De aansluiting van Turkije bij de Europese Unie ligt al geruime tijd onder vuur. Het lijkt erop dat de voorwaarden die Turkije in de loop der jaren werden voorgelegd om tot de Unie te kunnen toetreden alsmaar werden aangescherpt. De animo van veel Europese lidstaten om Turkije toe te laten is intussen behoorlijk verflauwd. Tegenstanders wijzen erop dat het met het democratisch gehalte in Turkije slecht gesteld is. Men betoogt dat het niet te vergelijken is met de open democratieen, zoals die in de meeste EU lidstaten bestaan. In enkele lidstaten – waaronder Nederland – bestaat er een brede politieke beweging die gekant is tegen het overwegend Islamitisch karakter van Turkije en een mogelijke “islamisering” van de nationale cultuur. Men vreest dat het grote cultuurverschil tussen Turkije en de Europese lidstaten ernstig zal worden verstoord wanneer de overwegend islamitische bevolking van Turkijke zich vrij door Europa kan bewegen en zich daar overal kan vestigen.
TURKIJE en de EUROPESE UNIE: Islam en Christendom
Hoe reëel is de angst voor “Islamisering” van het Europees gedachtengoed en in hoeverre is er bijvoorbeeld sprake van vooroordelen. En hoe is het met bepaalde democratische rechten van de bevolking in Turkije gesteld. Bijvoorbeeld met de vrijheid van Godsdienst. Grote tegenstellingen hierin kunnen bij een grote toeloop uit het Islamitisch Turkije wel degelijk voor toenemende spanningen gaan zorgen. In veel Europese landen is bijvoorbeeld ook nu al sprake van toegenomen wrevel en onvrede bij de integratie van moslims in de lokale samenlevingen en in veel landen van de EU heeft dit aanleiding gegeven tot electoraal gewin van tegen “islamisering” gerichte politieke groeperingen. In Nederland is de PVV bijvoorbeeld belangrijkste woordvoerder van deze onvrede. Maar ook elders in Europa zie je momenteel de invloed groeien van politieke groeperingen die zich tegen verdere “islamisering” van Europa uitspreken..
ENKELE FEITEN
Het moderne TURKIJE werd gesticht als een seculiere republiek door Kemal Mustafa Ataturk in 1923. Maar hoe seculier is TURKIJE eigenlijk en zijn geloofs- en staatszaken in het dagelijks leven echt zo gescheiden als de politieke machthebbers van het land ons willen doen geloven?
Turkije ligt voor ruim 95% in Azie en heeft een geschiedenis waarin de ISLAM tot 1923 een bepalende rol heeft gespeeld. Volgens velen zou het daardoor buiten de Europees “Joods Christelijke” traditie staan. De belangrijkste religie in Turkije is de islam, waarvan 99,8% van de bevolking een aanhanger is. Begin twintigste eeuw bedroeg het aantal christenen in het Ottomaanse rijk (waaruit Turkije is voortgekomen) nog 30% van de bevolking. In de 20e eeuw liep dat aantal sterk terug onder andere doordat het Ottomaanse Rijk in de Balkanoorlogen (1912-1913) grondgebied verloor waar veel christenen wonen, maar ook door vervolging en emigratie.
Het is opvallend dat Turkije iedere verwijzing naar het “Islamitisch” karakter van het land van de hand wijst. Immers, de Republiek TURKIJE beschouwt zichzelf als seculier en ook de tegenwoordig regerende AK Partij zegt onverkort vast te houden aan de seculiere principes, ooit door de stichter van de moderne Turkse staat, Kemel Ataturk zo bepaald. Vanwege het seculiere karakter van de Turkse staat is in de Turkse grondwet geen verwijzing naar moslims of islam opgenomen. Tevens is er sprake van een controle van de staat over de officiële vorm van islam. Tot voor kort was het zo dat personen in overheidsdienst geen uiterlijke religieuze kenmerken mochten tonen. Zo zijn bijvoorbeeld hoofddoeken voor vrouwelijke werknemers in overheidsgebouwen nog verboden, hoewel de huidige regering onder Erdogan met een offensief bezig om dit te verruimen. Sinds 1982 is godsdienstig onderwijs wettelijk onder supervisie en controle van de staat.
