Met “de Koude Oorlog” bedoelen we de spanningen tussen de twee grootste landen van de wereld. Die twee landen waren de Sovjet-Unie en Amerika. Die landen waren de grote overwinnaars van tweede wereldoorlog. Amerika had geen schade, omdat er niet was gevochten in eigen land. Bovendien hadden de Amerikanen veel verdiend aan de oorlog en hadden West-Europa bevrijd. De Sovjet-Unie had Duitsland in het oosten verslagen en hadden miljoenen slachtoffers. Ze hadden allebei een totaal andere ideologie, Amerika was kapitalistisch, dit betekent dat de regering zich met de economie bemoeit. En de Sovjet-Unie was communistisch, wat inhoud dat alles van de regering is en die verdeeld het gelijk onder de bevolking. Aan het eind van de tweede wereldoorlog werd Berlijn in twee zones verdeeld, het Westen(Amerika, Frankrijk en Engeland) dat onder leiding van Amerika stond en het Oosten met als leider Rusland. Over deze 2 zones gaat het vooral in dit werkstuk. We zullen de verschillen verklaren en hoe de situatie in Berlijn ten opzichte met de rest van Duitsland was.
De rol van Berlijn tijdens de koude oorlog
Inleiding
We geven ten eerste even een korte uitleg van wat de koude oorlog eigenlijk inhield:
Met “de Koude Oorlog” bedoelen we de spanningen tussen de twee grootste landen van de wereld. Die twee landen waren de Sovjet-Unie en Amerika. Die landen waren de grote overwinnaars van tweede wereldoorlog. Amerika had geen schade, omdat er niet was gevochten in eigen land. Bovendien hadden de Amerikanen veel verdiend aan de oorlog en hadden West-Europa bevrijd. De Sovjet-Unie had Duitsland in het oosten verslagen en hadden miljoenen slachtoffers. Ze hadden allebei een totaal andere ideologie, Amerika was kapitalistisch, dit betekent dat de regering zich met de economie bemoeit. En de Sovjet-Unie was communistisch, wat inhoud dat alles van de regering is en die verdeeld het gelijk onder de bevolking. Aan het eind van de tweede wereldoorlog werd Berlijn in twee zones verdeeld, het Westen(Amerika, Frankrijk en Engeland) dat onder leiding van Amerika stond en het Oosten met als leider Rusland. Over deze 2 zones gaat het vooral in dit werkstuk. We zullen de verschillen verklaren en hoe de situatie in Berlijn ten opzichte met de rest van Duitsland was.
Welke betekenis had de bouw van de Berlijnse muur voor de historische ontwikkeling van Berlijn.
Onder de Berlijnse Muur verstaat men een 100 m brede constructie van opeenvolgende obstakels die van 13 augustus 1961 tot 9 november 1989 West- en Oost-Berlijn van elkaar scheidde. De Berlijnse Muur was 45,3 km lang en een onderdeel van de Duits-Duitse grens. De Berlijnse Muur was het bekendste symbool van de Koude Oorlog en de deling van Duitsland.
We kiezen er voor om dit onderwerp in verschillende kopjes te verdelen. De kopjes die we hanteren zijn Economisch, Politiek, en Sociaal.
Economisch
Door de bouw van de Berlijnse muur werd de kloof tussen Oost en West alleen maar groter in economisch opzicht. West-Berlijn had voor de bouw van de muur al veel hulp gehad(Marshallhulp), waardoor het zich snel kon wederopbouwen. Het Oosten had deze hulp niet. Voor de bouw van de muur konden Duitsers nog tussen oost en west reizen. Arbeiders uit het economisch zwakkere Oost-Duitsland gingen in het westen werken en wonen. Hierdoor verloor de DDR veel arbeidskracht en kennis. De muur verhinderde dus dat deze mensen nog uit de DDR weg konden. Waardoor er meer arbeidskracht werd behouden. Voor de DDR was de bouw van de muur economisch dus een vooruitgang.
Voor West-Berlijn was de bouw economisch gezien niet een heel grote verandering. De magere handel die er was met Oost-Berlijn verdween totaal. Hiervoor in de plaats kwam de illegale handel steeds meer opzetten. Producten uit het Westen waren in het Oosten zeer gewild en werden soms gewoon over de muur gegooid. Na de val van de Muur werd de economie weer vrij in heel Berlijn. Dit was voor het oosten erg ongunstig. Het westen was economisch veel beter dan het oosten. Veel oud DDR bedrijven gingen in deze periode ook failliet. Ze waren de vrije markt economie niet gewend en werden weggeconcurreerd. Dit betekende dat in Berlijn een steeds groter verschil tussen oost en west ontstond.
Politiek
In politiek opzicht kwam er alleen meer spanning tussen Oost- en West-Berlijn door de bouw van de Berlijnse muur. Het bouwen van de muur bracht al veel spanning met zich mee. De DDR had zijn plannen met de Sovjetleiders goed overdacht en zonder het westen in te lichten begonnen met bouwen. Het Westen greep niet in toen de muur gebouwd werd en de politiek raakte niet erg in oproer door de bouw. Het bleef redelijk rustig. De muur werd later wel een belangrijk onderwerp waarover in de politiek veel gepraat werd en waarvoor belangrijke beslissingen genomen zijn.
Na de val van de Muur vestigde de Duitse regering zich weer in Berlijn. De Reichstag werd weer in gebruik genomen. Ook de democratie werd in de oostelijke Bundesländer hersteld. Berlijn werd de hoofdstad van het herenigde Duitsland.
Sociaal
In sociaal opzicht veranderde er veel. Families werden uit elkaar gedreven, ze konden elkaar niet meer opzoeken. Ook voor bedrijven gingen contacten uit het andere deel verloren(handelspartners). Dit was zowel een sociaal als een economische ontwikkeling.
