Het DOR model is een organisatiemodel dat een vereenvoudigde weergave biedt van de complexiteit van organisaties. Het model geeft duidelijkheid over de gang van zaken binnen een organisatie. Verder geeft het model ook een duidelijk beeld over hoe een organisatie kan worden ingericht.
Het DOR model bestaat uit drie processen:
- Doelen stellen
- Organiseren
- Realiseren
Uitleg bij de drie processen:
1. Doelen stellen
Een doel is een uit de missie afgeleid gewenst eindresultaat, dat op het van te voren aangegeven moment bereikt moet zijn. Om doelen een sturende rol te laten vervullen moeten ze aan de MAGIE-eisen voldoen:
– Meetbaar: er moet vastgesteld kunnen worden in welke mate het doel geslaagd is.
– Acceptabel: doelen moeten uitdagend maar haalbaar zijn.
– Gecommuniceerd: communiceren over de voortgang en over de duidelijk van de doelen.
– Inspirerend: doelen zijn inspirerend als medewerkers het verband zien tussen de missie en de
doelen.
– Engagerend: als mensen hun best willen doen voor het uitwerken van de doelen.
De kwaliteit van de doelen is ook te meten aan de hand van de SMART-eisen: slim, meetbaar, aanwijsbaar, realistisch en tijd gerelateerd.
Doelen kunnen in een organisatie op verschillende manieren worden vormgegeven: van bovenaf (het management van de organisatie bepaalt de doelen), van onderop (de medewerkers bepalen de doelen), of een mengvorm van deze twee (management en medewerkers bepalen samen de doelen).
2. Organiseren
Organiseren is het inrichten van de organisatie, op zo’n manier om betrokkenen in staat te stellen de geformuleerde doelen te kunnen realiseren. Bij organiseren moet aandacht worden besteedt aan zes ontwerpvariabelen, die samen het ESH-model vormen. Het ESH-model zorgt voor evenwicht, samenhang en heterogeniteit. De zes ontwerpvariabelen zijn:
– Strategie: de manier waarop doelen nagestreefd worden; het maken van een actieplan.
– Managementstijl: op de juiste manier managen zodat je een goed en gemotiveerd
personeelsteam hebt; een team dat in staat en bereid is om zijn doelen uit te voeren.
– Systemen: het ontwerpen van regels en procedures, waarmee dagelijks functioneren wordt
gestuurd. Ze moeten ertoe leiden dat de medewerkers gemotiveerd blijven om prestaties te
leveren voor de doelen. Deze systemen moeten economische verantwoord, organisatorisch
reëel, flexibel en duidelijk zijn.
– Personeel: het zorgen voor de medewerkers; inzet optimaal houden, door de medewerkers te
motiveren.
– Cultuur: gemeenschappelijke waarden en normen; zorgen voor een organisatie waar mensen
zich thuis voelen.
– Structuur: het opstellen van effectieve en heldere verdeling van de taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
Realiseren
De organisatie aan het werk; het uitvoeren van de gestelde werkzaamheden. Het realisatieproces bestaat uit drie kernstappen: verwerven input, bewerken output en opleveren output.