Op 13 maart 2010 vond er op de CHE een conferentie over de economie plaats. Dit is door drs. J.N. Noorlandt van de RCGS georganiseerd. Het onderwerp van dit symposium was ‘genoeg van de economie?’. Er kwamen sprekers aan het woord als Drs. Willem van ’t Spijker, theoloog en dominee, en Mr. Aart Jan van de Geus, oud-minister van sociale zaken, jurist en secretaris generaal OESO.
Genoeg van de economie?
Op 13 maart 2010 vond er op de CHE een conferentie over de economie plaats. Dit is door drs. J.N. Noorlandt van de RCGS georganiseerd. Het onderwerp van dit symposium was ‘genoeg van de economie?’. Er kwamen sprekers aan het woord als Drs. Willem van ’t Spijker, theoloog en dominee, en Mr. Aart Jan van de Geus, oud-minister van sociale zaken, jurist en secretaris generaal OESO.
De RCGS staat voor de vereniging van Regionale Christelijke Gereformeerde Studiekringen. De leden van deze vereniging hebben belangstelling voor wetenschappelijke, culturele, maatschappelijke en kerkelijke ontwikkelingen. Zij ontmoeten elkaar op regionale bijeenkomsten en op een landelijk conferentie als deze.
Bij deze conferentie stonden actuele onderwerpen centraal. Deze onderwerpen zijn:
De economie was/is dominant. Hoe kwam dat? Welke visie heeft de Bijbel op deze dominantie? Is de economie nu gezuiverd of verandert er niets? Welke visie komt uit de Bijbel naar voren? Hoe zijn de positie van duurzaamheid, arme landen, de dominantie van banken te waarderen? Volgt de OESO de ontwikkelingen of stuurt ze ook? Hoe sterk is het argument: ” Het moet van de economie!” Kritiek op de economie, is kritiek op je eigen bestaan.
Opening – Jaap van Mullifgen
De toenemende economie wordt schadelijk. We willen steeds meer, en steeds verder in de ontwikkelingen. Dit gaat ten koste van de natuur, het milieu en onszelf. Wij denken gelukkig te zijn van rijkdom, toch is de kans dat mensen uit de derdewereldlanden misschien wel gelukkiger zijn dan wij, westerlingen. We hebben genoeg, meer dan dat zelfs. De economie van het Genoeg houdt in dat niet alle behoefte voldaan moeten worden. Onze primaire behoefte is het belangrijkst, de rest is bijzaak. In Spreuken 30: 8 wordt geschreven: ‘geef mij armoede noch rijkdom’. Bijbels gezien is er geen bezwaar op de toenemende welvaart, wel moeten er grenzen worden getrokken. Soms moet je een stap terug doen om de ander vooruit te laten gaan. Deze les hebben we geleerd van de crisis.
Bijbelse en praktische visie op Genoeg van de Economie
Inleiding – Willem van ’t Spijker
De economie zoals hij is, is voor een behoefte bevrediging van het land. Als het goed gaat met de economie stijgt de welvaart, verminderd de werkeloosheid, maken we winst en stijgen de lonen. De economie ontwikkelt. Het doorslaggevend moment van de snelle ontwikkelingen wordt ‘het moeten van de economie’. De economie moet ontwikkeling dus we moeten mee. In de loop van de tijd heeft geld een eigen rol gekregen. Mensen willen geld, hierdoor is de geldzucht ontstaan. Geldzucht speelt nu een grote rol. De reden van de economische crisis die is ontstaan heeft temaken met het geld als middel. Geld is een middel om geld mee te maken. Er wordt dus geld uitgegeven om nog meer geld van te maken. Dit klinkt misschien heel handig en vooral slim ondernemend, maar als er geld wordt uitgegeven wat er niet is ontstaan er problemen. Het fictieve geld is ongeveer twintig maal groter dan wat er in werkelijkheid is.
Het antwoord op de vraag hoe de economie dominant komt heeft voornamelijk te maken met de rijkdom. Het zwelgen in geld lijdt tot het geen genoeg krijgen van geld schapen. Het verhaal van de opera ‘faust’ is een voorbeeld van deze hebzucht. Faust verkoopt zijn ziel aan de duivel in ruil voor onder andere rijkdom. Hij koopt dus zijn rijkdom.
