Arthur Schopenhauer is de vertegenwoordiger van de late-romantiek. In de romantiek staan 2 dingen centraal: ten eerste zoekt men naar een hogere eenheid. (een hereniging met Kants ‘Ding an sich’) en ten tweede wordt de kunst beschouwd als het beste medium dat de mens kan voortbrengen om het contact met de werkelijkheid zelf tot stand te brengen.
Het mythische denken voert hier de boventoon. De romantici nemen geen genoegen met alleen de denkbaarheid van het ‘absolute’ (zoals Kant wel deed) Volgens hen kan alleen de werkelijkheid door intuïtie gekend worden en niet door begrip. De romantici benadrukken de vermogens van de creatieve verbeelding en het belang van gevoelend en intuïtie. Ze zoeken naar een interpretatie van het leven die bevredigend is voor onze emoties en verbeelding en die ons bevrijdt van de druk van het rationele.
De eerste a priori waarheid die we kunnen vaststellen volgens Schopenhauer is dat we voorstellingen hebben. Er bestaat dus een object (voorstelling) en een subject (voorgesteld wordt) Hij onderscheidt vier klassen van voorstellingen: aanschouwing, begrippen, zuivere voorstellingen en motieven.
Romantische benadering van kunst: aan ieder kunstwerk gaat een idee vooraf en geen begrip. Je individualiteit kun je afleggen door op te houden met de objecten rationeel te beschouwen, je moet je in het voorwerp verliezen, er in opgaan. Schopenhauer spreekt eveneens als Kant over een genie onder kunstenaars. (dit is optimaal) Muziek is uitdrukkingsvol wanneer de componist geprobeerd heeft de wils-opwindingen die de kern van een bepaalde toestand uitmaken uit te drukken
Er zijn een aantal kleine onduidelijkheden in de theorie van Schopenhauer: het Ding an sich is slechts gebaseerd op een analogie redenering, Niet geïndividualiseerde objecten van de ziel zijn adequater dan de individuele objecten, waarom niet meer of juist minder niveaus? Wat wel positief gewaardeerd moet worden is dat een ervaring beslissend is: het zuivere subject van het kennen.