blog placeholder

Het is de vraag waarom gedragspatronen van een culturele groep een normatieve, verplichtende dimensie hebben. Deze verplichting is geen zaak van woorden en beweringen, maar van praktijken en ingesleten wijzen van doen. 

 

De intrinsiek sociale groep 

Eerst moeten we verschillende groepen onderscheiden. Groepen die door een ‘buitenstaander’ worden ingedeeld op basis van één of meerdere kenmerken noemen we ‘aggregaatgroepen’. Hierbij hoeven de leden geen enkele band met elkaar te hebben. Op het moment dat de groepsleden zich op basis van deze kenmerken ook daadwerkelijk een groep gaan voelen, spreken we van ‘intrinsiek sociale groepen’. Het beslissende verschil is dat de leden de groep ook daadwerkelijk zelf vormgeven via afspraken, conventies en arrangementen.

 

Groepslidmaatschap op basis van afspraken
Afspraken zijn onderling gedeelde en uitspreekbare ‘regels’ waaraan groepsleden zich houden. Omdat de groepsleden zelf afspraken maken, gaat een groep met afspraken verder dan een aggregaatgroep. Afspraken zijn vrij expliciete vormen van gedragsafstemming en vormgeving binnen een groep.

Groepslidmaatschap op basis van conventies
Conventies gaan iets verder dan afspraken, in de zin dat ze minder nadrukkelijk zijn. Een bepaalde sociale klasse hoort bepaalde kleding te dragen. Dit wordt niet nadrukkelijk gezegd en het staat niet op papier, maar is wel een soort ongeschreven regel. Als je conventies praktiseert en ervaart, worden ze deel van jezelf. Het lidmaatschap vereist hierbij dus ook meer dan je aan de regeltjes houden. Het wordt ook een kwestie van ervaring, kundigheid en ‘feel’. Groepsgrenzen zijn daardoor ook minder gemakkelijk door te komen.

Groepslidmaatschap op basis van arrangementen
Bij arrangementen ligt onnadrukkelijk vast wie wat mag en kan doen met wie. Het verschil met afspraken en conventies zit hem vooral in de belangrijke rol van ordening. Die persoon kan dat doen, en die persoon niet. Vaak hebben arrangementen te maken met een manier van gedragen, bewegen en vinden. Mensen geven met elkaar vorm aan patronen waar alle groepsleden als het ware in mee vloeien. Het zijn geen expliciet leerbare regels of omgangsvormen, maar een soort mal waarvan de grenzen pas geleerd worden na jarenlange imitatie. Lichaam II wordt daadwerkelijk ingepast in de groep: wat kan en wat kan niet?

Arrangementen worden zo als het ware een deel van jezelf. Zonder dat je het door hebt, doe je dingen op een bepaalde manier. Zo’n groep is minder nadrukkelijk, maar veel hechter en minder doordringbaar. Alleen vanuit een andere sociale omgeving is vaak zichtbaar wat die arrangementen zijn. In een andere omgeving gebruik je automatisch je eigen arrangementen als model.

Nadrukkelijkheid en ervaringsnabijheid
Afspraken, conventies en arrangementen kun je ordenen op nadrukkelijkheid en ervaringsnabijheid. Afspraken zijn het meest nadrukkelijk, omdat ze vaak letterlijk geschreven of uitgesproken zijn. Meer nadrukkelijkheid zorgt voor meer reguleerbaarheid; als een bepaalde regel je tot een groep laat behoren, kun je veel makkelijker reguleren wie erbij hoort (en kun je er zelf ook veel makkelijker bij gaan horen). Omdat conventies en arrangementen juist erg impliciet zijn, zijn deze veel minder nadrukkelijk. Wil je bij de groep horen, moet je die aanleren door veel bij de groepsleden te zijn en ze op te pikken. Vooral bij arrangementen kan dat heel lastig en tijdrovend zijn. Op het gebied van ervaringsnabijheid ligt het precies andersom. Ervaringsnabijheid heeft ermee te maken hoeveel de groep daadwerkelijk bij jou hoort. Als je op basis van een afspraak tot een groep hoort, is dat niet echt ervaringsnabij. Arrangementen geven juist wél aan dat er veel ervaring bij is; je hoort echt bij elkaar, niet alleen op basis van een regeltje, maar ook echt op basis van gedrag en gevoel. Dat laatste heeft te maken met wat Bourdieu habitus noemde: de allerdoordringende houding die je terugvindt in het lichaam, de spraak, de smaak, in de omgangsvormen, in iemand sensibiliteit, in zijn of haar voorkeuren en afkeer etc.

Kort resumé
Arrangementen, conventies en afspraken zijn zaken die te maken hebben met de ervaringen van groepsleden van een intrinsiek sociale groep. Op basis hiervan geven groepsleden zelf hun groep vorm en inhoud; dat is wat hen tot een groep maakt. Het lichaam II wordt gekneed door de groep op verschillende wijzen, zodat het zich gedraagt zoals gewoon is in de groep. Dat maakt een groep ook hechter en minder makkelijk doordringbaar.