In de Bijbel wordt al een begin van de economie gezien. In die tijd waren er markten waar mensen elkaar ontmoette en handel dreven. Het gaat in de Bijbel over de welvaart, rijkdom en armoede. Over het algemeen wordt er in de Bijbel, onder andere in de zaligsprekingen van Lucas, positief over arme mensen gesproken. Veel arme mensen zoeken hun hulp bij God. Voor de macht hebbende en rijke mensen is het moeilijker om dit op te geven en volledig op God te vertrouwen. Arme hebben wat dat betreft een streepje voor bij God. In Genesis drie wordt gezegd: ‘je moet zweten voor je brood’. Je moet dus werken om te leven. In het oude testament is wordt de armoede negatiever neer gezet. Iemand met armoede heeft geen veilig gezinsleven. Er is altijd een angst dat de behoefte kan worden weggenomen. Een ideaal voor de economie staat in Deuteronomium vijftien: ‘niemand zal in armoede leven.’ Dit ideaal is bijna onmogelijk en blijft dan ook een ideaal.
Als conclusie kun je je afvragen of de stijging van de welvaart geluk brengt. Of is dit de zegen van God? Als je naar het verhaal van Abraham kijkt kun je zien dat Abraham rijkdom had door de zegen van God. Het is de moeite waard te inverteren. Je moet het durven. Jezus leert ons bidden voor ons dagelijks brood, niet meer dan de behoefte. Met het dagelijks brood wordt de basis van een mooi leven weergegeven.
De hebzucht overheerst soms. Een conclusie die Paulus in de Bijbel trekt is dat hebzucht de reden van al het kwaad is. In de Bijbel wordt geld aangeduid als manon. Geld staat niet op zichzelf, het wordt een afgod. Het geld is een middel om het goede mee te doen. Het is niet de bedoeling dat we daarmee over-consumeren. De wereld is immers van God. Zoals God zorgt voor de mens, moet de mens voor de aarde zorgen. De groei van de economie moet voor de hele bevolking groeien. Als dit niet het geval is ontstaat er ongerechtigheid. Wat voor de één geldt, geldt ook voor de ander.
Wat een actueel onderwerp is in de economie is het Maatschappelijk Verantwoordt Ondernemen. Dit is een pleidooi voor de deugdenethiek. Door de verantwoordelijk op je te nemen van het verantwoordelijk ondernemen voer je belangrijke waarde uit. Waarde van je bedrijf maar ook van jezelf. Economisch gezien in MVO over een jaar of tien pas interessant, het werkt op langere termijn. Uit Bijbels perspectief is MVO altijd interessant. Waarde worden uitgewerkt zodat de onderneming verschil mag maken.
Na de crisis: Genoeg van de economie
Inleiding – Aart Jan de Geus
Aart Jan de Geus werkt als secretaris generaal voor de OESO. De OESO staat voor Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Ooit is de OESO begonnen met ontwikkelingshulp te geven in Europa, na de tweede wereld oorlog. Het was een soort centraleplanbureau van Europa. Na 1961 ging de OESO ook wereldwijd. Als globale organisation houden ze zich bezig met onderwerpen als klimaatverandering, de veroudering van de samenleving, de ontgroening van de bevolking maar ook de crisis. De OESO geeft advies aan landen over deze onderwerpen.
Volgens Aart Jan de Geus, die in het eerste en tweede kabinet van Balkenende als minister van sociale zaken optrad, hebben we de crisis zien aankomen. Toch is er niet genoeg gewaarschuwd of niet geluisterd door de mensen. Ook heeft het kabinet het niet te hard willen roepen zodat de mensen niet zouden schikken en het effect van de crisis harder zou aankomen.
Als je kijkt naar de ‘crisissen’ van de afgelopen jaren kun je een snel veranderend patroon zien. In 2006 gingen de brandstof en voedselprijzen omhoog, in 2008 ontstaat de financiële crisis en in 2010 is het probleem van de werkeloosheid en de verhouding met China een soort crisis. De economie gaat snel, het ontwikkeld.
