De 12-jarige Peter gaat met zijn vader voor het eerst naar zijn favoriete club Ajax uit Amsterdam. Hij leert een belangrijke levensles deze avond.
Dinsdag 24 oktober 2012. Herfstvakantie. Een normale dag voor de meeste kinderen in het noorden van Nederland. Vakantie. Niks doen. Spelen op straat. Of binnen met vriendjes. Zo ook Peter uit Diemen. Alleen die was vanochtend al om 6.00 wakker. Vanavond mag hij voor het eerst met zijn vader naar Ajax. Zijn favoriete club. Het is herfstvakantie en ondanks dat de 12-jarige Peter pas weer laat thuis is, heeft zijn vader twee kaartjes gekocht voor deze midweekse wedstrijd van Ajax in de Champions League.
Al wekenlang kijkt Peter uit naar deze wedstrijd. Van zijn vader hoort hij al jaren over het grote Ajax. Met Cruijff, Krol of Neeskens. Later met Van Basten, Kieft of Van het Schip. Of 1995, met Van der Sar, Blind, Frank en Ronald de Boer, Litmanen en Kluivert. Die toen de Champions League wonnen. Peter had op Youtube naar beelden gezocht.
Blind kent Peter wel. Daley dan. En natuurlijk Frank de Boer. De andere namen kent hij van zijn vader. Zijn vader vertelde Peter ook over grote wedstrijden van vroeger. Tegen Internationale, AC Milan, Bayern München, Real Madrid of Juventus. Peter stelde terecht de vraag aan zijn vader of Manchester City vroeger ook een topclub was. Manchester United kende hij wel. Ook een grote club. Dat staat in één van zijn boeken.
Peter zijn vader begon te vertellen over landen met heel veel geld. Zoals Rusland of het landen uit het Midden-Oosten. Dat daar mensen wonen die erg veel geld verdienen en dan een voetbalclub kopen. Zo ook Manchester City. De vader van Peter vertelde dat de complete selectie naar schatting 500 miljard euro heeft gekost. Dat klonk als veel geld, vond Peter. Zijn vader vertelde dat dit ook heeft veel geld is. Hij had Peter gezegd dat 50 euro natuurlijk maar één nul heeft. En dat 500 miljard elf nullen heeft, inclusief de twee van 500. Hij had het voor Peter uitgeschreven.
Peter trok zelf de conclusie dat het dan wel een grote club moest zijn, Manchester City. Maar hij geloofde zijn vader die vertelde dat ze een goed team hebben, maar dat ze geen grote club zijn. Peter snapte dat wel, nadat zijn vader nog wat voorbeelden noemde van echte topclubs. En over vroeger en historie. Mooi woord vond Peter dat, historie.
Het is inmiddels 18.30 en Peter en zijn vader vertrekken in de auto naar Amsterdam. Zoals het een goede moeder beaamt had ze Peter een flesje frisdrank met een Mars toegestopt. Voor in de rust.
Vanaf de snelweg was de Arena al zichtbaar. Peter was erg onder de indruk van het stadion. Helemaal toen zijn vader de auto onder het stadion kon neerzetten. Aangekomen bij de toegangspoort volgde er de eerste teleurstelling van de avond. Zijn flesje frisdrank mocht niet mee naar binnen. Omdat Peter er misschien wel mee ging gooien. Gelukkig had zijn vader een kaartje waarmee hij in de rust wat drinken kon kopen. Vijf euro voor een flesje 7Up had Peter wel duur gevonden.
De tweede teleurstelling volgde tijdens de warming up. Onder de indruk van het grote stadion, de vele mensen en de spelers op het veld, die Peter alleen van televisie kende, had zijn vader gezegd dat Peter er wel rekening mee moest houden dat Ajax zou kunnen verliezen. Want, zo had zijn vader gezegd: ‘Ajax wil graag zelf spelers opleiden. Ze zijn nog jong’. Vader vond ook het grootste deel wat aan de kleine kant. Peter kon het niet geloven, maar snapte wel wat zijn vader bedoelde. Vooral toen hij nog maar eens begon over die 500 miljard euro. Peter had zelf ook al wel gezien hoe groot en sterk de spelers van Manchester City eruit zagen. Gelukkig had hij op school opgelet, net voor de vakantie. Meester had het gehad over spreekwoorden en zegswijzen. Peter had de uitspraak geleerd over hoe een koe een haas vangt en de betekenis ervan. Hij zei tegen zijn vader dat hij nu wel snapte wat meester op school daarmee bedoelde. Hij vond Ajax de koe. En Manchester City de haas. Of zoiets. Vader snapte wat hij bedoelde. Die antwoordde enkel met dat Peter gewoon moest genieten. Dat was het belangrijkste van de avond. Peter zou dat doen. Dat had hij zich voorgenomen.
