Big Brother is watching you
“Providers moeten alle bel-, chat-, mail-, surf-, en msn-gegevens van alle Nederlanders een jaar lang bewaren.”, “Politie zoekt naar criminelen via Hyves.”, “Camera’s in openbare treinen.”, “Interventieteams schenden privacy.”. Dit is zomaar een greep uit krantenartikelen van de afgelopen twee maanden. Wat deze krantenkoppen gemeen hebben, is dat ze allemaal gaan over de inperking van privacy in Nederland.
Door de hoeveelheid media-aandacht voor privacy, zou men kunnen denken dat het een “hot issue” is. Ware het echter dat maar weinig mensen van de ontwikkelingen wakker zullen liggen.
Toch lijkt het erop dat de Nederlandse burger steeds meer te maken krijgt met een wantrouwenderde overheid. Mede door de aanslagen van 9/11 ziet de overheid steeds meer reden om mensen in de gaten te houden om de veiligheid te garanderen. Daarnaast maken technologische ontwikkelingen het steeds makkelijker om aan gegevens van mensen te komen en om mensen te bespieden. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van mobiele telefoons, of aan de komst van de OV-chipkaart.
En ook de commercie probeert grip te krijgen op persoonsgegevens om hun verkoopstrategieën te verbeteren. Zo is er bijvoorbeeld kans dat u nog nooit gehoord heeft van de zogenaamde RFID –chip. Een chip, op zijn kleinst 0,5 bij 0,5 millimeter, die nu al in veel consumentenartikelen geplaatst wordt ter identificatie van dat product. Deze chip zend radiogolven uit met een unieke identificatiecode van het product. Eenmaal uit de winkel waar het product gekocht is zou het ook gescand kunnen in winkels die u daarna bezoekt.
Ik heb toch niks te verbergen
Bart de Koning, schrijver van het boek “Alles onder controle”, zegt in zijn boek dat er in Nederland vooral een cultuur heerst van “ze mogen alles van mij weten, ik heb toch niks te verbergen.” Het is misschien een logische reactie, maar volgens De Koning ook erg naïef. Er zijn in het verleden al veel voorbeelden geweest van mensen die onterecht van iets beschuldigd werden omdat ze verward werden met een andere persoon, de gegevens klopten gewoonweg niet. De kans dat dit in de toekomst gebeurt zal waarschijnlijk alleen maar groter worden, omdat de opslagcapaciteit van gegevens als maar groeit. Hierdoor zal er meer bureaucratie ontstaan en is er kans dat er meer fouten zullen worden gemaakt. Daarnaast zijn de gevolgen niet te overzien als persoonsgegevens in de handen van verkeerde personen terecht komen.
Ook het nut van het bewaren van persoonsgegevens valt volgens De Koning nog maar te bezien. Vanwege de massale hoeveelheid informatie die verzameld wordt (en gaat worden als er communicatiegegevens een jaar lang bewaard mogen worden), is het zoeken naar de juiste informatie als het zoeken naar een speld in een hooiberg. Uit ervaring blijkt al dat veel verzamelde informatie ondoelmatig verkregen wordt, zoals bijvoorbeeld in de bankenwereld. Banken zijn verplicht om verdachte transacties te melden bij justitie, maar van de 180.000 meldingen die jaarlijks gedaan worden leiden er maar zo’n 130 tot een strafzaak.
Maatschappelijke en politieke bewustwording
Geert Munnichs, onderzoeker op het gebied van privacy bij het Rathenau Instituut, zegt dat Nederland wel bewuster wordt op het gebied van privacyschending: “Er is de laatste tijd veel belangstelling voor dit onderwerp in de pers en ook in de politiek lijkt het besef te komen dat niet zomaar alles kan.” Met dat laatste doelt Munnichs op het debat van enkele weken geleden in de Tweede Kamer over het bewaren van communicatiegegevens: “Het feit dat gegevens in plaats van anderhalf jaar, wat eerst het plan was, nu maar één jaar bewaard gaan worden, is misschien wel een teken dat de politiek een andere richting op gaat wat privacy betreft. Maar het is moeilijk om een toekomstbeeld te schetsen. Als er bijvoorbeeld weer terroristische aanslagen gepleegd worden, dan kan het politiek beleid zomaar weer veranderen.”
De voordelen van privacybeperking
Toch hoeft privacybeperking niet alleen maar nadelen voor de burger op te leveren, zoals bijvoorbeeld in het geval van het bewaren van communicatiegegevens. Erasmus Universiteit Rotterdam heeft in het rapport “Wie wat bewaart die heeft wat (2005)” geconcludeerd dat het langer bewaren van communicatiegegevens uiteindelijk efficiënter juridisch onderzoek kan opleveren, wat de onschuldige burger juist ten goede komt. De data kan namelijk selectiever worden vergaard omdat justitie minder tijdsdruk heeft.
De Koning schrijft in zijn boek dat veel mensen niet beseffen dat technologie juist ingezet kan worden tegen machtsmisbruik door de overheid. In Engeland bijvoorbeeld zijn politieagenten gearresteerd die op een beveiligingscamera betrapt zijn op het mishandelen van een arrestant. Of het voorbeeld van de CIA die op klaarlichte dag in Milaan een vermeende moslimterrorist ontvoerde, wat een schending is van de soevereiniteit van een Italië. De CIA-agenten zijn opgespoord doordat alle mobieltjes in de omgeving rond dat tijdstip zijn nagetrokken, bij het vinden van het verdachte telefoonnummer werd het onderzoek uiterst makkelijk. Volgens De Koning heeft dit schandaal intern bij de CIA zelfs carrières gekost.
Beleid
Munnichs is onderzoeker bij het Rathenau Instituut, een onafhankelijk onderzoeksbureau die de politiek adviseert over onderwerpen als privacy. Hij zegt dat het moeilijk is om inzicht te krijgen op hoe erg onze privacy wordt geschonden door de overheid: “Er gebeurt wat overheid betreft veel achter de schermen. Er moet dus meer openheid vanuit de overheid komen. Door schending van privacy valt vaak ook de rechtsbescherming van burgers weg, op dit punt moet dus, vanuit de overheid, veel meer aandacht worden besteed.” Ook vind hij dat er veel meer afgevraagd moet worden hoe persoonsgegevens gebruikt moeten gaan worden. Zo kan privacyschending veel meer beperkt worden tot het noodzakelijke.
Volgens Munnichs moet er toch meer gedaan worden aan bewustmaking van de burger. Hij vind veel mensen nog te onwetend: “Dat mensen zo weinig met privacy bezig zijn heeft te maken met de spreiding van maatregelen. Als je alle maatregelen bij elkaar optelt zie je pas dat er steeds meer aan privacyinperking gedaan wordt.” Het College Bescherming Persoonsgegevens, de officiële privacywaakhond van Nederland, beaamt dit: “Het CBP is al vrij actief in het bewust maken van mensen op hun privacy, maar er moet meer gebeuren.”, aldus Koosje Verhaar, persvoorlichter van het CBP.