Sportvoeding staat voor een eetpatroon waarbij men door voeding probeert een zo goed mogelijke sportprestatie neer te zetten.
Onderverdeling
Sportvoeding kunnen we onderverdelen in twee categorieën:
- Fysieke sportvoeding
- Geestelijke sportvoeding
Geestelijke sportvoeding
Hierbij denken we vooral aan opwekkende drugs zoals cafeïne, theÏne, taurine en dergelijke die vooral gebruikt worden bij schaken, schietsport en andere concentratiesporten. Ze dienen vooral om mentaal fris te blijven, en de focus hoog te houden.
Fysieke sportvoeding
Voor sporters is het belangrijk om voldoende koolhydraten op te nemen, liefst in de vorm van zetmeel. Ook het tijdstip waarop ze deze koolhydraten eten is van belang. De beste momenten om dit te doen zijn vlak na het ontwaken en direct na een fysieke inspanning. Studies hebben aangetoond dat op die momenten het positieve effect van de koolhydraten het grootst is.
Voor de inspanning
Dagelijks wordt het aangeraden van 8-10 gr per kg lichaamsgewicht aan koolhydraten op te nemen. Ook moet je zeker voldoende drinken. De laatste maaltijd nuttig je best zo’n 2-4 uur voor de inspanning, deze maaltijd moet zeker voldoende koolhydraten bevatten. Ook suiker is zeker geen slecht idee. De laatste dagen voor de inspanning eet je best ook niet te veel vezels.
Tijdens de inspanning
Bij een inspanning langer dan 45 minuten, kan de prestatie verbeterd worden door ook tijdens de inspanning nog koolhydraten te eten. Het beste zijn den glucose, saccharose of glucosepolymeren, aangezien deze zeer snel in het bloed worden opgenomen. Fructose en galactose worden niet zo snel opgenomen, en hebben dus niet zo heel veel nut tijdens een inspanning. Tijdens het sporten gaat er ook veel vocht verloren, en dus dien je ook voldoende vocht op te nemen. Ideaal is het indien de opname van koolhydraten en vocht kan gecombineerd worden. Hiervoor bestaat een uitgebreid gamma aan sportdranken.
Na de inspanning
Een koolhydraatrijke voeding na de inspanning zorgt voor een sneller herstel, zeker indien je dit combineert met voldoende rust. Toch mag je ook hier niet overdrijven, om maag- en darmklachten te voorkomen.