De bouw van de muur versterkte de propaganda in de media. Het Oosten noemde de muur een anti-faschistische Schutzwall. De muur was dus bedoelt om de fascisten buiten de DDR te houden. Vooral in Berlijn was dit belangrijk, want het was immers een klein stukje kapitalistisch land midden in een communistische staat. De regering wilde zo de bouw verantwoorden. Dit is ook een Politieke betekenis.
Na de val werden de families weer herenigd. De val was ook een goed symbool voor Duitse eenwording. De mensen kregen door het afbreken van de muur een groter nationaal bewustzijn.
Hoe ontwikkelde de situatie zich in Berlijn in vergelijking met de rest van Duitsland op gebied van sociale, politieke en economische omstandigheden?
Na het einde van de tweede wereldoorlog hadden de geallieerden in 2 bijeenkomsten een aantal zaken besloten over de toekomst van Duitsland. Ze bespraken vooral politieke zaken. De 2 bijeenkomsten ( conferentie van Jalta, februari 1945 & conferentie van Potsdam, juli 1945) leverden in grote lijnen de volgende punten op:
* Duitsland moest gedemilitariseerd, gedenazificeerd en gedemocratiseerd worden.
* Duitsland werd verdeeld in bezettingszones door de geallieerden. De Sovjets, Engelsen, Fransen & Amerikanen kregen een deel. Oorspronkelijk kreeg ook polen een Duits deel, maar Polen werd al snel zelf een onderdeel van de Sovjet-Unie. Dezelfde verdeling werd
ook toegepast op de hoofdstad: Berlijn.
* Het westen verplichtte Duitsland tot herstelbetalingen in de vorm van arbeidskrachten, Duits eigendom en industriële producten.
Politiek deel 1: 1945-1961
Na de 2de wereldoorlog werd besloten dat Duitsland gedenazificeerd moest worden. Maar wat houd deze denazificatie in? Het is eigenlijk de politieke heropvoeding van de gehele Duitse bevolking. Dit gebeurde door letterlijk alle overblijfselen van het naziregime weg te zuiveren. Oud nazileiders werden opgespoord en vervolgd, ook alle nevenorganisaties en andere naziepartijleden werden berecht. De vervolging van oud-nazi’s gebeurde niet in elke bezettingszone even streng. Vooral in de Sovjet zone was het beleid streng. In het Oosten werd een strenger beleid gevoerd vanwege de extreem rechtse filosofie van de nazi’s. Die filosofie stond pal tegenover de linkse communistische ideologie van de SU. In het westen ging het minder streng, hier wilden de geallieerden de bevolking voor zich winnen. Een strenge en gewelddadige zuivering zou niet echt goed vallen bij de bevolking. Deze zuivering was slechts een deel van de denazificatie. De geallieerden wilden dat de Duitse bevolking in zag dat hun land een totale nederlaag had geleden. Alle nazi opvattingen en idealen moesten uitgebannen worden. Dit betekende dat de Duitsers zelf met de schuldvraag kwamen te zitten. Ze werden eigenlijk gedwongen tot een kritisch zelfonderzoek over deze schuldvraag.
De bezettingszones kwamen meer en meer tegenover elkaar te staan. De westerse geallieerden en Sovjets stonden niet meer naast elkaar maar juist tegenover elkaar. De Amerikaanse
president Truman maakte in 1947bekent dat elk land dat zich bedreigd voelde kon rekenen op Amerikaanse steun (Truman Doctrine). Een aantal maanden hierna maakten de Amerikanen nog een belangrijk programma bekend: Het Marshallplan. Elk Europees land kon Amerikaanse steun krijgen. Dus ook de Sovjet-Unie. De Sovjets wezen echter de hulp af, en verboden de andere Oost-Europese landen deze steun aan te nemen. West Europa profiteerde dus als enige van deze hulp. Hierdoor werd de scheiding tussen oost en west nog duidelijker. Na de blokkade van Berlijn was de politieke twee deling van Berlijn een feit.
Deze scheiding zette zich door op politiek gebied. In de Sovjetzone was de communistische KPD de grootste partij, met steun van de Sovjetregering. Onder druk van de Sovjets werden de KPD en de socialistische SPD samengevoegd tot de SED (Sozialistische Einheitspartei Deutschlands). Er zaten evenveel SPD leden als KPD leden in. Maar de communisten hadden het eigenlijk voor het zeggen. Langzamerhand schakelden zij alle politieke tegenstanders uit.
In het westen van Duitsland waren de SPD van Kurt Schumacher en het CDU (Christlich Demokratische Union) van Konrad Adenauer de grootste partijen. In 1946 werden er verkiezingen gehouden en na een harde verkiezingsstrijd kwam CDU als winnaar uit de bus met 30% van de stemmen, SPD kreeg 28% van de stemmen. Maar de echte touwtjes waren nog in handen van de geallieerde grootmachten. De bezettingszones bleven ook bestaan.
In 1948 begonnen de westerse geallieerden met de voorbereidingen van een nieuwe grondwet voor een nieuwe staat. Deze staat en de grondwet moesten wel een voorlopig karakter hebben. Dit omdat de geallieerden toch rekening met Duitse eenwording wilden houden. Deze grondwet werd gemaakt door de parlementaire raad. Deze raad werd gekozen door de regeringen van de West-Duitse deelstaten. De raad maakte onder leiding van Adenauer een grondwetsontwerp en deze werd in 1949 aangenomen. Hierop volgden verkiezingen voor de Bondsdag, de Duitse tweede kamer. De grote opkomst geeft aan dat de nieuwe staat massaal gesteund werd door de West-Duitsers. De BRD (Bondsrepubliek Duitsland) was geboren. Het was dan wel een nieuwe West-Duitse staat, de geallieerden waren nog altijd op veel gebieden eindverantwoordelijke. De reactie uit het Oosten liet niet lang op zich wachten. De SED had in Duitsland met hulp van het Russische leger al haar politieke tegenstanders uitgeschakeld, de overige partijen werden tot samenwerking gedwongen in de Volksrat. Deze Volksrat was al in 1948 begonnen met een grondwetsontwerp. Een aantal maanden na de oprichting van de BRD werd de DDR (Deutsche Democratische Republiek) opgericht. De Sovjets hebben gewacht met het oprichten van hun communistische Duitse staat, zodat ze het westen de schuld zouden kunnen geven van de Duitse twee deling. De naam zegt wel Democratisch, maar er was weinig democratie te vinden. Zoals de onbetwiste Oost-Duitse leider van de beginjaren Walter Ulbricht al zei: “Het moet er democratisch uitzien, maar wij moeten alles in de hand hebben.”
