blog placeholder

Vervolg op Humanitaire interventie: Franse interventie in het Centraal Afrikaans keizerrijk (1979), Deel I

l’Union fait la force – Barthélemy Boganda en de schijnautonomie
Barthélemy Boganda (4 april 1910 – 29 maart 1959) komt ter wereld in een arm gezin van de etnische M’Baka groep. In zijn jonge leven verliest hij zijn vader aan de wreedheden van de koloniale exploitatiebedrijven; hij ziet hoe z’n vader op een stoffig pleintje voor de dorpsprefectuur wordt doodgeslagen. Een missionarisschool sluit hem in de armen, waarop hij in 1939 aan het seminarie afstudeert als priester. Dit blijft hij, tot hij in ’49 trouwt met Michelle Jourdain – een Française die werkt als parlementair secretaresse voor het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken. Als resultaat van deze verbintenis wordt hij uit het priesterschap gezet.
Boganda is een intelligente en charismatische man, die na zich na WOII inzet voor de emancipatie van zijn zwarte landgenoten.In ’49 richt hij de nationalistische emancipatiebeweging MESAN (Mouvement d’Evolution Sociale d’Afrique Noire) op. Zijn sterke antikolonialistische- en socialistische retoriek leveren hem grote populariteit op onder zijn gevolg –hij wordt de Zwarte Christus genoemd-, maar maken hem impopulair bij de gevestigde buitenlandse ondernemingen. Zij vrezen verlies van inkomsten.
In het midden van de jaren 50 raakt Frankrijk steeds verder verontrust over de toenemende onrust en het opkomende nationalisme in de koloniën. In reactie hierop ontwerpt de regering van de Franse president DeGaulle in 1958 de constitutie van de Vijfde Republiek. Koloniën krijgen de keuze om óf onafhankelijk te worden en alle Franse financiële steun te verliezen, óf om semi-autonome staten te worden binnen de Franse Gemeenschap met behoud van steun. Slechts twee landen verkiezen onafhankelijkheid; Oubangui-Chari blijft onder Franse hoede. Eind ’58 roept Boganda de Centraal Afrikaanse Republiek uit – slechts een symbolisch gebaar. Want hoewel het zelfbeschikkingsrecht van C.A.R. door de constitutie toeneemt, blijven belangrijke posten, zoals defensie, buitenlandse zaken, handel en monetaire eenheid, in handen van de Fransen. Een ander minpunt van deze regeling is dat de koloniën die onder deze constitutie deel blijven van de Franse Gemeenschap, geen zelfstandig lid van de Verenigde Naties kunnen worden1
De jonge regering van Boganda voert een aantal wetten door –waaronder een wet tegen openbare naaktheid- maar krijgt niet de kans zich waarlijk te ontwikkelen. Op 29 Maart ’59 stapt Boganda op een vliegtuig naar de hoofdstad Bangui. Hij zal nooit zijn doel bereiken- het vliegtuig stort neer. Alle passagiers, de bemanning en Boganda komen om2. Sabotage wordt vermoed, zeker wanneer experts sporen van explosieven vinden in het wrak. Saillant detail is dat Boganda’s vrouw Michelle Jourdain enkele dagen voor de fatale vlucht een grote levensverzekering heeft afgesloten op het leven van haar man. Waar zij werkzaam is op het Franse ministerie, wordt inmenging van de Franse geheime dienst Service de Documentation Extérieure et de Contre-Espionnage(SDECE ; vergelijkbaar met de Amerikaanse CIA), hoewel nooit bewezen, sterk vermoed3.
Of de dood van Boganda een aanslag of ongeluk was: het komt de Franse regering erg goed uit. DeGaulle heeft steeds meer moeite tegenwicht te bieden aan de ontluikende Afrikaanse nationalistische identiteit en ziet met lede ogen aan hoe de koloniën, die vrijheid boven de Vijfde Constitutie hebben verkozen, zich kunnen handhaven door steun te zoeken bij de Sovjets. De angst deelnemende koloniën uit de Franse Gemeenschap te verliezen aan nationalisten of communisten, en daarmee de Franse wingewesten, beweegt de regering DeGaulle ertoe in 1960 een aantal koloniën, waaronder de C.A.R., officieel onafhankelijkheid te verlenen. Maar niet voor eerst een aantal marionetten te installeren.

Le roi est mort, vive le roi – David Dacko en de onafhankelijkheid
Na de dood van Boganda wordt er in Frankrijk druk gediscussieerd over een opvolger. Zijn rechterhand, Abel Goumba (18 september 1926 – 11 mei 2009), wordt overwogen, maar té nationalistisch bevonden. In David Dacko (24 maart 1930 – 20 november 2003) vindt Frankrijk de ideale opvolger. Dacko, een verre neef van Boganda, is al sinds de jaren 50 lid van de MESAN en wordt door de lokale bevolking schertsend munzo vucko genoemd – “de zwarte die denkt als een blanke”. In hem ziet Frankrijk een ideale marionet om de Franse belangen ter plaatse te behartigen. Op 14 augustus wordt hij uitgeroepen tot eerste president van de C.A.R.
Hoewel de C.A.R. in eerste instantie met een democratisch systeem werkt, ziet president Dacko hier na een gevoelige regionale verkiezingsnederlaag in september ’60 vanaf. In reactie op het verlies, en gesteund door Frankrijk, laat hij Goumba, inmiddels leider van de grootste oppositiepartij, oppakken en opsluiten. In juli 1962 voert hij tijdens een congres een éénpartijstelsel door, waarbij alleen ‘zijn partij’, de MESAN, bestaansrecht heeft. Hij verplicht iedere inwoner van de C.A.R. lid te worden van deze partij. Tijdens de verkiezingen van 1964 wordt hij door de MESAN als enige kandidaat naar voren geschoven en wint hij met 99,97% van de stemmen4.
De hoop die de inwoners van de C.A.R. aanvankelijk koesteren ebt weg, omdat de verwachtingen voor werkelijke onafhankelijkheid niet kunnen worden waargemaakt. In ’61 heeft het land een begrotingstekort van 40% van de totale uitgaven.5 Het land is (tot op de dag van vandaag) zeer afhankelijk van Franse financiële steun. Daarnaast blijven de exploitatiebedrijven aanwezig en worden veel belangrijke hoge functies die scholing vereisen opgevuld door Fransen. Dit bij een duidelijk gebrek aan geschoolde Centraal-Afrikanen. Er vindt steeds meer corruptie, mismanagement en vriendenpolitiek plaats onder het leiderschap van Dacko. DeGaulle staat dit toe; Frankrijk is vooral geïnteresseerd in de Franse economische belangen.

1 Titley, 15

2 De dood van Boganda wordt door sommigen in twijfel getrokken. In een interview uit 2007 verklaart zijn rechterhand Abel Goumba dat Boganda nooit gestorven zou zijn.
bron: http://www.leconfident.net/ BOGANDA-N-ETAIT-PAS-MORT –SELON-ABEL-GOUMBA_a3588 (Geraadpleegd 14 november 2011)

3Pierre Péan, La Nuit Rwandese no3: Le grand déstabilisateur (http://www.scribd.com/doc/18137620/Pierre-Pean-le-grand-destabilisateur, 2009 (Geraadpleegd op 14 november 2011)), 15

4 http://africanelections.tripod.com/cf.html (Geraadpleegd op 11 november 2011)

5 Titley, 22