In dit artikel zet ik de democratie van het oude Athene uiteen. Ik leg uit hoe de democratie in zijn werk ging en in hoeverre Athene echt democratisch was. Was het een ware democratie of lag de macht slechts in handen van een kleine groep aristocraten?
Athene wordt door veel mensen gezien als de bakermat van de democratie. Hier valt best iets voor te zeggen: het was namelijk wel degelijk zo dat het ‘gewone’ volk inspraak had in het dagelijks bestuur, en mocht meebeslissen over het reilen en zeilen van de polis. Dit werd zelfs aangemoedigd en versterkt, toen in 461 BCE dagvergoedingen werden ingesteld voor de leden van de raad, en voltooid toen in 458 zelfs de laagste klasse, de zeugites, mocht meebeslissen.
De werkelijkheid lag echter iets anders. Het blijkt dat veel kleine en arme boeren geen tijd hadden om aanwezig te zijn bij de volksvergaderingen, en dat de dagvergoedingen (net) niet toereikend genoeg waren. De boeren konden hun land niet verlaten voor de vergaderingen, wat als gevolg had dat de democratie enigszins beperkt werd; alleen mannen die rijk genoeg waren, kwamen naar de vergadering.
Een andere, veel zwaardere beperking van de Atheense democratie was het feit dat alleen vrije, Atheense mannen het recht hadden om mee te beslissen in de volksvergadering. De onvrijen, slaven, mochten niet meebeslissen. Vrouwen mochten al helemaal niet meebeslissen; zij zaten de gehele dag binnenshuis en mochten vaak het gebouw alleen onder begeleiding van een man verlaten. Niet-Atheners, mensen die elders afkomstig waren, of waarvan de ouders ‘allochtoon’ waren (letterlijk: “ander land”), werden μετοικοι genoemd, metoiken (letterlijk: medebewoners). Zij hielden, hoeveel ze ook bereikten in hun leven, voor altijd de stempel van ‘vreemdeling’. Dit was dan ook de reden dat zij niet mochten meebeslissen in de volksvergadering.
Uit deze beperkingen blijkt dat de Atheense democratie minder rooskleurig en volmaakt was dan men haar soms doet voorkomen. Wanneer men Athene echter vergelijkt met gelijktijdige samenlevingen, zoals bijvoorbeeld Sparta, dan blijkt dat Athene wel degelijk democratischer aangelegd was. In Sparta lag de eigenlijke macht in handen van een kleine groep mensen, een oligarchie.
In vergelijking met de democratie zoals wij die tegenwoordig kennen, had Athene slechts een halve democratie. In vergelijking met ‘tijdgenoten’ was Athene wél democratisch.