blog placeholder

Bijenwas schilderen of encaustic art is een enorm leuke hobby die zonder enige ervaring prachtige (kleur)resultaten oplevert. Ook kinderen of mensen die minder vast ter hand zijn, kunnen prachtige tekeningen en schilderijen maken. Op internet zijn veel aanbieders van encaustic art artikelen te vinden. Helaas zijn er veel minder aanbieders van goede gebruiksaanwijzingen. Dit artikel is een praktische handleiding hoe te starten met encaustic art. Ben je erachter gekomen dat dit een leuke hobby voor je is, dan kun je boeken kopen die je nog veel meer kunnen leren. Vergeet ook de veilingsites niet om ‘goedkoop’ aan tweedehands of nieuwe encaustic art artikelen te komen.

Geschiedenis encaustic art

Encaustic betekent letterlijk ‘inbranden. Encaustic art is het schilderen met bijenwas met behulp van een warmtebron. Die warmtebron kan een strijkijzer zijn, maar ook een stylus (potlood), air gun of hotplate. De laatste twee zijn meer technieken voor de wat verder gevorderde encaustic arter – de eerste twee voor degenen die met eenvoudigere materialen aan de slag willen.

De bijenwas wordt verhit en op een speciaal papier, hout, glas of schilderstextiel aangebracht. De meest gebruikte techniek is die van het strijkijzer op papier. Voor de fijnere details wordt de stylus gebruikt.

Encaustic art is een techniek die al in het Romeinse Rijk, Egypte en het oude Griekenland gebruikt werd.

De basis van het tekenen

Voorbereidingen:

Bedek de tafel met krantenpapier met daaroverheen idealitair (geen must) glimmend papier van reclamefolders (moet glad zijn zodat het strijkijzer gemakkelijker glijdt). Zoek het formaat papier uit waar je op wilt tekenen. Zet het strijkijzer aan op high (hoog). Maak het strijkijzer schoon met het doorzichtige blokje bijenwas (transparant, nr 27) en laat de bijenwas van het strijkijzer druipen – droog met keukenpapier (NIET met tissue!!!). Om niet teveel was te verbruiken, moet je niet zozeer het ijzer zelf bestrijken, maar wel het blokje over de gleuven van de zijkanten laten smelten. Als je het strijkijzer schuin houdt, met de punt van het snoer af, dan druipt het vuil zowel vanuit als van het strijkijzer af. Als het strijkijzer schoon is en er geen vuil meer vanaf druipt, zet je de temperatuur op low.

Het tekenen zelf:

Begin met tekenen en pak de kleur die je mooi vindt. Hou het strijkijzer horizontaal, zodat er geen gesmolten was van het ijzer af kan druipen. Zorg dat je oude kleren aanhebt, schuif je stoel goed onder de tafel zodat er geen was op je kleding kan druipen. Het kost aanvankelijk wat moeite om het ijzer horizontaal te houden, maar je went er snel aan. Strijk het blokje over het strijkijzer waardoor de was smelt. Als de was nog vloeibaar is, druk je het strijkijzer op het glimmende papier. Maak bewegingen met het strijkijzer (het tekenen). Je kunt ook alleen de punt of zijkant van het strijkijzer gebruiken – zie onder technieken. Haal het strijkijzer van het papier af zodat de was kan harden. Maak het strijkijzer schoon met keukenpapier (geen tissue!) als je een nieuwe kleur gaat gebruiken. Als je verder gaat met dezelfde kleur of een bijpassende kleur, dan hoeft dat niet en scheelt het was. Herhaal bovenstaande handelingen tot je klaar bent met tekenen.

Afwerken:

Zet het strijkijzer uit. Haal de tekening los van de ondergrond. Wrijf de tekening op met tissue zodat het gaat glimmen. Zet op de achterkant de datum – dat is leuk voor later om te kunnen vergelijken wat je nu en over een jaar produceert.

Technieken

Er zijn vier technieken om te schilderen met het strijkijzer:

1) het strijken, zoals je met een gewoon strijkijzer doet – met dit verschil dat je geen druk uitoefent op de strijkijzer maar over het papier heen vliegt door juist jestrijkijzer lichtjes op te tillen. Dit optillen zorgt ervoor dat het strijkijzergladjes en vlot over het papier heen schuift.

