blog placeholder

ver de economie van het klassieke Athene uit de 5de – 4de eeuw v Chr. hebben we meer gedetailleerde informatie. Dit komt omdat de polis van Athene meer naar buiten was gekeerd dan de andere poleis. Veel van deze waren erg agrarisch en wilden zichzelf redden zonder hulp van andere steden. Omdat de informatie van de economie in Athene gedurende de Klassieke periode relatief gedetailleerd is, zullen we deze nu behandelen.

De economie in de Atheense overheid
In het grootste deel van de Griekse oudheid ( vóór de hellenistische periode ), overheerste een vrije ondernemingseconomie. Hierbij hadden burgers privé bezit en was er beperkte bemoeienis van de overheid. Dit is een groot verschil tussen Griekenland en de meeste andere oude beschavingen. Dezen hadden vaak een regering of godsdienstige instellingen die de economie overheersten en bepaalden.

De overheden van de stadsstaten in Griekenland moesten vooral zorgen dat de harmonie binnen de economie bleef en dat de mensen voor redelijke prijzen voedsel konden kopen. Ook kwamen er wetten als eigendomsrechten, die de mensen beschermden. Er werd geld gehaald uit de opbrengst van economische activiteiten (door belastingen) om zo de uitgaven van de overheid te kunnen betalen.

Toch was het niet zo dat Athene zijn burgers echt belastte met deze belastingen; de meeste waren indirect. Zo waren er havenbelastingen, en belastingen op vreemdelingen die voor langere tijd in Athene wilden wonen. Naast de belastingen kreeg Athene haar geld door de huur van land en mijnen. Hiermee werden verschillende overheidsuitgaven betaald zoals festivals en de bouw van stadsmuren voor veiligheid.

De economie bij de Atheense bevolking
Land
Bij deze factor gaat het om grondbezit en landbouw. Het was vrij normaal om dit te bezitten; een meerderheid van zo’n driekwart van de burgers bezat wel iets. Toch was er concurrentie om vruchtbare grond tussen inwoners van verschillende stadsstaten. De landbouw werd vooral uitgevoerd door kleine landbouwers die zelf land bezaten en door slaven. Als je eenmaal grond bezat, moest je hier natuurlijk wel iets op kunnen verbouwen. Het goede land was moeilijk te vinden maar het milde klimaat zorgde ervoor dat het met veel ijver toch mogelijk was om het woeste land te bebouwen. De belangrijkste gewassen waren de granen, die ééns in de twee jaar werden gezaaid. Ook waren de druiven en olijven producten die veel verbouwd werden. Ook door de zorg die werd besteed aan irrigatie lukte de landbouw beter. Het stilstaande water in vochtige gebieden werd naar de drogere gebieden afgevoerd. Ook damden men de natuurlijke afvoerkanalen in, zodat er bij lawines minder schade zou zijn.

Arbeid
Wanneer je geen land bezat, moest je iets anders gaan doen om je brood mee te verdienen. Vaak gingen mensen zonder land beroepen doen in de productie, de dienst, de kleinhandel, en handelssectoren. Arbeid was in de Oudheid zoieso een zeer belangrijke inkomstbron. Ook in de Klassieke periode. In Athene werd de arbeid geleverd door vrijen maar ook door slaven. In Griekenland ging de technologie en de industrie niet snel vooruit omdat dit niet nodig was; de goedkopen slaven werden gekocht voor de productie van dingen. De meeste producten waren dus letterlijk met de hand gemaakt met eenvoudige hulpmiddelen. Er waren geen lopende banden en geen grote fabrieken. De meeste productie werd uitgevoerd in kleine winkels of binnen huishoudens. De productie bestond daarom maar uit een klein deel van de oude Griekse economie in vergelijking met de landbouw. De arbeid van de slaaf moest de slaveneigenaar meer opleveren dan het onderhoud van de slaaf zou kosten. Ook waren er naast slaven dagloners. Dezen werkten bijvoorbeeld in de landbouw of handel. De dagloners kregen slecht betaald en konden maar net rondkomen.

Specialisatie
In de klassieke periode in Athene kwam er een stuk meer specialisatie in de productie dan voorheen. Heel bekend is de productie van het kleiaardewerk. Hiervan hebben archeologen veel teruggevonden. Het ging om potten en een soort vazen om voedsel en andere dingen in te bewaren. De mooiste vazen werden ook gebruikt als versiering, dus zoals wij nu vazen kennen. Om kleding te maken werd wol het meest gebruikt. De wol werd geverfd met verschillende kleurstoffen uit de natuur. Het waren de vrouwen die dit werk deden, evenals het maken van het aardewerk.Verder specialiseerden de Atheners zich in het bouwen van gebouwen of het bewerken van metalen.

In de Klassieke periode in Athene werd er dus meer gespecialiseerd op de productie waardoor de hoeveelheid goederen ook toenam. De schaal van de productie was dus toegenomen, maar was nog lang niet te vergelijken met de productie van beschavingen uit recentere eeuwen.