Berlijn vergeleken met de rest van Duitsland.
Zoals hiervoor verteld is er veel gebeurd met de politieke situatie in Duitsland na de 2de wereldoorlog. Maar wat zijn nu precies de verschillen en overeenkomsten tussen situatie in Berlijn en de situatie in de rest van Duitsland?
Overeenkomsten:
Duitsland onderging een denazificatie. In Berlijn lag misschien wel het centrum van deze denazificatie. De grootste Naziekopstukken en belangrijkste gebouwen waren in Berlijn. Ook waren in Berlijn veel meer geallieerde troepen aanwezig dan in de rest van het land. Zo konden nazi’s beter opgespoord en vervolgd worden. De grote vernielingen en slachtoffers in Berlijn maakten ook juist hun erg bewust van de totale nederlaag, waarvan de geallieerden vonden dat de Duitsers dit moesten beseffen. Dus in Berlijn was de denazificatie doordringender dan in de rest van Duitsland.
De tweedeling op politiek gebied is ook een overeenkomst. West Berlijn werd net als West Duitsland kapitalistisch en democratisch. West Berlijn werd een deel van de BRD. Ook al lag het midden in de DDR. Oost Berlijn werd opmerkelijk genoeg de hoofdstad van de DDR, de plaats waar de regering zetelde, ondanks de deling van de stad. De BRD koos overigens Bonn als nieuwe hoofdstad. De verdeling van zowel het land als Berlijn verlopen dus min of meer hetzelfde.
Verschillen:
Er zijn veel overeenkomsten tussen de rest van het land en Berlijn specifiek, maar het verschil is dat men in Berlijn de tegenstellingen tussen de verschillende systemen veel beter merkte. Dit vooral omdat midden in de communistische DDR een klein stukje kapitalistische BRD lag. Beide systemen probeerden elkaar dus vooral in Berlijn de ogen uit te steken. De politieke spanning liep in Berlijn ook vele malen hoger op dan op andere plaatsen in het land.
Toch is duidelijk dat op politiek gebied de situatie in Berlijn vergeleken met de rest van Duitsland ,in de eerste naoorlogse jaren, bijna hetzelfde was.
Politiek deel2: 1961-1989
Na de Duitse twee deling was de onbetwiste leider van de BRD Adenauer. Zijn regering bracht stabiliteit en welvaart, ook kreeg de BRD dankzij hem een nieuw leger. Aan zijn regeringsperiode kwam een einde na het Spiegel incident. In 1962 werd zijn taak overgenomen door de voormalige minister van Economische zaken Ludwig Erhard. In 1961 werd in Berlijn de Berlijnse muur geplaatst. Hiermee begint een heel andere politiek van de BDR naar de DDR. De politiek van het CDU en Adenauer, later ook door Erhard was er een van starheid. Ze erkenden de DDR niet als republiek. Met het beleid van Willy Brandt komt hier verandering in. Hij kwam uit de SPD, was oud burgemeester van Berlijn en had in de oorlog zelfs via Noorwegen met de Nazi’s gevochten. Hij introduceerde de Ostpolitik.
De Ostpolitik hield in dat de verstandhouding tussen de communistische staten in oost europa en de Bondsrepubliek verbeterd werd. Uiteindelijk leidde dit tot een aantal verdragen met onder andere polen, de Sovjet-Unie, Tsjecho-Slowakije en de DDR. Een groot voorbeeld van deze Ostpolitik was het bezoek van Brandt aan Polen. Waar hij voor het voormalige getto van Warschau knielde. Dat hij als Duitser voor een joods monument knielde was al een hele shock, maar het feit dat het in het Oostblok was geeft des te meer aan dat Brandt de onderlinge verstandhouding graag wilde verbeteren. De politieke weg die Brandt was ingeslagen werd voortgezet door de regeringen van Schmidt & Kohl.
In de DDR was er nog niet veel verandert, de macht was nog altijd in handen van Ulbricht en de SED. In 1961 was door een steeds groter wordende leegloop van de DDR,
de Berlijnse muur gebouwd. Door de Ostpolitik werden de banden met het westen wel iets aangehaald, maar Ulbricht was een harde man, die nog altijd erg afhoudend tegenover het westen stond. Zijn houding tegenover Moskou was erg afhoudend, hij focuste zich meer op de BRD. In een tijd waarin de sfeer tussen Oost en West steeds ontspanner werd, paste deze man eigenlijk niet. Hij werd in zowel het buitenland als binnen zijn eigen partij een gehaat persoon. In 1971 valt dan ook definitief het doek voor hem,Erich Honecker is zijn opvolger. Honecker was veel loyaler naar Moskou. Hij was de laatste DDR president. In zijn regeer periode ging het niet goed met de DDR, er was veel schaarste en de economie draaide heel slecht. Dit drong door tot de Oost-Duitse bevolking en leidde in 1989 tot demonstraties in Leipzig en daarna in Oost-Berlijn. De Duitsers kregen door dat de regering ze niet langer binnen de muur kon houden. Op 9 november 1989 was de val van de muur was een feit.
