Kant ziet schoonheid als een eenheid in veelvoud, maar die eenheid kan niet gedacht worden middels objectieve concepten.
Een esthetisch idee is een voorstelling die zijn oorsprong in de verbeelding heeft en wiens werking erin bestaat dat ze tot veel denken aanleiding geven zonder dat enig begrip er adequaat aan kan zijn.
Schoonheid is de uitdrukking van esthetische ideeën.
Esthetische ideeën zijn aanschouwingen van de verbeelding, ze zijn nog niet bepaald door begrippen. Ze worden in een kunstwerk geobjectiveerd door een vermogen van genie, maar geproduceerd door de verbeelding. De verbeelding is verbonden aan het verstand maar daar niet ondergeschikt aan.
Kant noemt deze niet-conceptuele producten van de verbeelding ‘ideeën’ omdat ze net als redeideeën boven de gegevens van de eraring uitgaan.
Stellen dat schoonheid de uitdrukking van esthetische ideeën is, betekent dat esthetische ideeën het voorwerp bij uitstek van esthetische ervaringen zijn.
Esthetische ideeën en het vrije spel der kenvermogens verhouden zich tot elkaar als twee zijden van een munt: ze definiëren elkaar
Genie (creativiteit)
Genie is het vermogen om esthetische ideeën weer te geven. Een genie is een talent om datgene waaraan geen begrippen zijn verbonden weer te geven. Zijn prudcten moeten ook exemplarisch zijn ze moeten anderen als richtlijn dienen. Als de maker hierin slaagt dan worden de anderen tot een vrij spel der kenvermogens aanzet.
De beschouwer mag hierbij nooit het ide hebben dat de kunstenaar een regel voor ogen heeft
Ten derde mag het genie zelf niet regels van zijn producten geven.
Het genie behelst dus tegengestelde vermogens: enerzijds moet het de omvang van de zintuiglijke ervaring zoveel mogelijk verbreden om een suggestieve uitwerking te bereiken, anderzijds moet het deze uitbreiding ook weten te beteugelen.