Er zijn totaal 8 verschillende soorten karpers dit zijn de wilde of boerenkarper, de schubkarper, de edel- of spiegelkarper, de rijenkarper, de leder- of naaktkarper, de volschub spiegelkarper, de goudkarper en de de Koi of Nishikigoi. In Nederland wordt in het wild alleen de wilde of boerenkarper en de schubkarper aangetroffen. Het verschil tussen de de wilde of boerenkarper en de schubkarper is aan de buitenkant nauwelijks vast te stellen. De enige manier om het verschil echt vast te stellen is door middel van een DNA test. Het DNA profiel van de boerenkarper blijkt namelijk als enige af te wijken van alle andere karpersoorten.
Leefgebied wilde of boerenkarper en schubkarper:
Over het algemeen wordt aangenomen dat de wilde of boerenkarper en de schubkarper overal in Nederland in de zoete binnenwateren kan worden aangetroffen. In theorie is het zeker mogelijk dat de wilde of boerenkarper en de schubkarper in heel Nederland in de zoete binnenwateren kunnen worden aangetroffen. In de praktijk is het voorkomen van de wilde of boerenkarper, door middel van een aantal DNA tests, echter alleen met zekerheid vastgesteld in de Anna Paulownapolder. Verder gaat men er van uit dat de wilde of boerenkarper ook nog voorkomt in Friesland en in de Zaanstreek. Dit is echter nog nooit met behulp van een DNA test bewezen. De schubkarper daarentegen komt overal in Nederland voor. Dit komt doordat de diverse viswaterbeheerders in Nederland de schubkarper in het verleden hebben uitgezet ten behoeve van de sportvisserij.
Uiterlijk wilde of boerenkarper en schubkarper:
Zoals aangegeven zijn de wilde of boerenkarper en de schubkarper qua uiterlijk vrijwel identiek aan elkaar. Zowel de wilde of boerenkarper als de schubkarper kunnen tot 120 cm lang worden. Ze zijn allebei goed herkenbaar aan de vier zogenaamde baarddraden bij hun bek. De bovenste baarddraden zijn het kortst en zitten aan weerszijden op de bovenlip. De onderste baarddraden zijn het langst en bevinden zich aan weerskanten in de mondhoeken. Ook de rugvin met de zeer sterke eerste vinstralen is een zeer kenmerkend iets van de wilde of boerenkarper en de schubkarper. De rugvin heeft zo’n 20 tot 28 vinstralen en de anaalvin heeft zo’n 8 tot 9 vinstralen. De wilde of boerenkarper en de schubkarper hebben allebei tussen de 33 en de 40 schubbenrijen langs de zijlijn. De wilde of boerenkarper en de schubkarper kunnen allebei zo’n 30 tot 40 jaar oud worden.
Hoe vang je een grote karper:
Het vangen van een grote karper wordt door de meeste sportvissers voorgespiegeld als een heel moeilijk iets waar een intensieve, uitgebreide en gedegen voorbereiding aan vooraf gaat. Zo zou je eerst de plaats waar je een grote karper vermoed moeten verkennen, uitgebreid observeren en daar precieze notities van maken. Dit zou nodig zijn om de vaste zwemroute van de grote karper vast te stellen. Als je de vaste zwemroute van de grote karper hebt vastgesteld moet je vervolgens, door een aantal dagen achter elkaar ’s nachts te voederen, een vaste voerplek maken met geheime mengsels van voederstoffen met de juiste flavours (geurstoffen) om hem te lokken.
Visserslatijn:
Als je het bovenstaande leest is het dus heel moeilijk om een grote karper te vangen. Ik heb deze uitgebreide beschrijving, van hoe je een karper moet vangen, gehoord van een sportvisser die ik aan de overkant van de brede sloot achter mijn huis heb gesproken. Ik had hem daar namelijk een paar nachten achter elkaar heen en weer zien scharrelen en ik was de derde nacht, met mijn roeibootje, naar hem toe gevaren. Ik vroeg hem belangstellend wat hij hier iedere nacht toch kwam doen en toen vertelde hij mij dat hele relaas. Op de verjaardag van mijn zoon zag ik de man al vanaf ’s ochtends 6 uur gespannen naar zijn hengel zitten kijken zonder ook maar iets te vangen. Wat schetst mijn verbazing daarom als wij ’s middags, op de verjaardag van mijn zoon, voor de lol, bij ons achter met al zijn vriendjes op karpers ga vissen. Ze kregen van mij allemaal een bamboestok met een vislijn met aan de haak een korst brood. Door gewoon met dit drijvende brood te vissen vingen ze de ene na de andere grote karper. Ik had moeite om ze met mijn grote schepnet bij te houden, zo snel ving het ene na het andere jochie een grote karper. Nadat we in een uur tijd 36 karpers hadden gevangen hadden de jochies het wel bekeken en gingen ze een spannende video kijken. Ik zag de sportvisser aan de overkant bij iedere karper die wij boven haalden steeds verbouwereerder naar ons kijken. Denkend aan het hele lokvoeder relaas van die echte sportvisser dacht ik bij mezelf, wie verteld hier nou eigenlijk visserslatijn??