Hoe te reageren in de crisis? In tijden van crisis is investeren een belangrijk punt. Vooral op in het onderwijsstelsel. De kwaliteit van het onderwijs is in Nederland is al hoog in vergelijking met andere landen die bij de OESO zijn aangesloten.
Op de agenda van de OESO staat:
De toekomst van de banken. Banken hebben hun vak verlaten. Slechts 25 procent van een bank blijft bij hun vak, de andere 75 procent is een soort casino. Banken moeten weer opgebouwd worden. De ruilfunctie is mooi. Duurzaam ondernemen.De groei van de economie moet worden verbonden met duurzaam ondernemen. De economie moet ondergeschikt raken. Duurzaamheid moet voorop staan. Overheidsschulden.In Nederland valt de overheidsschuld mee, maar in een aantal landen komen ze ongeveer 10 procent tekort. Deze landen raken in een vicieuze cirkel waardoor ze moeilijk uit dit tekort komen. Dit proces kan niet rigoureus gedaan worden, de toekomst moet weer worden opgebouwd. Ontwikkelingshulp. Er is nog geen akkoord na de onderhandelingen voor de vrijheid. Deze onderhandelingen zijn belangrijk. De migratie neemt toe, migranten zenden geld terug naar hun land van herkomst. Skilsstrategie ontwikkelingen.Er worden vaardigheden die nodig zijn voor de toekomst ontwikkeld. Business ethic De normen en waarde die een bedrijf uiten zijn belangrijk voor de toekomst.
In de lezing laat Aart Jan de Geus een afbeelding zien uit de economist. Hierop is de wereldorde in een soort van toren van babylon te zien. De ordes worden op een charismatische manier neergezet. Volgens Aart is de G-20 een hoopvol initiatief.
Genoeg van de economie? Genoeg is genoeg maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Uit een onderzoek is gebleken dat ieder mens met een salarisverhoging van 10 procent tevreden is. Maar wanneer dit bereikt is wordt de tevredenheid anders, wanneer is het genoeg. Niet snel dus. Je kunt beter zeggen: ‘de economie van het genoeg’. Het is een houding van tevredenheid. Op dit moment van deze economie zitten we op een keerpunt. We moeten niet alleen anders handelen maar ook anders denken en beschouwen. Je moet jezelf veranderen, geluk zit niet in geld maar tevredenheid.
Discussie
In de discussie tussen de leden wordt gesproken over de ontwikkelingssamenwerking. Er wordt vanuit de overheid gedacht aan de ontwikkelingssamenwerking in derde wereld landen. Maar een gegeven zegt dat slechts een klein deel van het daadwerkelijke bedrag wat aan ontwikkelingssamenwerking wordt uitgegeven ook echt benut wordt. De vraag is dan of het wel nuttig is om grote bedragen hieraan te besteden. Of dat we hierop moeten gaan bezuinigen. Een duidelijk discussiepunt dus. Een advies van de OESO is om wel aan ontwikkelingssamenwerking te doen. Het beste is om dit via een NGO te doen. Een NGO is een onafhankelijke organisatie.
Hoe denkt de OESO over de positionering van de derde wereldslanden. Volgens Aart Jan is de vrije handel juist goed voor de derde wereldslanden. De producten die worden geïmporteerd moeten natuurlijk wel eerlijk verhandeld worden. Vrije handel creëert mogelijkheden.
De groei van China neemt de werkgelegenheid in andere landen weg, ook in Nederland. Is dit een punt om je zorgen over te maken? Het antwoordt daarop is nee. Nederland profiteert ervan dat China groeit. Er wordt voor een goedkope prijs uit China geïmporteerd.
De immigratie groeit. We moeten het land open houden voor immigratie, maar dit kan ook problemen opleveren in de cultuur. Veel immigranten hebben een hoge opleiding, dit kan dan ook goed benut worden in het land. Het probleem in het verleden was dat de immigratie niet goed was. Dat is nu beter. Immigranten worden nu goed opgeleid en begeleid tijdens het immigratieproces.