Voor iedereen die de poëzie van M. Vasalis mooi vindt en geïnteresseerd is in de dieperliggende achtergrond van haar poëzie.
Welke elementen gebruikt Vasalis is haar gedichten om haar gevoelens en emoties om te zetten in woorden. Wat voor vergelijkingen gebruikt zij en wat is kenmerkend in de poëzie van M. Vasalis.
Vasalis heeft drie gepubliceerde dichtbundels (Parken en Woestijnen, 1940. De Vogel Phoenix, 1948. Vergezichten en gezichten, 1954)(Scholten, Harry, 1975). Kenmerkend voor de poëzie in alle drie de dichtbundels is het verlangen van Vasalis om door middel van haar gedichten de diepere zaken van het leven te begrijpen en te doorgronden. Dit doet zij door middel van veel beeldspraak. Het verlangen om op te gaan in iets of iemand en verweven worden met iets of iemand komt sterk naar voren. Zij gebruikt beschrijvingen van de natuur om het innerlijke tot expressie te brengen. In haar poëzie kan het ik zich uiten door middel van vergelijking, veelal vergelijkingen met de natuur. De realiteit biedt niet de geborgenheid voor deze expressie. De beschrijving van de natuur, die over een ontzagwekkende kracht en diversiteit beschikt, is een middel om tot expressie te komen. Dit zou met een beschrijving van de realiteit een stuk moeilijker te verwezenlijken zijn. De natuur gaat zijn gang, leeft zoals hij moet leven. Deze realiteit die zowel licht als donker behuisd kan een beeld geven van de menselijke realiteit, die afgewisseld wordt door lichte en donkere perioden.
Vasalis maakt gebruik van de seizoenen om bijvoorbeeld de vergankelijkheid van het leven te beschrijven. Zo beschrijft ze de lente als een bevrijding, een periode van ontwaken en groeien, een nieuw begin. De herfst wordt beschreven als de lente die het begin is van de dood in plaats van het einde van de zomer en die zomer wordt beschreven als zijnde in het hier en nu, een periode van stilstand. Ze ziet vogels als beeld van de ultieme levenskracht en zij gebruikt deze dan ook als identificatie van de waarheid (Kroon, Dirk, 1984).
Een ander kenmerk in Vasalis’ poëzie is de vermenging van werkelijkheid en beeld. Vergelijkingen zorgen ervoor dat het ik zich identificeert met het beeld, zodanig dat het beeld naar voren wordt geschoven en de werkelijkheid op de achtergrond komt te staan. Vasalis probeert in haar beeldspraak het dieperliggende van de mens, het ik, te verwoorden en gebruikt hiervoor zoals eerder genoemd veelvuldig aspecten van de natuur: de tijd en de seizoenen, bomen, dieren, het oneindige heelal met sterren en planeten en leven en dood. De natuur is waarneembaar en in Vasalis’ poëzie proef je dat ze het hogere of goddelijke probeert te doorgronden. Misschien is het dit aspect wat haar poëzie zo herkenbaar maar tegelijkertijd ongrijpbaar maakt. Het hogere is niet waarneembaar, de natuur als onderdeel van het hogere is dat wel.
De vergankelijkheid van de mens wordt verweven met de vergankelijkheid zoals die zich in de natuur voltrekt. Door een beeld van de natuur te beschrijven geeft Vasalis de mens weer in zijn puurste, natuurlijkste vorm. Ze probeert het diepere ik te plaatsen in de realiteit en één te maken met alles wat waarneembaar is. Maar de waarnemingen zijn niet genoeg. Als mens kun je waarnemen, maar toch gescheiden zijn van al die waarnemingen omdat een samensmelting met iemand of iets anders onmogelijk is. Er is een drang om een gevoel van saamhorigheid te hebben en al het waarneembare en onwaarneembare te delen. Opgaan in een ander of iets anders maakt het mogelijk om het ik-zijn te ontwijken. Het lijkt alsof Vasalis een voorkeur heeft voor een leven vol pijn en donkerheid om zich levend te voelen (Kroon, Dirk, 1984). Ze probeert de tegenstrijdigheden van het leven te verwoorden maar er zijn nooit genoeg woorden om dit te beschrijven. Door vergelijkingen en beelden met de natuur te gebruiken, komt ze misschien toch een beetje in de buurt van het verwoorden en vastpakken van het leven, van het menselijke bestaan.
Bibliografie
Kroon, Dirk (1984). Eenheidsverlangen en eenheidsbesef in de poëzie van M. Vasalis. Bzzlletin, jaargang 32 (2004), 3-10.
Scholten, Harry (1975). Over de poëzie van M. Vasalis. Tirade, jaargang 1, 244-254.