blog placeholder

Allemaal zijn wij als baby ingeënt tegen verschillende infectie ziektes. Ook worden we ingeënt tegen tetanus als we een hondebeet hebben gekregen, en moeten we verschillende prikken halen als we naar een exotisch land op vakantie gaan. Maar wat is nu precies het verschil tussen actieve en passieve immunisatie? En hoe wordt een vaccin geproduceerd?

Actieve vaccins

Bij het vaccineren van een actief vaccin wordt er een beroep gedaan op de natuurlijke primaire immuunrespons.

Een vreemd antigen in het lichaam wordt opgenomen door een Antigeen Presenterende Cel (APC). Deze cel presenteert het antigen aan een Tcel via de T-cel receptor (TCR).  Door Interleukine 1 (IL-1) van de APC en Interleukine 2 (IL-2) van de Tcel zelf gaat deze Tcel profileren, waarbij Thelpercellen en Tgeheugen cellen ontstaan. De T helpercellen brengen antigeen specifieke B cellen tot activatie, proliferatie en de productie van immunoglobulinen (antilichamen). Daarnaast worden cytotoxische T cellen geactiveerd, welke het antigen herkend en de doelwitcel kan lyseren.

Bij actieve vaccinatie worden  ziekteverwekkers ingespoten in het lichaam waardoor deze zelf de immuunrespons op kan zetten, en zo T geheugencellen kan aanmaken. Bij een volgende infectie worden via de secundaire immuunrespons de B-cellen veel sneller geactiveerd en worden er direct antilichamen aangemaakt waardoor het lichaam zelf de ziekteverwekker kan elimineren.

Wanneer er gebruik is gemaakt van vaccinatie blijft de mens dan ook vaak zijn hele leven beschermd tegen de ziekte.

De  ziekteverwekkers die gebruikt worden voor vaccinproductie zijn dood, dat wil zeggen dat de virulente cellen zijn gedood middels chemische doding of verhitting. De cellen kunnen geen ziekte meer veroorzaken, maar aangezien het lichaamsvreemde stoffen zijn zal er wel een immuunrespons optreden.  Dit wordt gebruikt in bijvoorbeeld influenza en cholera vaccins.

De ziekteverwekkers kunnen ook verzwakt zijn, dat wil zeggen dat de cellen gemaakt zijn in een omgeving waarin de virulentiefactoren niet tot expressie worden gebracht. De cellen leven dus op het moment dat ze ingespoten worden, maar kunnen geen ziekte veroorzaken. Aangezien de cellen nog in staat zijn te delen in het lichaam hoeven er niet zoveel cellen worden ingespoten als wanneer ze dood zouden zijn, deze vaccins zijn daarom over het algemeen goedkoper. Deze verzwakte cellen worden gebruikt in vaccins voor mazelen en rode hond.

{{extraAds}}

Passieve vaccins

Bij passieve immunisatie worden er rechtstreeks antilichamen tegen een specifieke ziekte ingespoten. Deze immunisatie berust dus niet op de primaire immuunrespons zoals bij een actieve vaccinatie. De antilichamen kunnen gemaakt worden via de productie van monoklonale antilichamen:

Deze productie gaat via de hybridoma technologie. Hierbij wordt een muis geïmmuniseerd met de ziekteverwekker waartegen het antilichaam geproduceerd moet worden. De B lymfocyten van de muis produceren verschillende antilichamen, die reageren op de verschillende epitopen van de ziekteverwekker. De lymfocyten worden vervolgens uit de milt van de muis geïsoleerd, en gefuseerd met tumorcellen die continue en snel delen. Hieruit ontstaat een hybridoma, die snel en continue deelt en daarnaast antilichamen tegen de ziekteverwekker produceert. De hybridoma die het gewenste antilichaam produceert wordt geisoleerd en gekloond, in het groeimedium groeien worden nu enkel de gewenste antilichamen geproduceerd. De antilichamen worden monoklonale antilichamen genoemd.
Deze antilichamen kunnen worden ingespoten in de mens, en kunnen zo een ziekte bestrijden.

Naast monoklonale antilichamen worden de antilichamen ook vaak verkregen uit het bloed van bloeddonors, dit zijn mensen die zelf ook geïmmuniseerd zijn tegen deze ziekten.

Passieve immuniteit duurt niet voor altijd, aangezien het eerste gedeelte van de primaire immuunrespons niet wordt geactiveerd. Er worden dus geen T-geheugencellen gemaakt, en de vreemde antilichamen worden op een gegeven moment ook weer afgebroken.

Voordelen ten opzichte van actieve vaccinatie zijn dat het toegepast kan worden op korte termijn. De antilichamen werken direct op de ziekteverwekker, en hoeven niet eerst aangemaakt te worden door de lyfocyten van de mens. Daarnaast wordt het eigen immuunsysteem niet aangetast, wat positief is voor zwakkere mensen.

Ziekten waartegen frequent passieve immuniteit wordt toegepast zijn onder andere:

  • Hepatitis A/B
  • Tetanus
  • Waterpokken
  • Rabiës