2) het deppen of ‘dabberen’ van het strijkijzer op het papier door of het strijkijzer met een vlotte beweging van het papier te halen in een bovenwaarts gerichtebeweging of door het papier op te tillen en tegen het strijkijzer aan te deppen (pas op het branden van je vingers). Afhankelijk van de snelheid van de beweging krijg je langere of kortere structuren. Snel van het papier afhalen geeft fijne structuren en langzamer van het papier afhalen geeft grovere en langgerekte structuren.

3) het gebruiken van de zijkant van het strijkijzer waardoor je strepen kan maken in de aangebrachte was van de tekening. Het ijzer hou je op een dusdanige manier dat de afgeronde kant van de strijkijzerzool als een schaats door de was snijdt. Hoe horizontaler je de zijkant van het ijzer gebruikt, hoe breder de strepen op de wastekening.

4) het gebruiken van de punt van het strijkijzer. De punt wordt eerst in een wasblokje gedoopt, waarna je met de punt kan schilderen op detailniveau. Je kunt met deze techniek wat dikkere vogels maken, maar ook kastelen (strepen naast elkaar), hekken etc. Het gebruik van de punt van het strijkijzer is vergelijkbaar met het gebruik van de styler, maar de styler is preciezer in zijn strepen en de was wordt in grotere voorraden ‘opgeslagen’ in de punt.

Fantasie werk: deppen uit de vrije hand

Kies twee verschillende kleuren die gemengd met elkaar een derde kleur opleveren; bv. geel en blauw wat gemengd groen geeft. Veeg per kleur een wasblok lekker dik op het strijkijzer. Pas op dat het strijkijzer perfect horizontaal gehouden wordt, anders druipt de gesmolten was van het papier af. Strijk met de strijktechniek de kleuren per kleur (dus in aparte strijkbewegingen) op het papier en probeer de kleuren op het papier gescheiden te houden. Om de verschillende deptechnieken aan te leren, probeer je beide technieken uit.

Dep met het strijkijzer op de tekening op een vlakke ondergrond voor de vlakke ondergrond deptechniek. Je dept met een snelle beweging het strijkijzer op het papier en trekt het strijkijzer met een snelle beweging naar boven toe af. Hoe sneller de beweging, hoe fijner de depstructuur. Probeer daarbij de zijkant van het strijkijzer onzichtbaar te zetten, zodat je niet de randen op de tekening zichtbaar krijgt. Voor de tweede vrije hand deptechniek: hou de kaart tussen duim en wijsvinger (links als je rechtshandig bent, rechts als je linkshandig bent). Zet het strijkijzer gekanteld op de kaart en maak gebruik van de deptechniek. Zorg dat de randen van het strijkijzer niet zichtbaar op de tekening terecht komt.

Gebruik zijkant strijkijzer: lijnen trekken

Met de zijkant van het strijkijzer kun je grassen, riet ed. schilderen maar je kunt ook diepte-effecten realiseren in fantasietekeningen.

Eerst maak je een ondergrond van kleuren door de strijktechniek te gebruiken. Als het papier vol met was zit, maak je het strijkijzer goed schoon. Met een schoon strijkijzer kantel je het strijkijzer en gebruik je de zijkant om strepen te trekken. Doordat je een schoon strijkijzer gebruikt, krijgt de streep alle kleuren vermengddoor elkaar. Daar waar het strijkijzer het papierheeft geraakt, wordt de streep lichter. Na elke streep draai je de tekening een beetje of een kwartslag, zodat van alle kanten de strepen door de tekening heen lopen. Door de zijkant schuiner of minder schuin te gebruiken, krijg je smallere of bredere strepen over het papier. Doordat de strepen van alle kanten komen, krijg je een mooi diepte-effect in de tekening en heb je perspectief aangebracht.

Oefening uit de vrije hand schilderen

Deze oefening geeft je vaardigheid in het uit de vrije hand schilderen met de punt van het strijkijzer. Oefen de bewegingen eerst zonder was te gebruiken op het papier. Verfijn je deptechnieken uit de vrije hand en met een vlakke ondergrond. Oefen het gebruik van de zijkant van het strijkijzer, evenals het gebruik van de punt van het strijkijzer.