Volgens een rapport over religieuze minderheden in Turkije van de Raad van Europa – een organisatie die de mensenrechten in Europa in de gaten houdt en waarvan parlementariërs van 47 Europese landen lid zijn, waaronder Turkije – blijkt echter dat zowel christenen als joden in Turkije nog steeds als vreemdelingen worden beschouwd. Dit ondanks het feit, dat deze groepen daar al meer dan 1000 jaar leven, de joden in Turkije zelfs meer dan 2000 jaar. Dat deze bevolkingsgroepen in Turkije in de praktijk minder rechten hebben dan andere burgers, is volgens de Raad van Europa onacceptabel.
Hoewel tegenstanders erkennen dat het huidige moderne Turkije een seculiere staatsvorm kent, is de rol van de religie in de Turkse samenleving wezenlijk anders dan in de meeste EU lidstaten. In de EU landen is de inrichting van de samenleving in hoge mate bepaald door ontwikkelingen die los van de godsdienstige overtuiging van de bevolking staan. Mede als gevolg van de VERLICHTING, waarin veel ideeën over de verhouding van de staat en haar onderdanen belangrijke wijzigingen ondergingen, werd de verhouding individu – gemeenschap fundamenteel anders dan deze is in landen waar de VERLICHTING niet heeft plaatsgevonden. Veel Europese landen vragen zich af hoe een land met een overwegend Islamitische bevolking zal omgaan met de waarden ten aanzien van individu en samenleving, die in Europa intussen gemeengoed zijn geworden. Hoe staat het bijvoorbeeld met de in aanvang succesvolle hervormingspogingen en de radicale modernisering van de Turkse samenleving die onder Kemel Ataturk bij de stichting van het moderne Turkije in gang werden gezet?
Is er bijvoorbeeld sprake van echte godsdienstvrijheid, zoals dat overwegend het geval is in EU landen? Een aantal gebeurtenissen die dit kunnen belichten spreken wat dit betreft boekdelen. Anders gezegd: met zogenaamde vrijheid van godsdienst is het in Turkije ook heden en dagen nog allerbelabberdst gesteld. Islam is eeuwenlang onlosmakelijk verbonden geweest met de Turkse samenleving. En ook nu nog is dat het geval. Tot 1923 heeft de ISLAM een bepalende rol in het land gespeeld. Ook nu nog wordt de ISLAM algemeen beschouwd als de enige religie die ertoe doet. Het aantal Christenen maakt minder dan een half procent van de Turkse bevolking uit en tolerantie tegenover Christenen is zeker niet algemeen geaccepteerd. Integendeel. Zo hebben zich al enkele jaren een aantal zorgwekkende incidenten voorgedaan waarvan Christenen in Turkije het slachtoffer werden.
Drie jaar geleden veroorzaakte de brute moord op 3 Christenen in Malatya diepe ontzetting onder Turkse Christenen. Een uiterst wrede moord op Christenen in het “seculiere” TURKIJE waarbij 3 Christenen van een Bijbeluitgeverij aan hun stoelen werden vastgebonden, urenlang werden gemarteld en de keel werd afgesneden. De 5 Turkse verdachten die werden opgepakt zeiden dat ze zich hadden laten leiden door “nationalistische en religieuze gevoelens”.
Ook onlangs nog, 3 juni 2010, werd de Rooms katholieke aartsbisschop L. Padovese in Iskenderun met messteken om het leven gebracht door zijn chauffeur. De media wisten te melden dat de chauffeur na de moord luidkeels “Allah Akbar” (Allah is groot) schreeuwde. En er zijn meer zorgwekkende incidenten te melden. In enkele jaren werden recentelijk meer Christenen vermoord of met de dood bedreigd. In 2009 nog kreeg een man die zich tot het Christendom had bekeerd in Istanbul een mes op zijn keel gezet, terwijl de dader uitriep: “Deze missionarishond is een gevaar voor ons land”. Nog op 17 juli 2010 werd de christelijke burgemeester Gevriye Aslan in het Turkse dorp Dayro Du Slibo vermoord. Deze aanslag maakte bovendien duidelijk, dat christenen die op uitnodiging van de Turkse regering terugkeren naar hun dorpen, hun leven en eigendommen niet zeker zijn.
