Het is bijna 5 december, je hebt naar veel zoeken eindelijk hét sinterklaascadeau gevonden, het is netjes ingepakt, in papier of in een mooie surprise, en nu moet er nog maar een ding gebeuren: een gedicht! En dan niet zomaar een rijmpje, maar een gedicht dat is zegt, dat iemand aan het lachen maakt en wat ook nog op je cadeau slaat. Het maken van een gedicht is simpeler dan je denkt. Lees gauw verder.
Waarom een gedicht
Een cadeau is leuk, maar een cadeau met een gedicht is nog leuker. Iemand heeft de moeite genomen om over je na te denken en hier iets over te schrijven. Een gedicht laat je zien hoe een ander over je denkt. Een cadeautje op zichzelf!
Een sinterklaasgedicht is ook voor de schrijver leuk, omdat je iemand anoniem kunt plagen met een onhebbelijke gewoonte of een gekke, waargebeurde situatie. Het is natuurlijk de kunst om iedereen met snedige opmerkingen aan het lachen te krijgen en soms om de ontvanger van het gedicht op een leuke manier eens netjes op zijn/haar plaats te zetten.
Het begin
Voor het schrijven van een goed gedicht begin je met het opschrijven van je boodschap in korte woorden. Je omschrijft het cadeau, je somt de eigenschappen en hobby’s op van degene over wie je een gedicht wilt schrijven en je schrijft de anekdotes op waarmee je wilt gaan plagen.
Je omschrijft dit in korte woorden, het zijn je richtlijnen, hier wil je over gaan schrijven. Als je iemand een beetje kent, heb je waarschijnlijk gauw genoeg een aantal onderwerpen. Twee of drie onderwerpen zijn al ruim voldoende om een kort, leuk gedicht te maken. Wanneer je iemand niet goed kent, kun je het verlanglijstje gebruiken als inspiratiebron. Je kunt schrijven over de cadeautjes die je níet hebt gekocht, of over het feit dat er geen verlanglijstje was, of dat je al heel snel een leuk cadeau hebt kunnen vinden, of dat je echt helemaal niets hebt kunnen vinden (er blijkt uiteindelijk een cadeaubon in het cadeau te zitten) etc. etc.
Het schrijven
En dan begint het grote schrijven. Het makkelijkst is om een bestaand rijm te gebruiken voor het ritme, en hier je eigen woorden op te verzinnen. Ik ga zelf bijvoorbeeld vaak uit van een Nijntje verhaal. Die kadans zit goed in mijn hoofd. Kijk altijd goed naar het aantal woorden per zin (in het geval van Nijntje is dit 8 – 6 – 8 – 6) en naar de rijmwoorden (hier: de tweede en vierde zin rijmen, de eerste en laatste dus niet).
Vervolgens is het een kwestie van je pen op papier zetten, je onderwerpen een voor een te omschrijven en te zorgen dat dit rijmt (kom op, iedereen kan wel een rijmwoord verzinnen, zinnetje ervoor en klaar).
Het grote voordeel van het hebben van een voorraad onderwerpen is dat je niet oeverloos gaat rijmen en een heel lang gedicht krijgt dat nergens over gaat. Zo krijg je hooguit iemand aan het gapen.
Voorbeelden
Tot slot, voor de hulpsinterklazen die er echt zelf niet uitkomen, een aantal van de meest voorkomende rijmzinnen. Deze kun je altijd gebruiken als opvulling, succes gegarandeerd.
Mocht het na deze voorbeelden nog niet lukken, schrijf dan een sinterklaasliedje over, in hele stukken. Of schrijf in plaats van een gedicht, dat de ontvanger, heel verlicht, eerst een liedje moet zingen, daarna is het cadeau pas binnen. Een liedje geeft toch plezier, en is soms veel gemakkelijker voor mens en dier.
1. Sinterklaas zat te denken, wat hij Pietje nu moest schenken
2. Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan, voor jou een cadeautje, ik zie het al staan
3. Zie de maan schijnt door de bomen, is er voor jou ook een cadeautje gekomen?
4. Schepen boordevol geschenken / grote pakjes en ook klein / maar dit ene kleine (grote) pakje / kan alleen het jouwe zijn!
5. Als je zelf zou mogen zeggen / wat jou het meeste raakt…/ Ach weet je, het is beter dat / je zelf een keuze maakt!
Als afsluiter: groetjes van Sinterklaas en zijn zwarte Pieterbaas!