blog placeholder

Voor wie op een afstand van een uurtje rijden van Den Helder woont zeker een aanrader: Texel. Goed, als het wat ongelukkig treft met de afvaarttijd van de boot moet je misschien even wachten. Maar op ieder halfuur vaart er een en in een haven is genoeg te zien. En eenmaal aan boord? Twintig minuten later stap je aan wal in ’t Horntje en ben je in een andere wereld.

Wat is dat toch: Waddeneiland en een gevoel van “een andere wereld”? Komt het van de ruimte, de plattelanderigheid die je tegemoet komt, het zicht op de duinen, de kleinschaligheid? Of is het weer er anders, zodat je je anders gaat voelen? Is het het zilte van de zee die je na een paar minuten al op je lippen kunt proeven? Je kunt er lang naar raden, een echt antwoord zal er niet zijn. Het is al genoeg dat het zo is. 

De veerboot landt in ’t Horntje en als je kijkt naar alles wat ook aan boord is aan auto’s en fietsen en mensen, dan krijg je het gevoel dat je met een massa het eiland gaat bezetten. Maar stap je op de fiets en ben je 5 minuten onderweg, dan zit je in de ruimte. Dan wordt het stil, hoor je de wind en de vogels. 

Texel heeft een knooppuntenroute. Wie een beetje gevoel voor richting heeft, heeft snel een bepaald idee voor ogen hoe hij ongeveer wil fietsen. Eigenlijk zijn er drie hoofdrichtingen: door het midden (zeg maar langs de dorpen), langs de Noordzeekant (duinen, bos, heide) of langs de Waddenkust (zeedijk, open, prachtige vergezichten). 

De route langs de Noordzee brengt je – als je de moeite neemt even van de route af te wijken – onder andere bij de Geul, een stuk natuur dat eigenlijk met iedere eb en vloed weer verandert. Het is een en al geluid van vogels, en als de zon schijnt vliegen de geuren om je neus. Via een pittoresk Den Hoorn (als je bijvoorbeeld oog hebt voor de mooie en oude huizen die hier staan), ga je via duinen en bossen richting De Koog. Onderweg kun je – voor wie dat wil – een bezoek brengen aan natuurmuseum Ecomare. En voor wie dat wil zijn er de paden die leiden naar het Noordzeestrand.

 In De Koog kun je kiezen. Of je gaat door naar het noordelijke stuk van het eiland (Den Cocksdorp), of je buigt af en gaat weer richting het zuiden. Je kiest de route door het midden of die langs de Waddenkust. De keuze zal ongetwijfeld gemaakt worden met een blik op de lucht: wat doet het weer, hoe staat de wind? De route door het midden brengt je via Den Burg weer bij Den Hoorn. Onderweg voert een prachtig pad langs een oude zeedijk je langs leuke plekjes die uitnodigen om even de benen te strekken, een broodje te eten, even te zitten en te luisteren. Te mijmeren……

 Te mijmeren ongetwijfeld ook over hoe het ooit geweest moet zijn om hier te wonen. Toen er nog geen gemakkelijke en snelle verbinding was met het vasteland, toen de

zee gevaarlijker was dan nu (achter de duinen die goed onderhouden worden). Dat het water meerdere keren een grote bedreiging is geweest, daarvan getuigen de strandpalen die je zo hier en daar tegen komt en waarop genoteerd staat hoe hoog het water in een bepaald jaar op die plek kwam. Het kost niet veel moeite om – met je ogen dicht – je het gebulder van de watervloed voor te stellen, de striemende wind, het geschreeuw van mensen.  Hoe vredig lijkt het landschap als je je ogen weer opent.

 In de dorpen zijn genoeg terrasjes en andere gelegenheden om de inwendige mens te versterken. Een (mid)dagje Texel is zo maar voorbij, maar ach, je bent ook zomaar weer in Den Helder en uiteindelijk ook snel weer thuis.