Al deze heftigheden werden ingegeven door religieuze motieven bij de daders.
In 1453 werd Constantinopel , evenals het grootste deel van het grondgebied van het huidige Turkije, ingenomen door de Ottomanen en kwam daarmee onder Islamitische heerschappij. Sindsdien is het aantal Christenen in Turkije gestaag afgenomen. Vooral de laatste 100 jaar is dat snel gegaan en is hun aantal schrikbarend gedaald. Nog aan het begin van de twintigste eeuw bedroeg het aantal Christenen in het Ottomaanse Rijk ongeveer 30% van de bevolking. Heden ten dage zijn er in Turkije niet meer dan 200.000 Christenen over, hetgeen neerkomt op minder dan 0,3% van de bevolking.
TURKSE ISLAM EN TURKSE CHRISTENEN
Het zal duidelijk zijn dat de enorme afname van het aantal Christenen in het huidige Turkije in de loop der tijd niet vanzelf is gegaan. Zoals ook andere voorbeelden in de geschiedenis elders in Europa hebben laten zien, is het niet ongebruikelijk dat een onderworpen bevolking het kleed van haar overheerser aantrekt. Een goed voorbeeld hiervan zijn bijvoorbeeld de Balkan en Ukraine. In de Balkan (delen van het huidige Servië en Bosnië Herzegovina) heeft zich in feite iets vergelijkbaars voorgedaan. Na de verovering van de Balkan door de Islamitische Ottomanen “bekeerden” vele (oorspronkelijk Christelijke) bewoners zich tot Moslim, aangezien zij dachten, dat dit betere kansen bood op maatschappelijk succes. In West Ukraine gebeurde iets dergelijks. Alleen waren in dit geval de Polen de binnenvallende vreemde mogendheid, die het er voor het zeggen kreeg. Op het grote Kerkhof van Lviv (Lemberg) in West Ukraine zie je ook heden ten dage nog veel Poolse namen op oude grafzerken. Het zijn stille getuigen van burgers die ten tijde van de Poolse overheersing van West Ukraine hun naam “ver-Poolsten”, teneinde er maatschappelijk voordeel bij te kunnen behalen. Zo ook gebeurde in een veranderd religieus- maatschappelijk klimaat in het toenmalige Byzantijnse Keizerrijk en Constantinopel na bezetting door Ottomanen. Met de vrijheid van Christenen en andersdenkenden is het sindsdien bergafwaarts gegaan en in het huidige Turkije bestaat ook heden ten dage een diepgeworteld wantrouwen tegenover Christenen.
Christenen worden in Turkije vaak beschouwd als vijanden van de natie. Een Christelijke Turk wordt een verrader genoemd. Christelijke minderheden staan in Turkije onder verdenking. Ze worden als een “vijfde colonne” gezien, die een bedreiging kan vormen voor de veiligheid en het voortbestaan van de staat. Dat wantrouwen is diepgeworteld en niet helemaal zonder reden. In een ver verleden maakten Britten en Fransen van deze minderheden gebruik om hun invloed in het Ottomaanse Rijk te laten gelden. Indirect heeft dit er destijds toe bijgedragen dat het Ottomaanse Rijk uiteen viel en de Turken de Christelijke minderheden om hun nationale intenties gingen wantrouwen. Zolang de traditioneel Christelijke gemeenschappen (zoals Syrische Christenen, Grieks-Orthodoxen, Armeniers en Katholieken) zich gedeisd houden en niet teveel de aandacht op zich vestigden, boezemen zij de Turken minder angst in. Meestal houden ze zich dan ook gedeisd. Het is een hen door moslims opgedrongen onderwerping en wordt verklaard vanuit het begrip “dhimmitude” (de schrijfster Bat Ye’or besteedt er in haar studie “The Decline of Eastern Christianity under Islam – from jihad to dhimmitude” uitgebreid aandacht aan). Door de eeuwen heen konden Joden en Christenen die als gevolg van de Islamitische expansiedrift onder Islamitisch bewind kwamen zich alleen handhaven als “dhimmies”.