Als je de bewegingen vlot kan maken, ga je hetzelfde doen met was. Smeer je strijkijzer in met verschillende kleuren was naar keuze. Laat de verschillende kleuren was iets in elkaar overvloeien. Let erop dat je het ijzer recht houdt om druipen van de was te voorkomen. Schilder een meerkleurige achtergrond op de tekening. Schilder met zowel de strijktechniek als de deptechniek de was op papier. Maak het ijzer schoon en trek dan met de zijkant strepen. Gebruik de punt van het ijzer om cirkels en achtjes te maken; hou het strijkijzer daarvoor verticaal en draai het ijzer om. Hierdoor heb je goede controle over de punt en kun je fijnere strepen en bewegingen trekken met de punt van het strijkijzer. Om meer verschillende kleuren aan te brengen, doop je de punt in een wasblokje en teken je kleureffecten in de tekening.

Mandala’s

Een mandala is een abstracte tekening met gelijkmakende structuren en in spiegelbeeld aangebrachte ritmische vormen. Een mandala maken begint in het midden door het aanbrengen van een lichte kleur. Vervolgens worden gelijke patronen naar buiten toe aangebracht en steeds in reflecterende spiegelbeelden naar de buitenrand toe geschilderd. Bij voorkeur breng je een Mandala aan op een vierkant papier, zodat de symmetrie ook door de papiervorm ondersteund wordt. Het effect van de Mandala is als die van een caleidoscoop: je kijkt de diepte inop het midden van de tekening.

Breng in het midden van de tekening een egale lichte kleur aan, bijvoorbeeld geel,- precies in het midden van de kaart. Het schilderijzer plaats je nu met de punt in het midden van de kaart en de achterkant evenwijdig aan een papierkant. Hou de kaart vast en haal het strijkijzer van het papier af. Nu zie je de randen van het strijkijzer tegen het midden van het papier aanstaan. Je draait de kaart een kwartslag en plaatst nogmaals het strijkijzer met de punt tegen het midden aan. Weer draai je de kaart een kwartslag en je herhaalt de vorige stap nog een keer en tot slot nog een keer. Hierdoor heb je nu vier punten van het strijkijzer in het geeltegen het midden van de kaart aan staan. Je neemt een groen wasblokje en brengt dit op het strijkijzer aan, in de punt. Je plaatst de punt van het strijkijzer in de hoeken van het papier, ongeveer 2,5 centimeter van het midden af. Je haalt het ijzer snel van het papier af en je houdt hiervoor het papier weer vast. Je draait het papier een kwartslag en herhaalt deze stap in het groen. Vervolgens draai je het papier nog twee keer. Nu heb je in totaal acht strijkijzerpunten op het papier staan. De derde kleur die je op het strijkijzer aanbrengt is blauw. Weer breng je de was in rijke hoeveelheid op het strijkijzer aan. Ditmaal breng je het strijkijzer over alle acht reeds aanwezige strijkijzers op het papier aan, door het papier steeds een achtste slag te draaien. De waskleuren mengen zich op het papier waardoor een mooi patroon ontstaat.

Afhankelijk van de grootte van het papier en de kleurwensen, kun je de mandala groter maken en/of met meer kleuren opbouwen. Zorg dat je voldoende was gebruikt om het strijkijzer in een keer goed op het papier te laten komen. Let op de symmetrie van de tekening bij het aanbrengen. Om de opbouw te vergemakkelijken kun je het midden van het papier markeren en met een liniaal kun je meten waar je de volgende strijkijzerpunten op kan aanbrengen.

Wissel de Mandala’s af met verschillende aantallen punten in de tekening. Maak ook eens een Mandala in dezelfde kleurschakeringen. Er zijn oneindige hoeveelheden mogelijkheden!

Landschappen schilderen

Het schilderen van een simpel landschap valt wel mee, mits je de opbouw van de tekening goed in de gaten houdt. Onderstaande beschrijving is voor een landschap zonder luchtkleur.