Berlijn vergeleken met de rest van Duitsland.
Overeenkomsten:
De politieke weg die ingeslagen werd door Willy Brandt was vooral in Oost Berlijn ook goed te merken, er kwamen zelfs een soort ambassades van westerse landen in het oosten. Door heel het land nam de handel met de DDR toe, en de positievere houding tegenover de DDR werd ook door het hele land opgemerkt.
Verschillen:
Berlijn was het politieke middelpunt in de periode van de koude oorlog. Alle belangrijke beslissingen hadden in Berlijn eigenlijk een dubbel zo zware impact als in de rest van het land. Dit kwam omdat West & Oost hier zo ontzettend dicht op elkaar zaten. Dus vooral hier was de verbeterde verstandhouding te merken. Maar ook was hier de tegenstelling tussen oost en west eigenlijk vergroot. De Berlijnse muur werd midden door de stad heengetrokken. Nergens anders is dit zo extreem gebeurd dan in Berlijn. Hier was de grens echt potdicht.
Economie:
De economische situatie had veel te maken met het politieke systeem dat de DDR had en het systeem dat de BRD had.
BRD:
Het economische en politieke systeem dat de BRD had was het kapitalisme. Men ging net als westerse landen als Engeland, Amerika en Frankrijk uit van Vrije markt economie. Die vooral geregeld wordt door de wet van vraag en aanbod.
In de jaren na de oorlog ging het erg slecht in West-Duitsland. Het land lag in puin, er was massale werkloosheid, en er was totaal geen geld. Armoede alom. Amerika introduceerde toen het Marshallplan. President Truman van Amerika zag een economisch sterk europa als de basis van een sterk europa als een voorwaarde voor een stabiel europa, zonder oorlogsdreigingen. Ook was een goede economie goed voor het opbouwen van een democratie. De BRD wist zich door deze hulp uit de VS razendsnel te ontwikkelen. Deze gebeurtenis wordt het Wirtschaftswunder genoemd.
Een andere belangrijke pion in het Wirtschaftswunder was minister van financiën van de BRD: Ludwig Erhard. Hij introduceerde de Sociale Markteconomie in de BRD. Dit hield in dat de staat zich niet te veel bezig moest houden met de economie, maar wel randvoorwaarden moest stellen, en daar nodig de economie stimuleren met regel en wetgeving. Dit hield bijvoorbeeld in dat er belastingvoordelen kwamen, dat investeringsvoordelen geregeld werden door de staat.
Dit in combinatie met de Marshall hulp was een groot succes. Dit succes leidde op zijn beurt weer tot de toetreding van de BDR tot de NAVO, en het lidmaatschap van de Europese economische gemeenschap.
DDR:
In de DDR werd politiek meteen een voorbeeld genomen aan de SU. De economische beleidsmakers van de DDR hadden als belangrijkste doelstelling: het omvormen van de Oost-Duitse economie naar sovjet voorbeeld. De Sovjet regering steunde dit plan politiek, maar ook met de nodige financiële bijdragen. De DDR had immers de Marshallhulp moeten afwijzen door de Sovjet-Unie. In 1950 werd meteen het eerste 5-jarenplan opgesteld. Het plan was zeer ambitieus. Het voorzag in een verdubbeling van de industriële productie en een stijging van de arbeidsproductiviteit van maar liefst 72 procent. Privébezit werd verboden, de middenklasse als het ware opgeheven.
Het plan draait uit op een complete ramp. De nadruk lag in het 5-jarenplan vooral op de zware industrie, maar Oost-Duitsland bezat bijna geen grondstoffen. Dus de industrie kwam slecht op gang. Deze eenzijdige ontwikkeling ging ten koste van de eerste levensbehoeften. Voedsel werd schaars.
De reactie hierop volgde al snel. Ulbricht kondigde grootschalige veranderingen aan: Bedrijfsresultaten zouden voortaan getoetst worden aan nieuwe maatstaven. Hiertoe behoorden ook marktgerelateerde criteria als winst, prijs, productiekosten en salarissen en premies. Ideologie werd in het nieuwe systeem minder belangrijk. Eigen initiatief, winstgevendheid en flexibiliteit zouden worden beloond. Dit plan heette: Neue Ökonomische System der Planung und Leitung (NÖS).
Je ziet al aan de nieuwe voorwaarden dat het NÖS steeds meer richting de vrije markt economie gaat. Het behalen van winst, en het nemen van eigen initiatieven worden belangrijk, net als in de vrije markt economie. De kwaliteit en kwantiteit werd echter nog bepaald en getest door de overheid. Het plan had succes. De economie trok weer aan en de productie steeg snel. Toch was het NÖS geen lang leven toebedeeld.
De keerzijde van het plan was dat de partij veel macht verloor over de economie. Vooral door het eigen initiatief. De belangrijke schakels binnen de politiek hadden hier dus veel hinder van en sloopten het NÖS als het ware van binnenuit. Totaal uit eigenbelang. De partijleiders verlorgen immers macht op de economie, hierdoor sommigen zelfs hun baan. Daarom probeerden de mensen die onder het NÖS “geleden” hadden, de planeconomie te herstellen.
Berlijn vergeleken met de rest van Duitsland.
Overeenkomsten:
In heel Duitsland ging het in de beginjaren slecht met de economie, ook in Berlijn was dit het geval. De stad lag helemaal in puin, maar door de Marshallhulp bouwde West-Berlijn zich veel sneller op dan Oost-Berlijn. Deze ontwikkeling zie je door het hele land. In Oost-Berlijn zie je vooral dat er veel bedrijven komen met zware industrie, net zoals in heel de DDR. In Berlijn waren voor deze fabrieken vaak genoeg arbeiders. Maar in de Omgeving waren totaal geen grondstoffen. Toch hebben de meeste zware industrieën het in Berlijn overleefd. Om de schijn op te houden voor het westen en voor inwoners van de hoofdstad dat het wel goed ging met de zware industrieën, werd in Berlijn veel geld gestopt in deze bedrijven. Ook de centrale ligging en de rivieren door Berlijn hielpen hierbij.