Het woord “dhimmi” wordt in de Sjaria (Islamitische Wetgeving) gebruikt voor Christenen en Joden die de superioriteit van de islam hebben erkend en zich hebben onderworpen aan het Islamitisch oppergezag. Dhimmies kunnen onder de Sjaria bepaalde religieuze vrijheden krijgen. Ze moeten dan wel een extra belasting betalen (jizya) en zich allerlei beperkingen en discriminerende voorschriften laten welgevallen. Verzet hiertegen wordt geheel volgens de regels van de jihad gesanctioneerd met de dood, het was voor de Christenen slikken of stikken na de val van Constantinopel: of zich bekeren tot de Islam, of nederige onderwerping als dhimmie.
Uit een in januari 2010 gepubliceerd onderzoek in het Turkse Dagblad CUMHURIYET blijkt dat 3 van de 4 Grieks-Orthodoxe Christenen in Turkije constant voor hun veiligheid vrezen. Ze voelen zich bedreigd. 38% zei vaak bang te zijn. Driekwart van de ondervraagden in een onderzoek onder Oosters Orthodoxe Christenen in Istanboel en Izmir zei ervan overtuigd te zijn, dat de Turkse overheid hen niet mag en hen het liefst zag uitsterven. Tot aan de Eerste Wereldoorlog bestond bijna de helft van de bevolking van Istanboel (de hoofdstad van het toenmalige Ottomaanse Rijk) uit Oosters Orthodoxe Christenen. Het priesterseminarie van Halki moest in 1971 van overheidswege de deuren sluiten, omdat de toenmalige Turkse regering alle private instellingen voor hoger onderwijs verbood. Al bijna 40 jaar is er geen priester meer opgeleid, waardoor de orthodoxe Kerk in haar bakermat dreigt uit te sterven. Ook de Oecumenisch Patriarchaat wordt door de Turkse Staat niet erkend. De positie van Christenen in Turkije is dus uiterst kwetsbaar en godsdienst vrijheid is er beperkt.
Het is een wrange gedachte dat TURKIJE ooit een bastion is geweest van het Christendom en maar weinig landen hebben zo’n rijke Christelijke geschiedenis als het huidige TURKIJE. Het is bijvoorbeeld de regio waar Paulus enkele van de eerste Christelijke gemeenten, waaronder die in de belangrijke handelsstad Efeze, heeft gesticht.
Nieuwe Christelijke groeperingen in Turkije zijn de laatste jaren steeds vaker het doelwit geweest van aanvallen en bedreigingen. Je zou kunnen zeggen dat hier sprake is van pogingen om deze groep vanuit de Turkse samenleving te “dhimmiseren”, door ze te terroriseren en schrik aan te jagen. Voor zover er (sporadische) groei is onder Christenen en de Christelijke gemeenschap in Turkije, komt die voornamelijk uit Protestantse hoek. Maar gemakkelijk wordt het hen daarbij niet gemaakt. Nieuwe Christenen uit Islamitische gezinnen worden vaak door hun familie verstoten en afgeserveerd. Christelijke Turken, zeker als ze een Moslim achtergrond hebben, worden nog altijd als verraders van de staat gezien. Voor een Turk is een Turk moslim, punt uit! Als er al sprake is van een zekere ontspanning en vooruitgang, dan zijn dat weliswaar hoopgevende stappen op het gebied van vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en vrijheid van geloof, maar dat dit proces uiterst kwetsbaar en broos is, mag blijken uit diverse aangehaalde voorbeelden in het voorgaande.
Wil er echt sprake zijn van een seculiere, moderne Turkse samenleving, waarbij ook landen in de EU zich comfortabel voelen en die het vertrouwen verdient van EU landen (waarin die vrijheden misschien te gemakkelijk als vanzelfsprekend worden gezien), dan zal vooral de Turkse regering moeten aangeven dat het wat haar betreft ernst is met het wegnemen van dat wantrouwen. Tot op heden is daar nog weinig van gebleken. Behalve protest van de Turkse regering tegen de aangescherpte voorwaarden die de EU stelt aan toetreding van Turkije tot de EU en als gevolg daarvan blijken van een tanende belangstelling onder Turken om zich überhaupt nog bij de EU aan te willen sluiten, is er van een werkelijke tegemoetkoming van Turkije aan die bezwaren (en angst voor een mogelijk “geheime agenda” van Turkije) nog barweinig te merken geweest.