Smelt groene was op de zool van het strijkijzer en zet een streep geel-bruine was langs de rand van de zool. Houdt de kaart aan de bovenkant vast en zet het ijzer met het hele vlak van de zool op eenderde deel van de kaart. Trek met een horizontale strijkbeweging het ijzer over het papier, waardoor een bergbovenkant ontstaat. Zorg dat het ijzer gemakkelijk over het papier heen glijdt, pers niet. Ga met een heen en weer gaande zigzag beweging van het strijkijzer naar beneden van het papier zodat er meerdere berg of heuveltoppen ontstaan in het onderste deel van de tekening. Gebruik meer was indien dat nodig is. Als je tevreden bent over het berglandschap, neem dan de tekening in de hand en gebruik de vrije deptechniek om struikgewas te schilderen. Gebruik een iets andere kleur groen of breng andere kleuren als rood ed. in om het struikgewas te beaccentueren. Doe dit op een onderste eenderde van de tekening. Hierdoor is de tekening verdeeld: bovenste eenderde is lucht, middelste eenderde is berg/heuvel en de onderste eenderde is struiken en voorgrond. Door de zijkant van het strijkijzer te gebruiken, maak je riet, stengels, grassen en bladeren. Varieer de dikte van de lijnen, zodat verschillend stengelgewas ontstaat. Varieer ook in grootte van de lijnen zodat je gewassen meer op de voorgrond of juist de achtergrond creëert. Maak vogels in de lucht door de punt van het strijkijzer te gebruiken. Dip de punt in een donkere wasblokjes kleur en zet een paar kleine puntjes in het luchtgedeelte van de kaart. Maak de punt van het ijzer vervolgens schoon en maak met een snelle beweging een strijkje naar links en rechts, zodat de vleugels van de vogel ontstaan. Maak bloemen door de punt van het ijzer in een heldere kleur te dippen en op het onderste gedeelte van de tekening te schilderen.

Verschillende horizons

Er zijn vier verschillende vormen horizons mogelijk;

vlakke horizon

Een vlakke horizon schilder je door een rechte horizontale lijn te trekken met een hoofdkleur en een bijkleur. Afhankelijk van wat je wilt schilderen en of je dat natuurgetrouwe kleuren wilt geven, gebruik je een basiskleur op het midden van het strijkijzer en een andere kleur op de rand van het strijkijzer. Zonder te persen of optillen, trek je een horizontale gelijke lijn van de ene kant van het papier naar de andere kant.

zachte ronde heuvels

De was wordt op identieke wijze aangebracht als voor een vlakke horizon. Nu wordt er met de ronde kant van het strijkijzer in een golvende beweging van boven naar beneden op de tekening een heuvellandschap geschilderd. Je beweegt zonder persen of optillen in een zakkende zigzagbeweging het strijkijzer naar beneden.

voorgebergte en zachte bergsilhouetten

Door een voorgebergte te schilderen, breng je perspectief in je tekening. De tekening start op identieke wijze als bij horizon nr 2. De was wordt nu echter niet aan de zijkant van het strijkijzer aangebracht, maar aan de voorkant – op de voorste driehoek van het strijkijzer. De was moet goed vloeibaar zijn. Als dat niet het geval is (afhankelijk van de kleurkeuze) smelt dan wat transparante was bij de kleur. Gebruik nu de punt van het strijkijzer en de eerst paar centimeter om te schilderen. De achterkant van het strijkijzer blijft in de lucht met zo’n anderhalve centimeter. Het schilderen begint aan de linkerkant van de kaart en verschuift naar rechts. Schilder onregelmatige punten en teken zo het voorgebergte en de bergsilhouetten. Als de was onvoldoende vloeit: neem meer was of houd het ijzer schuiner naar voren.

hoge bergrotsen en pieken

Breng de was aan op de punt van het strijkijzer. Weer moet de was goed vloeien. Plaats het strijkijzer alsof je met de zijkant gaat schilderen om grassen ed. te maken. In plaats van met de zijkant te schilderen, maak je korte en trillende bewegingen op en neer en van links naar rechts. Zo maak je grillige toppen in een onregelmatig patroon, een grillig silhouet van een hoog berglandschap verbeeldend.

Luchten

Er zijn twee verschillende technieken om luchten te schilderen: met de hand door het gebruik van niet gesmolten was of door was te smelten en aan te brengen met het strijkijzer.

Gewreven lucht

Om een gekleurde lucht te maken door was op te wrijven, moet je eerst het landschap schilderen zodat de horizon duidelijk is. Je gebruikt ongeveer eenderde deel van de tekening voor lucht. Door optimaal met het wasblok een lucht te kunnen intekenen, zorg je dat een hoek van het wasblok is afgerond. Als een hoek mooi afgerond is, voorkomt dat een te heftig streepeffect op de tekening.

Krijt op de kaart met landschap de lucht in verschillende kleurlagen. Als je teveel was hebt aangebracht, dan verwijder je dat door hard te wrijven met een om uw vinger gewikkelde tissue. Hou het middelste gedeelte krijtloos, dat geeft een mooi luchtperspectief. Om de waskrijt mooi in elkaar te laten overlopen, wrijf je met een stevige druk op het papier de kleuren vloeiend. Door het wrijven, veroorzaak je hitte en smelt de was een beetje. Hou ondertussen de kaart stevig vast.