Verschillen:
Een belangrijk verschil is eigenlijk hiervoor al genoemd. De industrie in zowel west als oost Berlijn groeiden in een hoog tempo vergeleken met de rest van Duitsland. Dit was een prestige kwestie tussen oost en west. Ze wilden beiden laten zien hoe goed ze wel niet waren en dit gebeurde vooral in Berlijn.
Sociaal:
In sociaal opzicht waren er ook een aantal grote tegenstellingen, deze verschillen ontstonden door de voor genoemde economische en politieke verschillen.
BRD:
In de BRD wilde men zo snel mogelijk een stabiele democratie opbouwen. Een van de zaken waar rekening mee gehouden moest worden was de sociale mentaliteit die uit de nazi-periode was blijven bestaan bij de meeste Duitsers.
Men dacht dat dit voor veel problemen zou gaan zorgen, de fascistische ideologie zou de democratie dwarszitten. Het tegendeel bleek. Zonder de Nazi’s was de democratie in de DDR nooit zo snel geaccepteerd. Dit lag aan de volgende sociale verschillen:
Gelijkschakeling:
In de nazi-tijd was volgens de fascistische ideologie iedereen (van zuiver ras, dus niet de Joden en andere “minderwaardige” bevolkingsgroepen) gelijk. Dit zorgde ervoor dat de elite van voor de oorlog (politieke bestuurders, economische machthebbers, enz.) nu minder misbruik maakten van hun status en dat de arbeidersklasse de elite niet meer als superieur beschouwde. Er was dus meer gelijkheid.
Nieuwe economische elite:
Er ontstond een nieuwe groep mensen met hoge sociale status, managers, industriëlen, bankiers en financiers. Dit kwam door de “Leistungsgesellschaft” die in West-Duitsland was ontstaan. Dit hield in dat individueel economisch succes een hoog sociaal aanzien gaf. Dit was voorheen ook gedeeltelijk zo, maar na de oorlog waren dit de allerbelangrijkste sociale figuren. De “adelijke” elite: baronnen, landgraven en andere rijke families kregen veel minder aanzien, of waren zelfs totaal verdwenen.
Acceptatie democratische wetten:
Het grootste verschil met de nieuwe sociale elite en de elite van voor de oorlog was de acceptatie van de democratische wetten, ze hielden zich dus aan de grondwetten van een land, zonder misbruik te maken van hun machtspositie.
In de BRD vertoonden zich op maatschappelijk vlak dezelfde ontwikkelingen als in overig West-Europa. De kapitalistische ideologie zorgde voor voorspoed, het individu werd belangrijk. West-Duitsland kon, door de goede economische situatie, ook al snel profiteren van de nieuwste technologie, denk aan Tv’s en computers. Dit zorgde voor een ander sociaal beeld in de BRD. Reclamespotjes, tv-shows, en “sterren” zorgden voor de nieuwe sociale maatstaven.
DDR:
Na de 2de Wereld oorlog werd in de DDR vooral gestreefd naar gelijkheid. Duitsland was altijd onder het bestuur geweest van hertogen, keizers, koningen enz. Nu moest de macht bij het volk liggen. Maar deze gelijkheid pakte heel anders uit. Om de Socialistische staat te verwezenlijken moest de regering van de DDR alle machtsmiddelen gebruiken om de ideologie aan het volk op te leggen. Op sociaal gebied werd dit vooral gedaan door:
* Stasi
* Gedisciplineerde partijdagen
* Jeugdorganisaties
Deze 3 zag je ook terug in de structuur waarop de nazi’s de samenleving indoctrineerden. De DDR leiding was dus voor gelijkheid, maar moest dit de burgers wel dwingend hun ideologie opleggen. De Stasi controleerde alle individuen. Mensen die de orde konden verstoren, zich verzetten tegen het huidige beleid of zich met iligale praktijken bezig hielden gevolgd, en hard aangepakt door de Stasi. De gedisciplineerde partijdagen en jeugdorganisaties zorgden ervoor dat het huidige beleid geliefd raakte. De DDR burgers geloofden heilig dat hun systeem perfect was.
Op sociaal gebied werd dus eigenlijk het leven in de DDR geregeld en gevolgd.
Berlijn vergeleken met de rest van Duitsland
Overeenkomsten:
De sociale omstandigheden voor Berlijn waren bijna hetzelfde als in de rest van Duitsland. Oost Berlijn had grote partijdagen, en een strenge controle door de stasi. West Berlijn had veel geprofiteerd van nieuwe technologieën en het kapitalistische systeem zorgde voor goede sociale leefomgeving.
Verschillen
De stasi was in Berlijn veel actiever dan in de rest van Duitsland. Berlijn was de stad waar de kapitalistische ideologie goed te zien was, hier zouden de mensen dus ook sneller in opstand kunnen komen tegen het DDR systeem. De Stasi deed alles om dit te voorkomen, ze schuwden hierbij geen geweld. Berlijn was de stad waar je echt op moest passen voor de stasi.
Een ander typisch Berlijns sociaal verschijnsel heeft te maken met de bouw van de Berlijnse Muur.
Vóór de bouw konden familie en vrienden elkaar gewoon opzoeken. Maar toen de muur gebouwd werd werden families van elkaar gescheiden. Er was geen onderling contact meer mogelijk. Dit was in de rest van Duitsland ook zo, maar in veel mindere mate.
