Voordat het huidige moderne honkbal ontstond waren er al heel veel mensen die, zij het dat iedereen het op zijn eigen manier en met zijn eigen regels speelde, op honkbal gelijkende balsporten beoefenden. In de loop van de late middeleeuwen ontstonden er in Engeland echter diverse volkspellen met namen als ‘stob-ball’, ‘stow-ball’, “stoolball” en “rounders”, waarvan de regels in steeds meer plaatsen steeds meer op elkaar begonnen te lijken en waaruit in Engeland geleidelijk aan het baseball, of wel in het Nederlands vertaald het honkbal, is ontstaan. Van deze oude volkspellen leek het “stoolball” het meest op het huidige honkbal en algemeen wordt daarom het “stoolball” als meest waarschijnlijke voorloper van het moderne honkbal beschouwd. “Stoolball” was wel een voorloper van honkbal maar omdat het hoofddoel van “stoolball” het verdedigen van de “stool” (het “honk”) was en niet het door de slagman bereiken van het “honk” is het niet hetzelfde als honkbal.
Regels voor Honkbal (Base Ball): http://nl.wikipedia.org/wiki/Honkbal#Spelregels
De eerste spelregels voor het honkbal zijn in 1845 op schrift gesteld door Alexander Joy Cartwright. In het kort komen de spelregels hierop neer. Het spel wordt gespeeld door twee teams bestaande uit negen spelers, eventueel aangevuld met een aangewezen slagman. Het honkbalspel wordt gespeeld met speciale vanghandschoenen, een knuppel (of bat) en een bal . De knuppels en handschoenen zijn er in heel veel maten, gewichten en modellen. Voor het speelveld gebruikt men honken, een thuisplaat en een werpersplaat gemaakt van hard wit rubber. Elke speler heeft ook een toque ter bescherming van de geslachtsdelen en op bepaalde posities of onder bepaalde omstandigheden worden aanvullende materialen gebruikt. De slagman draagt een helm , speciale slaghandschoentjes voor een betere grip op het handvat van de knuppel en soms scheenbeschermers en elleboogbeschermers. De achtervanger of catcher gebruikt beenbeschermers, die ook de knieën bedekken, een bodyprotector die het hele bovenlichaam bedekt behalve de armen en de gooischouder, een speciale helm met een gezichtsmasker en een klepje onderaan dat de keel beschermt en meestal draagt de achtervanger vlak onder de knieholtes zogenoemde kneesavers om de knieën tegen slijtage te beschermen.
Sommige achtervangers dragen duimprotheses om te voorkomen dat de duim achterover slaat wanneer de bal in de handschoen komt. De plaatscheidsrechter gebruikt dezelfde set beschermende materialen als de achtervanger maar hij draagt als extra nog bescherming op de armen en beide schouders en speciale schoenen met stalen neuzen. Het ene team dat aan slag is probeert de , door de werper (pitcher) van de tegenpartij zo hard mogelijk naar het thuishonk geworpen, bal zo ver mogelijk het veld over slaat. Zodra de bal geslagen is en zolang de bal niet in handen van een verdediger van de tegenpartij is gekomen, rent de slagman vervolgens om de drie buitenste honken heen om het thuishonk te bereiken. Als de bal eerder bemachtigd is door een verdediger dan de slagman het thuishonk bereikt en de slagman niet door een verdediger met de bal wordt afgetikt mag de slagman op één van de drie uithonken rusten tot de volgende slagman aan slag is. Vervolgens mag hij, als de volgende slagman heeft geslagen, zijn weg om de honken weer vervolgen zolang de bal niet in handen van een verdediger van de tegenpartij is gekomen, om het thuishonk te proberen te bereiken. Ieder keer als een slagman het thuishonk heeft bereikt krijgt zijn team een punt. De aanvallende partij mag net zo lang doorgaan met slaan en punten halen totdat een slagman “uit” is. Een slagman kan op 4 manieren “uit” raken. De eerste manier is als de slagman drie opeenvolgende worpen misslaat. De tweede manier is als de door hem geslagen bal zonder de grond te raken meteen wordt gevangen door de tegenpartij. De derde manier is als één van de mannen die geslagen hebben tijdens het rennen van het ene naar de ander “honk” door een verdediger met de bal wordt aangetikt en de vierde manier is als één van de mannen die geslagen hebben gedwongen, omdat de volgende slagman er aan komt en er maar één aanvaller tegelijk op een “honk mag staan, moet lopen naar het volgende “honk” en een verdediger met de bal eerder op het te bereiken “honk” staat als de gedwongen loper. Als de werper drie keer naast het “thuishonk” werpt ( wijd) en de slagman drie keer niet op de “wijdbal” slaat en als de werper op het lichaam van de slagman werpt, mag de slagman ongehinderd naar het eerste honk lopen.
Topografische spreiding van honkbal (Base Ball):
Honkbal wordt vooral gespeeld in de Verenigde Staten, Canada, Mexico, de Caribische eilanden en in grote delen van Azië. Wereldwijd is honkbal verreweg de meest beoefende sport en in de Verenigde Staten, waar vele miljoenen mensen het honkbal beoefenen, is het zelfs de belangrijkste buitensport die op grote schaal professioneel wordt beoefend in de American League en de National League. Ieder jaar aan het eind van het seizoen strijden de winnaars van de American League en de National League in de De World Series on de World Series Trophy en de World Series Rings om het gezamenlijke kampioenschap van de Verenigde Staten en Canada. In Europa is honkbal niet zo populair en in Nederland schat men het aantal honkbal beoefenaars maar op zo’n 30.000 mensen en is er geen nationale professionele honkbal competitie.