Gestreken lucht

Om lucht te maken, dient het strijkijzer helemaal schoon te zijn om onbedoelde kleurinmenging te voorkomen. Voor de luchtkleuren kun je diverse waskleuren gebruiken: blauw en roze met wit, geel en roze en wit, transparant en wit etc. Dunne vloeibare was geeft zachte kleuren en dikke was geeft meer structuur aan de lucht.

Smelt witte was op het ijzer in een schuin patroon. Doe hier een streep blauw en roze doorheen. Maak met het ijzer een schuine streep zodat er een horizontaal vlak op het papier komt, daar waar je de lucht wilt hebben. Je kunt ook het strijkijzer horizontaal gebruiken door de was recht aan te brengen en een rechte streep te brengen. Gebruik het strijkijzer lichtjes, zodat het ijzer over het papier vliegt. Zorg voldoende was te gebruiken – er is veel nodig voor een luchtvlak! Strijk over het papier, totdat je tevreden bent met het luchtresultaat. Een effect van storm bereik je door het ijzer in korte en kronkelige bewegingen snel over het papier heen te halen. Als je tevreden bent met de lucht, ga je door met de tekening door een horizon aan te brengen zoals beschreven bij het maken van landschappen.

De lucht reflecteert vaak in het landschap. Aangezien de lucht lang niet altijd wit is, kun je de reflectie van de lucht bereiken door dezelfde luchtkleuren te gebruiken in de tekening op de voorgrond. Dit geeft een leuk effect!

Landschap onderdelen

Meren en water

Water is een veelvoorkomend onderdeel van een landschap. Stilstaand water is vlak en werkt als een spiegel. Stromend water heeft een stroomrichting en dus een gestructureerd oppervlak. Stormachtig water is weer turbulent en de beweging spat ervan af.

De transparante kleur is heel geschikt om water optimaal af te beelden. In plaats van wit, gebruik je de transparant kleur en je brengt dat aan. Een dunne laag transparant geeft rustig water, terwijl een dikkere laag turbulenter water geeft.

De snelste manier om het effect van water in een landschap te maken, ontstaat door warme was weg te vegen. Dep met het strijkijzer op de voorgrond van de kaart om de was warm te maken. Pak snel een klaargelegd stuk tissue en veeg de warme was snel weg, ondertussen de kaart stevig op de tafel drukkend. Door het wegvegen, blijft er een laagje was op de kaart zitten waardoor de impressie van een schaduw en reflectie aan de oppervlakte van het water wordt weergegeven.

Om lucht in water te laten reflecteren, schilder je een lucht in het landschap in spiegelbeeld van de lucht. Hierdoor ontstaat water. Om dit te doen hou je de volgende volgorde aan: schilder een lucht met de strijkijzertechniek, breng een landschap aan, schilder nu opnieuw een lucht in spiegelbeeld, nu in het onderste gedeelte van de kaart, zodat je de lucht en het landschap in tact houdt. Gebruik de punt van het strijkijzer om ietsje in het landschap te schilderen, waardoor een effect van schaduw ontstaat. Die voor een verder schaduweffect wat donkere was op de punt van het ijzer.

Paadjes en beekjes

Met de schraper kunnen het beste paadjes en beekjes gemaakt worden. Begin in het midden van de afbeelding en schraap de wasverf weg in horizontale richting naar beneden en laat het weggetje vervolgens steeds breder worden.

Beekjes en rivieren maak je door met de punt van een stevig opgerolde tissue, S-vormig in de nog afkoelende warme was de beek of rivier te tekenen. Dit effect kan ook verkregen worden door de schraper te gebruiken.

Hekken

Voor het maken van een hek is het perspectief op de tekening belangrijk. Er is altijd een horizonpunt, waar alles in verdwijnt. Een hek kan bijvoorbeeld met de bovenkant en onderkant in dat punt verdwijnen. Als je een paal op de voorgrond van je tekening maakt, verbind je de bovenkant en onderkant van de paal naar dat verdwijnpunt. De horizontale spijlen van het hek, lopen volgens die lijnen.

Je kunt voor de spijlen en hekonderdelen de zijkant van het strijkijzer gebruiken, gemakkelijker is het om de stylus te gebruiken.