5 december nadert met rappe schreden, En voor veel mensen komt er dan ook de stress van het schrijven van een Sinterklaas gedichtje bij.
Maar eigenlijk hoeft dat helemaal niet. Natuurlijk is niet iedereen gezegend met een gigantisch rijmtalent, en niet iedereen is even creatief. Maar er zijn wel wat regeltjes waarmee je toch stiekem een heel eind kunt komen.
voorbereiding:
Eigenlijk zegt het woord het al, wacht niet tot het laatste moment, zeker als je weet dat je niet goed bent in gedichtjes, maar begin ruim op tijd, al schrijf je twee regels per dag..
Begin rustig met het opschrijven van steekwoorden die in je gedichtje moeten komen, zowel over de persoon als over het cadeau en ga hieromheen zinnen bedenken.
Pas je gedichtje aan op je cadeau; heb je een leuk en origineel cadeau dan kom je gemakkelijker op een leuk en origineel gedicht uit.
Het gedicht zelf:
Het maakt eigenlijk niet uit waar je begint als je maar een goede zin hebt, als je eenmaal een begin hebt dan kun je daaromheen een gedicht bouwen. Wat wel belangrijk is dat je dus alles gebruikt uit je voorbereiding. En wees zeker ook niet bang om bijvoorbeeld een rijmwoordenboek te gebruiken, echter probeer ook niet om koste wat kost op een bepaald woord te rijmen. Kom je er niet uit probeer dan eens om de zin te veranderen zodat je op een ander woord kunt rijmen. Of gebruik desnoods een synoniem om te vertellen wat je wil.
En uiteraard oefening baart kunst dus hoe meer gedichtjes je schrijft hoe beter je wordt en hoe makkelijker het uiteindelijk zal gaan.
Originaliteit:
De sint zat te denken wat hij jou dit jaar weer zou schenken, tja dat heeft iedereen al duizenden keren gehoord en/of gelezen. Nu hoef je uiteraard niet met een heel ander idee te komen, maar je kunt wel variaties toepassen die er bijvoorbeeld betrekking op hebben, dat de sint het cadeau niet kon vinden, het moeilijk was om iets voor degene te kopen, er een lange rij bij de kassa stond en noem zo maar op.. Als je zo een zin hebt dan heb je vaak al je eerste rijmwoord. En zul je al snel zien dat de rest van het gedicht zichzelf schrijft.