Hoe keken Nederlanders tegen de situatie in Berlijn aan?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden hebben we ervoor gekozen om een enquête te houden onder mensen die de Koude Oorlog mee hebben gemaakt (leraren). Het terugkrijgen van de enquêtes leverde enige vertraging op, waardoor we nog hard aan de bak moesten! De leeftijden verschillen van 31 tot 66, waardoor je dus veel verschillende meningen zult hebben. Het aantal mannen en vrouwen is ook bijna gelijk.
Wat was de rol van Berlijn in de koude oorlog volgens u?
Op deze vraag wordt vaak geantwoord dat het een twistappel1 was. Er was veel ruzie tussen Oost en West in Berlijn. En dat Berlijn erg belangrijk was, ‘Westers eiland in Communistische zee’, wat behouden moest blijven. Het was het symbool van de koude oorlog. Ook zegt iemand dat het een toonvenster was voor beide partijen. Ze konden beiden een blik werpen op de ideologie die ze voerden.
Na de 2de wereldoorlog werd Berlijn opgedeeld in 2 verschillende blokken; West- en Oost-Berlijn. Wat was volgens u het belangrijkste verschil tussen deze 2 blokken.
Iedereen antwoord vooral met het verschil tussen de vrijheid die je in beide blokken had. In het Westen had je vrijheid van meningsuiting terwijl er in het Oosten onderdrukking was. Daarnaast is ook een veel gebruikt antwoord het verschil van ideologie. Het Westen was Kapitalistisch en het Oosten was Communistisch. Verder zijn er niet echt afwijkende antwoorden, iedereen zit op 1 lijn.
Kwam Berlijn vaak in het nieuws in de die tijd (tussen 1950-1989)? Kwam de stad dan positief of negatief in het nieuws?
De conclusie uit de antwoorden is dat het grootste deel van het nieuws over Berlijn negatief was. In de vorm van dreiging of gebeurtenissen. En als het dan een keer positief in het nieuws kwam was het omdat er toeristen aan de westelijke kant naar de Muur gingen kijken. En natuurlijk was het einde ook positief toen de Muur viel wat volgens velen een feestelijke gebeurtenis was. Maar het nieuws was niet het enige waar Berlijn in voor kwam. Er werden die tijd ook al films gemaakt over Berlijn en de Koude Oorlog.
Hoe vond u dat de Nederlandse politiek (de regeringen van die tijd) tegen de situatie in Berlijn aankeek? Bemoeiden ze zich er veel mee? Werd er veel over gesproken? Of hield de regering zich juist totaal afzijdig van wat er zich in Berlijn afspeelde?
Bij deze vraag zijn de meningen verdeeld. De een zegt dat er amper of niet over werd gesproken terwijl de ander zegt dat de Nederlandse politiek het er vaak over had. Wij namen deel in de NAVO waardoor wij Amerikaans gericht waren. Wij vielen onder dat beleid. Er kwamen alleen maar stukken over Berlijn in de media.
Berlijn was opgedeeld in 2 verschillende blokken met 2 verschillende ideologieën. Welke had volgens u op economisch gebied het meeste succes? Het Communisme van Oost-Berlijn of het kapitalisme van West-Berlijn?
Ook hier weer zijn de meningen verdeeld. De meesten zeggen het kapitalisme door de rijkdommen en de vrijheid die het volk had. Maar diegene die zeggen dat het Communisme beter was bekijken het vanuit gelijkheid. In het Oosten had iedereen evenveel en waren de rijkdommen verdeeld over de mensen. Terwijl bij het kapitalisme waren er ‘winnaars’ en ‘verliezers’. Ook wordt er geantwoord met dat het Communisme op de korte termijn beter is terwijl het kapitalisme op lange termijn het beste is.
Hoe zou u de cultuur van West-Berlijn beschrijven? Dus de West-Berlijnse media, architectuur, kunst(denk aan muziek).
In West-Berlijn werden kunstenaars vrij gelaten, ze kregen veel vrijheid in het maken van kunst. Bij architectuur werd er veel gemaakt op het gebied van Westerse ontwikkelingen, dat was ook zo bij de schilderkunst. Op het gebied van muziek werden er vooral teksten geschreven over de tragiek van de Muur.
Hoe zou u de cultuur van Oost-Berlijn beschrijven?
De vrijheid die ze in het Westen kennen hebben ze in het Oosten niet. Alles wat uitkwam werd gecensureerd door de communistische politiek (ondergeschikt aan politieke doeleinden). Alles was heel militaristisch(krachtig). De muziek is veel op het Socialisme gericht.
Stel: u woonde in Berlijn tijdens de koude oorlog. Had u dan in Oost of West willen leven? En waarom?
Het overgrote deel van de ondervraagden kiest voor het Westen en ook allemaal in verband met de vrijheid die er in dat gedeelte bestond (vrijheid van meningsuiting). Maar er zijn er toch een paar die argumenten noemen om liever in het Oosten te willen wonen. Er is er een die het leerzaam had gevonden om daar gewoond te hebben (diepere ervaring). En iemand anders zegt dat hij graag in Oost had willen wonen in verband met het prima regelen van; onderwijs, gezondheidszorg, beveiliging etc.
Hoe denkt u dat Berlijn met de koude oorlog is omgegaan na het einde hiervan? Heeft het nu nog veel nadelige gevolgen of juist positieve?
Volgens de meesten heeft het vooral positieve gevolgen, omdat Berlijn goed is omgegaan met de situatie. De stad bloeit weer helemaal op door nieuwe gebouwen etc. Maar er zullen ook mensen zijn die de oude tijd missen en het moeilijk vinden om zich aan te passen aan de situatie zoals die nu is. Mensen uit Oost moesten zich natuurlijk aanpassen door de confrontatie met het Westen. Er zijn er ook een paar die zeggen dat er nog steeds veel moet gebeuren het verleden te vergeten.
Wat voor een litteken heeft de koude oorlogssituatie van Berlijn nagelaten in de cultuur van Duitsland.
