Een jaar of tien geleden begon ik te werken met pubers. Toen waren mijn eigen bloedjes nog maar 2 en 4 jaar oud. Daarom dacht ik eigenlijk dat ik – tegen de tijd dat zij zover zouden zijn – ik goed beslagen ten ijs zou komen. Niets is minder waar! Professioneel omgaan met pubers is een heel andere wereld dat omgaan met je eigen pubers!
Onze oudste begon toe hij 12 jaar oud was, ineens enorm te groeien. Zijn gestalte werd bonkig, zijn stem ging omlaag, zijn benen werden behaard. Maar toch bleef hij aardig zichzelf. Hier en daar een driftbui, maar goed, dat kenden we al van de zogenaamde petuerpuberteit, en hoewel soms minder in getal, helemaal weggegaan zijn ze nooit. En gelukkig maar, denk ik, want het hoort er gewoon bij.
Nu zijn we twee jaar verder, en ik kan zeggen: Het waren twee roerige jaren. Want de pubers in het internaat die ik was gewend, zijn een heel ander verhaal dan puber in het wild. En met name dan die puber die jij zelf hebt voortgebracht. Je hebt er toch een heel andere band mee dan met pubers van buiten je gezin. Met al je pedagogische vaardigheden, je professionele geduld, je afstand ben je nergens als het je eigen pubers zijn. Je gaat erin met boter en suiker, en het is en blijft een wankel evenwicht. Je kunt je er niet op voorbereiden, want je weet nooit wat er komt. Hieronder volgen een paar tips die ik zelf regelmatig toepas en die -bij ons althans- vaak (niet altijd!!) blijken te werken.
1. Bedenk, midden in een boze bui: “Dit doen zijn/haar hersenen, dit is niet zoals mijn kind het helemaal bedoelt.” Bij mij kunnen de jongens vrij ver gaan, ze hebben recht op een boze bui, mits ze anderen geen schade berokkenen, zowel in lichamelijk als geestelijk geweld (Oftewel: Geen grof gescheld en geen grof geweld)
2. Reageer niet op elke grote mond. Dat is lastig, ik weet het, maar soms moet je het even langs je laten afglijden, zoals er water bij een eend afglijdt. Het is beter om later samenvattend een opmerking te plaatsen, dan op elk klein scheldwoord te reageren. Dat is de rode lap op de stier.
3. Baken je grenzen af, maar wees flexibel. Natuurlijk moet je je eigen grenzen in de gaten houden, maar af en toe moet je ook over grenzen heen kijken. Pubers zijn ook hun eigen grenzen aan het verkennen, en ook al zijn jullie in hun ogen de meest achterlijk ouders op deze aardbol, toch zien ze jou als voorbeeld. Al is het alleen maar omdat ze nooit zullen worden zoals jullie! De puberteit bij je kind is het ultieme moment om zelf ook je grenzen te verkennen. Zijn al mijn zekerheden wel zo zeker? Wat vind ik en waarom?
4. Bedenk dat jij ook fouten mag en zal maken. En belangrijker nog: Laat je kind ook zien dat jij niet onfeilbaar bent. Je bent maar een mens, die fouten maakt, en je puber mag ook fouten maken! Bespreek het met je puber als jij uitgegleden bent. Maak het niet te lang, maar doe het ook niet af.
5. Blijf in gesprek. Dit is soms best lastig. Gezeur, dat is vaak wat pubers van jouw gepraat vinden. Zoek iets wat jullie allebei leuk vinden, winkelen, vissen, potje biljarten, een film kijken. Maar verwacht niet dat je kind altijd zin heeft om dit soort dingen met jou te doen! Maar als je dan eens samen iets aan het doen bent, kom je vaak tot heel leuke gesprekken. Juist doordat je niet face-to-face staat, praat het soms wat makkelijker. Maar soms ook niet: Dring niet te veel aan, accepteer dit gewoon, en probeer het een andere keer weer.
6. Weet dat dit ooit weer voorbij gaat. Het is bij jouzelf (in de meeste gevallen dan) immers ook weer overgegaan. En vertel me niet dat jijzelf niet in de puberteit hebt gezeten! Je was vast geen haar beter!
7. Kijk naar de positieve dingen. Ik weet het, dit is soms lastig, maar het kan je behoeden voor het diepe, zwarte gat van ruzies, ellende en wat dies meer zij. Gooit je puber zijn tas in de hoek? Hij gooit hem tenminste niet midden in het looppad. Komt hij een half uur te laat thuis? Hij komt tenminste nog thuis! Loopt hij briesend van woede stampend de trap op, en komt hij vijf minuten laten fluitend weer beneden, terwijl jij nog boos bent? Hij is zijn boze bui tenminste weer kwijt. (Ik weet het, dit is allemaal vrij lastig, maar echt: het helpt de scherpe kantjes er een beetje af te halen!)
Tot slot: Bedenk, dat een kind de puberteit nodig heeft om zichzelf te ontdekken, leren kennen en zich los te maken van zijn gezin om een gezond volwassen leven te krijgen. Juist in deze tijd woedt er doorlopend een enorme storm in zijn hart, in zijn hoofd en in zijn lichaam. Alles wordt ineens anders, en dat is soms best eng. Hetgeen dat het meest vertrouwd voor hem is, krijgt er dan het hardst van langs. Maar dat gebeurd juist omdat hij weet dat zijn vertrouwde omgeving hem niet zal laten vallen.