De wedstrijd was inmiddels begonnen en Peter keek veel om zich heen. Zingende mensen, schreeuwende mensen en zingende mensen. Dat laatste vond Peter mooi. Hij kon het goed zien. Mannen met trommels en verschillende liedjes. Hij zag dat Ajax wel goed speelde. Maar opeens volgde de derde en gelukkig laatste teleurstelling van de avond. Al wist Peter dat laatste op dat moment nog niet. 0-1. ‘Uit het niets’, had zijn vader gezegd. Vader vertelde dat Ajax goed positiespel speelde, alleen weinig kansen kreeg. En dat door een onoplettendheid van Van Rhijn Ajax nu 0-1 achterstond. Peter vroeg wat zijn vader met positiespel bedoelde. Die uitleg zou hij nog wel krijgen.
Vlak voor rust werd het 1-1. Peter was onder indruk van al het geluid en de blije mensen. Hij vond het wel een mooie goal. Ajax speelde goed naar elkaar toe en De Jong knalde de bal mooi laag langs de keeper.
Vader vertelde in de rust, nadat Peter zijn 7Up had gekregen, dat Ajax goed speelde. En dat ze vooral scherp moesten blijven. En gewoon met de bal hetzelfde moesten doen in de tweede helft. Peter snapte het wel. Alleen scherp zijn niet helemaal. Vader hij uitgelegd dat hij daarmee bedoelde dat de spelers van Ajax goed moeten blijven opletten. Peter had zijn vader gezegd dat hij dat wel logisch vindt.
Ajax begon de tweede helft heel scherp, vond Peter. Het werd 2-1 en 3-1 en Peter kon zijn geluk niet op. Hij genoot van alle blije mensen. Van het juichen. En van zijn vader. Die ook heel erg gelukkig was. Peter vond het vooral vreemd dat Manchester City na drie wissels zo raar deed als ze de bal hadden. Door elkaar rennen. Steeds de bal naar voren schieten. Schelden op elkaar. Hij vond het ook vreemd, dat als een team zoveel geld kost, ze zo spelen. Hij hoopte dat die meneer die er zoveel voor heeft betaald even met de trainer zou gaan bellen. Zodat die Italiaanse meneer moest gaan uitleggen hoe het nou toch kwam, dit stuitende optreden. Dit laatste had hij niet zelf bedacht. De meneer die voor hem zat hij dit weer tegen zijn buurman gezegd.
Trots was Peter wel. Want zijn vader had hem verteld over de jeugdopleiding. En dat Vermeer, Van Rhijn, Aldewereld, Blind, Eriksen, Siem en onder andere Babel zelf zijn opgeleid door Ajax. Dat die dus al voor Ajax spelen toen ze net zo oud waren als Peter zelf. Of misschien iets ouder, maar al wel heel lang. Peter had zijn vader gezegd dat hij dit wel cool vond en trok zelf de conclusie dat dit in ieder geval minder geld kost. En hij vond dat dit leuker is.
Peter had een mooie avond gehad. Ajax won. En blijkbaar was dit best wel bijzonder. Met ‘eigen’ spelers. Althans, de meeste Ajax spelers die op het veld stonden. Peter had genoten van het stadion en van zoveel mensen in een stadion. Van al het geluid en vooral ook van zijn vader. Die had hij nog nooit zo zien juichen. Leuk en gezellig, vond hij dat.
In de auto was hij in slaap gevallen en de volgende ochtend werd hij in zijn eigen bed wakker. Vader had hem uit de auto getild en in zijn bed gelegd. Peter had het woord jeugdopleiding eens opgezocht in Google. Hij had gelezen over de levensader van het Nederlands voetbal en was het er wel mee eens.
Peter vond dat de avond ervoor de ‘kleintjes’ maar mooi van de ‘groten’ hadden gewonnen en dat geld niet altijd een rol speelt.
Voor even dan. Maar dat weet Peter nu gelukkig nog niet.