Voor we begonnen hebben we eerst even opgezocht wat ‘cultuur’ nou eigenlijk precies inhoud. Cultuur = “Alles wat door de samenleving wordt voortgebracht”.2
Materieel
Het eerste waaraan je denkt als je het over littekens in Berlijn hebt is natuurlijk de Muur zelf, maar de gehavende gebouwen zijn ook een fysiek litteken. De muren zitten vol met gaten, die vooral zijn ontstaan in tweede wereldoorlog maar een deel zal ook wel uit de koude oorlog komen, en dat zie je nu nog steeds terug ook al wordt er veel gerenoveerd. Aan de ene kant wil Duitsland dit verbergen en vernieuwen ze alles, omdat ze niet trots zijn op het verleden, maar aan de andere kant is het toch een stukje geschiedenis die niet verloren moet gaan. Na de val van de muur werden alle producten uit Oost-Berlijn vervangen door producten uit het Westen. Ook verdween de Ost-mark. Oost-Berlijners zijn natuurlijk al een tijd lang gewend aan de producten uit het Oosten dus moeten ze flink wennen aan nieuwe producten en een nieuw betalingsmiddel.
Psychisch/Mentaal
Daarnaast werden er veel mensen uit Oost-Berlijn ontslagen, omdat ze na de hereniging zouden vallen onder de Bondsduitse wetgeving en dat betekende dat ze dan arbeidsrechtelijke bescherming hadden. Het is voor die mensen die ontslagen zijn dan moeilijk om hun normale leven weer op te pakken. De werkgelegenheid was natuurlijk laag net na de oorlog en de armoede groot. Dit is een psychisch litteken. Het verschil tussen Oost en West bestaat nog steeds. Het is nog steeds een soort kloof. De taal in Oost- en West-Berlijn is ook anders. Ze hebben beiden een ander dialect.
Monumenten
De Berlijnse muur is natuurlijk het grootste voorbeeld van monumenten die slaan op de koude oorlog. Deze monumenten laten ze op sommige plekken expres staan. Dit maakt natuurlijk grote indruk op de toeristen. Daarbij hoort natuurlijk ook Checkpoint Charlie waar toeristen vaak gaan kijken, omdat het een grote rol heeft gespeeld in de koude oorlog. Ook kun je de nieuwe Rijksdag als een soort monument beschouwen door na te gaan waar het symbool voor staat. Het staat symbool voor de totale vernieuwing die Berlijn ondergaat.
We komen dus tot de conclusie dat de situatie in Berlijn veel littekens heeft nagelaten in de cultuur van Duitsland, vooral door de kogelgaten in de muur en de psychische problemen die de Duitsers zullen hebben als ze aan die periode terugdenken.
Conclusie
Wikipedia omschrijft de koude oorlog als volgt:
“De Koude Oorlog was een periode van gewapende vrede tussen de Communistische wereld en het Westen in de tweede helft van de 20e eeuw. Het kapitalistische westerse blok, inclusief Nederland en België, werd geleid door de Verenigde Staten (VS). De Communisten stonden voornamelijk onder leiding van de Sovjet-Unie (USSR), of waren verbonden met communistisch China. Voor het Westen werd ook wel de term “Eerste Wereld” gebruikt, terwijl de Communistische wereld de “Tweede Wereld” was.”
Het prisma woordenboek Nederlands definieert “rol” als:
“aandeel in een werk”
we gaan per deelvraag na wat nou het aandeel was van Berlijn, in het werk dat De koude oorlog heet.
Deelvraag 1: Welke betekenis had de bouw van de Berlijnse muur voor de historische ontwikkeling van Berlijn?
De bouw en instandhouding van de Berlijnse muur was een van de belangrijkste zaken in de koude oorlog. We vertellen welke invloed deze muur heeft gehad op de stad Berlijn aan de hand van 3 aspecten.
Economisch had de bouw vooral een zware impact op de arbeiders uit Oost-Berlijn. Vóór de muur er stond konden ze nog gaan werken in het meer welvarendere West-Berlijn. Door de bouw verloren dus veel arbeiders hun werk en dus steeg de armoede in Oost-Berlijn.
De tijd dat de muur er stond was handel tussen beide stadsdelen onmogelijk, maar er was vanuit Oost-Berlijn veel vraag naar West-Berlijnse goederen. Deze goederen werden steeds meer illegaal gesmokkeld en verhandeld.
Toen de Berlijnse muur verdween konden veel oud DDR bedrijven de concurentie met het westen niet aan en gingen failliet.
Politiek werd de spanning tussen de twee machtsblokken vergroot. Berlijn zelf had politiek weinig te ondervinden aan de bouw van de muur. Maar het incident was wel een signaal van vijandelijkheid tussen het Oosten en Westen. Hier zie je dus dat de bouw weinig met de politieke ontwikkeling van Berlijn te maken heeft, maar vooral met de politieke ontwikkelingen in de gehele koude oorlog.
Sociaal heeft de bouw van de Berlijnse muur de meeste invloed gehad op de historische ontwikkeling van de stad. Families werden van elkaar gescheiden, wanhoopspogingen werden ondernomen om toch de grens over te kunnen. Dit is door de inwoners van de stad nooit vergeten, en altijd in het achterhoofd blijven hangen van de Berlijners.
Aandeel Koude oorlog:
De bouw van de Berlijnse Muur had dus vooral een groot effect op de stad en zijn inwoners. Maar politiek gezien was het een van de meest cruciale gebeurtenissen in de koude oorlog. De DDR begon zonder waarschuwing met de bouw van de muur, het westen gaf hierop geen reactie. Het was een provocatie van het ene machtsblok tegen het andere. Voor het land Duitsland had dit dus ook geen grote gevolgen, maar voor het totaalbeeld van de koude oorlog wel.
