Wie het voetbal op de voet volgt weet dat we in Nederland veel voetbalverslaggevers hebben. Namen als Evert ten Napel, Eddy Poelmann, Bas Ticheler, Emile Schelvis en Kees Jansma zullen u daarom ook niet onbekend in de oren klinken. Zij verslaan immers wekelijks (top)wedstrijden uit de verschillende competities uit binnen- en buitenland.
Maar in hoeverre zijn ze echt goed in hun vak en verslaan ze op een deskundige manier de wedstrijden? Bij de NOS zitten voor mij de beste verslaggevers. Mensen met een hart voor het voetbal en kennis van zaken. Al jaren hebben zij de rechten voor de Champions League en dat is zeer terecht. Zij kennen het profiel van elke speler, zijn vorige clubs, zijn achtergrond en de reden waarom hij laatst in het nieuws is geweest. Dat siert de NOS.
Bij Sport1 hebben ze ook deskundige mensen rondlopen. Mensen als Kees Jansma en Emile Schelvis zijn geen groentjes in het vak. Met name Emile Schelvis is een verslaggever die met passie verslag doet van de wedstrijden uit de Italiaanse Serie A. Maar Sport1 heeft ook mindere verslaggevers die erg overdrijven. Om een voorbeeld te noemen: Sierd de Vos doet verslag van de wedstrijden uit de Spaanse Primera Division, voornamelijk Real Madrid of Barcelona. De Vos vindt het dan nodig om bij een doelpunt het typisch Zuid-Amerikaanse ‘Gol! Gol! Gol!’ ten gehore laten brengen. Iets wat in de cultuur van de Nederlandse voetbalverslaggeving absoluut niet past. Nederlanders zijn nuchter en een degelijk en deskundig voetbalverslag past daar beter bij.
Dit in tegenstelling tot de voetbalverslagen in Zuid-Amerika. Daar wordt met passie en heel veel enthousiasme een wedstrijd verslagen. Vaak zijn de commentatoren niet objectief, maar zijn ze specifiek voor één club. Dit leidt tot hele gekke toestanden op de tribune waar deze mensen zitten. Bij een doelpunt springen ze op en zijn ze voor even geen verslaggever meer, maar een toeschouwer. De commentator van een andere televisiestation zit ernaast te balen van de tegentreffer. Een mooi gezicht, maar in Nederland vrijwel ondenkbaar.
Iets wat in het buitenland vaak ondenkbaar is is aanhoudende kritiek op het nationale elftal terwijl de resultaten fantastisch zijn. Helaas is dit in Nederland bijna een standaardfeit. De nationale ploeg speelt een oefenwedstrijd tegen Japan. Zij zijn al geplaatst voor het WK volgend jaar en deze oefenwedstrijd zorgt voor een onderbreking van de nationale competities. De jongens van Van Marwijk zitten dan niet bepaald te wachten op een oefenpot om 14.00 uur in de middag en dat blijkt ook in de wedstrijd. Toch wordt deze wedstrijd redelijk eenvoudig met 3-0 gewonnen. Maar de Nederlandse voetbaljournalistiek zou de Nederlandse voetbaljournalistiek niet zijn als Oranje op de televisie en in de kranten niet volledig zou zijn afgekraakt. Men sprak van ongeïnspireerd voetbal wat een zwart randje kreeg door twee afschuwelijke overtredingen van de heren Snijder en De Jong.
In een land als Italië zou alleen die 3-0 tellen. Hoe de overwinning tot stand is gekomen zou niks uitmaken, de winst is er. Misschien is het een idee voor de verslaggevers in ons koude kikkerlandje om het Nederlands elftal voortaan positiever te beoordelen. Een kwalificatierace afsluiten met de maximale score is Spanje of Italië namelijk nog nooit gelukt.