk gaan. Zo kun je je hoofd leegmaken en gewoon schilderen wat in je opkomt. Je kunt een object nemen, bijvoorbeeld een vaas. Deze kun je naschilderen. Daarnaast kun je mooie plaatjes op internet zoeken en die naschilderen. Dit is overigens wel lastiger als dat je een object na schildert, omdat je in een plaatje moeilijker het ligt en de diepte kunt bepalen. Ook kun je boeken over schilderen aanschaffen, zodat je er meer over leert en hier voorbeelden uit kunt halen. Persoonlijk vind ik het boek ‘Acryl in 10 lessen’ van ‘Jenny Rodwell’ een goed boek. Je vind hierin nuttige informatie en mooie voorbeelden.
Het schilderen kan beginnen!
Nu alles klaar staat en je hebt bedacht wat je wilt gaan schilderen, kun je gaan beginnen! Bedenk welke kleuren je wilt gaan gebruiken en maak een palet klaar. Dit kun je gewoon doen op een oud stuk karton, deze kun je na gebruik hergebruiken door de verf over het karton heen te strijken en op te laten drogen, of je kunt deze na gebruik weggooien. Op je palet kun je vast kleuren mengen. Dit hoeft niet, dit kun je ook op het doek doen.
Als je het makkelijk vind, kun je alvast een voorbeeld maken op het doek. Houtskool word veel gebruikt, maar je kunt ook schoolbord krijtjes gebruiken. Dit krijt lost op in de verf zodat je hier niks meer van terug vind. Door het maken van een voorbeeld kun je bekijken hoe je je schilderij wilt opzetten en kun je nog makkelijk veranderen. (Het krijt is te verwijderen met water).
Nu pak je een kwast en begin je met opzetten van je schilderij. Als je acrylverf gebruikt is dit snel gedroogd en kun je er zo weer met een andere kleur overeen.
Een gouden tip bij het maken van je schilderij is dat het niet perfect hoeft! Met deze instelling lukt het vaak niet. Het gaat vooral om de lol die je erin hebt. Je kunt een bijvoorbeeld schilderij heel abstract maken; hiermee word niet de werkelijke figuur weergeven, maar wordt deze met verschillende vormen en kleuren herkenbaar gemaakt.
Het gaat er vooral om dat het schilderen leuk is !