Deelvraag 2: Hoe keken Nederlanders tegen de situatie in Berlijn aan?
Het antwoord op deze deelvraag is gegeven door middel van een enquête.
Het kwam er uiteindelijk op neer dat mensen zeer verschillend tegen de situatie in Berlijn aan keken. Het was wel overduidelijk dat de meeste mensen “partij’ kozen voor het westen ( zie de voorlaatste enquêtevraag). Hieruit mag je concluderen dat er toch wel met een zekere bevooroordeeldheid naar de situatie gekeken werd.
Aandeel Koude oorlog:
De rol van Berlijn in Duitsland tijdens de koude oorlog was volgens de geënquêteerden matig tot redelijk groot. Berlijn was volgens hun niet een doorslaggevende factor in de koude oorlog, maar wel het terrein waarop beide machtsblokken hun grenzen opzochten tegenover elkaar. Het was een soort strijdtoneel zonder werkelijke oorlog.
Deelvraag 3: Hoe ontwikkelde de situatie zich in Berlijn in vergelijking met de rest van Duitsland op gebied van sociale, politieke en economische omstandigheden?
op sociaal gebied speelde Berlijn in deze gewapende vrede een centrale rol. De mensen in Berlijn werden vaker dan waar ook ter wereld geconfronteerd met deze strijd tussen het westen en het oosten. Dit is terug te zien in de samenleving van Berlijn.
De rol die deze sociale aspecten hadden in de koude oorlog was vooral psychisch. Ze hadden een aandeel in de manier waarop de mensen tegenover de oorlog stonden. In Berlijn werden de sociale verschillen door de bevolking zelf erg vergroot weergegeven. In Berlijn werden dus de sociale aspecten van de koude oorlog het duidelijkst en het extreemst belicht.
De economische aspecten waren in Berlijn ook het grootst. Oost Berlijn kreeg in verhouding tot de rest van de Sovjet-Unie veel geld te besteden om hun ideologie te promoten. De economie in west -Berlijn werd ook extra gestimuleerd.
De rol die de typisch Berlijnse economische aspecten hebben gespeeld is klein. De economische tegenstellingen tussen de 2 machtsblokken werd in Berlijn wel uitvergroot. Maar het aandeel van Berlijn alleen was klein. Economie is ook iets dat een groot gebied omvat, Berlijn was hier simpelweg te klein voor.
Politiek gezien was Berlijn zeer belangrijk tijdens de koude oorlog. Als er in de West-Berlijnse politiek een beslissing werd genomen. Had dit ook directe gevolgen voor Oost-Berlijn. Hierdoor stonden in Berlijn de politieke ideologiën lijnrecht tegenover elkaar.
Het aandeel van de berlijnse politieke situatie in de koude oorlog was groot. De Politieke beslissingen waardoor er weer spanningen en dreigingen ontstonden waren meteen wereldnieuws. Berlijn was de plaats waar de politieke systemen elkaar “uitdaagden”. Veel conflicten uit de koude oorlog komen dan ook uit Berlijn.
Aandeel Koude oorlog:
Als je kijkt naar het aandeel van Duitsland in z’n geheel en het aandeel van Berlijn specifiek in de koude oorlog, moet je toch concluderen dat de rol van Berlijn vele malen groter was. Alle zaken uit de koude oorlog die Duitsland veranderden, veranderden Berlijn nog meer. Berlijn was een extreem voorbeeld van alle maatregelen tijdens de koude oorlog. De rest van Duitsland voelde het effect van de koude oorlog in mindere mate.
Deelvraag 4: Wat voor een litteken heeft de koude oorlogssituatie van Berlijn nagelaten in de cultuur van Duitsland.
Berlijn is niet ongeschonden uit de koude oorlog gekomen. Veel fysieke kenmerken uit de koude oorlog zijn nog terug te vinden in Berlijn, ook veel Berlijners zelf hebben de koude oorlog meegemaakt en dragen dit altijd in hun achterhoofd mee.
Aandeel koude oorlog:
De littekens die Berlijn overgehouden heeft aan de koude oorlog zijn vooral ter bewustwording van de gruwelen en misstanden van die periode. Veel musea en andere monumenten zorgen ervoor dat de mensen zich geen tweede keer zullen laten meeslepen in een gewapende vrede met constante oorlogsdreiging. De littekens hebben dus vooral een beschouwend aandeel in de koude oorlog. Een educatief aandeel zou je ook kunnen zeggen. De mensen moeten van hun fouten leren.
Antwoord op de onderzoeksvraag:
Wat was de rol van Berlijn in Duitsland tijdens de koude oorlog?
Na onze antwoorden op de deelvragen mag je concluderen dat de rol van Berlijn in Duitsland niet al te groot was. Wat er in Berlijn gaande was ging natuurlijk Duitsland aan, maar ook de rest van de wereld. Je ziet dit in bijna alle deelvragen terugkomen. Berlijn had een belangrijk aandeel in de totale koude oorlog. Maar Berlijn had een klein aandeel in de Duitse situatie.
De conclusie dat Berlijn een belangrijke rol speelde in de koude oorlog is terug te leiden naar een aantal incidenten, denk aan de bouw van de Berlijnse Muur, of de blokkade van Berlijn. Deze zorgden voor een vergroting van de spanning tussen het kapitalistische machtsblok en het communistische machtsblok.
De grote rol die Berlijn speelde was ook te danken aan het feit dat hier de beide ideologien zo dicht op elkaar zaten. Ze konden elkaar letterlijk zien en daarom werden juist hier de verschillende idealen(communistische in het oosten, kapitalistische in het westen) uitvergroot.
Er was een constante spanning.
Om het nog even kort te zeggen:
De rol van Berlijn was in Duitsland bescheiden, maar voor de totale koude oorlog was het aandeel van Berlijn erg bepalend.