Nederland is een sportambassadrice rijker. Yvonne Hak veroverde op het EK de zilveren plak op de 800 meter. De Noord-Hollandse atlete wordt nu de nieuwe Ellen van Langen genoemd. Is dat terecht of juichen we te vroeg?
Het duurt niet lang of de naam van Yvonne Hak zal ingeburgerd zijn. Alle in sport geïnteresseerde Nederlanders zullen dan weten wie zij is en waar zij voor staat. De 24-jarige atlete beëindigde de EK-finale op de tweede plaats, achter de Russin Mariya Savinova. Plaats van handeling: het Olympisch stadion van Barcelona, de plek waar Ellen van Langen achttien jaar geleden op de 800 meter iedereen versloeg. Yvonne had hetzelfde baannummer (7) als Ellen. “Na 100 meter werd me duidelijk dat ik vast en zeker op het erepodium zou komen. Ik liep erg gemakkelijk. Alleen Savinova bleek duidelijk sterker,” verklaarde Yvonne, studente Medicijnen in Amsterdam, na haar zilveren race met een brede smile op haar gezicht, Wat opviel aan Hak, was haar rust en beheerstheid. En natuurlijk haar blijheid. “Ik heb in de 1 minuut 58 gelopen, maar kan in de toekomst nog veel sneller,” zei ze. Op vragen of ze de Olympische prestatie van Ellen van Langen ooit kan evenaren, liet ze het antwoord in het midden. Ze wil het liefst niet met Ellen, tegenwoordig succesvol atletenmanager, worden vergeleken, want dat zorgt voor extra druk. Vlak voor Barcelona bracht ze naar buiten tegen Ellen te hebben gebluft dat ze wat zij bereikte eveneens kon bereiken, maar sinds ze dat teruglas, houdt ze zich gedeisd. “leer verstandig,” vindt Henk Kraaijenhof. De Amstelvener maakte naam als trainer van onder meer Merlene Ottey en Letitia Vriesde, de Surinaamse die vijf keer deelnaam aan de Olympische Spelen. Hij geeft nu lezingen over zijn ervaringen en, voor het bedrijfsleven, over omgaan met stress. Henk Kraaijenhof roemt Yvonne’s zelfbewuste persoonlijkheid. Ze is een stabiele vrouw, iemand die niet snel in paniek raakt,” stelt Kraaijenhof. “Vijf jaar gel eden kwam ze bij me in beeld. Ze noteerde tijden van iets boven de 2 minuten en dat wekte mijn nieuwsgierigheid. Ik ging haar volgen en in de gaten houden. Zelf werkte ik lang met Letitia Vriesde, dus over de geheimen van de 800 meter hoefje me weinig te vertellen. Dat Yvonne op het EK tweede werd, is fantastisch. Een weergaloze prestatie. Maar we moeten haar niet de hemel inschrijven en waken voor overdrijving, want Yvonne kan zich nog lang niet vergelijken met Ellen. In het voorjaar van 1992 liep Ellen regelmatig 1 minuut 55 en Yvonne zit, met alle respect, nog steeds in de 1 minuut 58.”
Soort grabbelton
Yvonne Hak mag zich een topper noemen, maar geen wereldtopper. Bedoel je dat? Henk Kraaijenhof: “Helemaal. Yvonne en Ellen hebben enkele overeenkomsten. Ze zijn intelligent, stabiel, pittig en lopen niet naast hun schoenen. Van Langen ken ik heel goed. Begin jaren negentig ontmoetten we elkaar vaak bij de meetings in het Grand Prixcircuit. Haar trainer was Frans Thuijs. Een wat dominante man, met grote invloed op Ellen. Dominant, niet benauwend. Hij liet zich graag gelden en Ellen accepteerde dat. Op een gegeven moment ‘klokte’ ze, enkele maanden voor de Olympische Spelen, in Sevilla 1 minuut 57 en nog wat. Toen voorspelde ik: ‘Op de Spelen komt ze heel ver’. En met die voorspelling zat ik er gelukkig niet naast. Een finale 800 meter is een soort grabbelton. Je hebt de finale gehaald en als iemand niet 2 seconden harder loopt dan jij, dan heb jij kans eerste tot en met achtste te worden. Mazzel speelt dikwijls een doorslaggevende rol. En je moet het spelletje doorzien. Waarmee ik bedoel, dat je tegen een elleboogstootje moet kunnen en een tegenstander een zetje moet kunnen geven. Uit lijfsbehoud, niet te kwader trouw. Een duwtje geven en een duwtje terug -dat hoort erbij.” Honoré Hoedt is bondscoach van de KNAU en Peter Winkel (63) de privécoach van Yvonne Hak. In Barcelona bivakkeerde Hoedt in een sjiek hotel, Winkel op een camping. “Peter is bescheiden man, zeer begaan met het lot van Yvonne, zijn pupil bij AV Hera in Heerhugowaard. De omstandigheden waarin een privécoach moet opereren, zijn nog zo belabberd als een kwart eeuw gel eden. De ‘structurele ziekte’ binnen de KNAU. Ik stel me voor dat Peter Winkel plotseling merkte dat Yvonne een heleboel in haar mars had en dat ze tot een vedette zou kunnen uitgroeien. De kunst van de clubtrainer is om dat te bewerkstelligen en Winkel slaagde hierin. Zijn leeftijd vormt een probleem. Integendeel zelfs. De gemiddelde leeftijd van de trainers bij het verspringen, polsstokhoogspringen en discuswerpen en een aantalloopnummers ligt boven de 50+. Waarom? Omdat het een moeilijk vak is. Om ergens ‘meester’ in te worden, heb je minstens 10,000 uur arbeid nodig. Voor die 10.000 uur haken de meeste mensen af. Als wat oudere trainer zie je alles in breder perspectief en heb je om alles op scherp te krijgen geen conflicten nodig. Hoe ouder, hoe meer wijsheid. Ook Yvonne ervaart dat ongetwijfeld. Peter Winkel kan nog tien jaar mee. Dat trekt hij wel.”
Zonnige toekomst
Wie veronderstelt dat Yvonne een financiële klapper maakt, vergist zich: Atletiekinsider Henk Kraaijenhof verduidelijkt: “In de topatletiek valt nauwelijks iets te verdienen. Alleen sponsorcontracten leveren wat op. Yvonne mag blij zijn met startgelden van 1000 euro. Ze vangt veel minder dan marathonlopers. Die moeten het hebben van het aantal wedstrijden, zoals halve marathons, en crossen.” Hoe zie je de toekomst van Yvonne Hak? Kraaijenhof: “Zonnig. Nederland snakt naar een nieuwe atletiekvedette en Yvonne kan dat worden. Van Langen beaamt dat. “Met haar zilveren EK-plak zijn we erg blij, maar we moeten haar niet omhoog pompen naar de status van wereldtopper, want dat is ze niet. Europa is niet de wereld en 1,58 minuut is geen wereldtijd.”