Tussen de geboorte en de dood zitten de Babytijd peutertijd kleutertijd kindertijd pubertijd volwassenheid en ouderdom.Een mens veranderd in verstandelijk,emotioneel,lichamelijk en sociaal gebied.Niet alle delen van een mens groeien even hard dit hangt van de groei van je skelet.Elke levensfase heeft andere ontwikkelingstaken.De ontwikkeling van een mens kun je onder acht levensfasen's onderscheiden.
Eerste levensfase : Baby
Leeftijd tussen de 0 en anderhalf jaar
Baby's ondekken in de eerste tot de zesde maand dingentjes zoals hun handjes en voetjes, ze ontdekken dat ze bewegingen kunnen maken met het mondje bijvoorbeeld door hun tong uit te steken,op zijn/haar lipjes zuigen en leuke gezichtjes te trekken.Hij ondekt dat hij kan omrollen,dat hij naar links en naar rechts kan kijken.Dat hij geluidjes kan maken zoals gillen brabbelen en mompelen.Het leert in zijn handjes klappen,een blokje pakken.Hij leert hoe hij moet zitten en hoe hij op zijn hurken kan zitten.Hoe hij zich op kan trekken.Hoe hij leert staan, kruipen.Hij leert herkennen bijvoorbeeld zichzelf op een foto.Hij laat ook zijn eerste woordjes horen,zoals mama en papa.
Tweede levensfase : Peuter.
Leeftijd tussen de anderhalf en de vier jaar
In de tweede levensfase spreek je over een peuter.Een peuter leert in zijn peutertijd blokjes opstapelen,eten met een lepel,rennen,een potlood vasthouden,bladzijden omslaan,traplopen,ze leren om op de wc hun behoefte te doen (zinderlijk worden) Ze leren dat ze zich moeten aankleden voordat ze naar buiten gaan.Het praten neemt erg toe in de peutertijd.Peuters leren ook emoties kennen zoals trots,verlegenheid,schuldgevoel,schaamte en zelfs jaloezie.Peuters kunnen ook last van driftbuien krijgen dit noemen ze ook wel eens de peuterpuberteit.
Derde levensfase: Kleuter
Leeftijd tussen de vier en de zes jaar
Een kleuter leert voor het eerst naar school gaan en leert daar tekenen,kleine woordjes lezen,knutselen,veters strikken,een koprol maken,fietsen, en steppen.Ze kunnen goed vangen en gooien.Ze weten het verschil tussen goed of fout.Bij kleuters zie je dat hun lichaam veranderd het mollige wat peuters hebben verdwijnt.Kleuters krijgen echte vriendjes en vriendinnetjes en ze leren het verschil tussen jongentjes en meisjes,Ze weten of ze een jongetje of een meisje zijn want een jongentje heeft een piemeltje en een meisje niet.
Vierde levensfase: Schoolkind
Leeftijd tussen de zes en twaalf jaar
Een schoolkind leert schrijven,lezen,rekenen.Ze zijn goed in staat om te luisteren en zich te concentreren.Ze gaan op een club bijvoorbeeld zwemles of muziekles.Ze krijgen zakgeld en leren met geld om te gaan en ze kunnen geld wisselen.Ze leren zelf over te steken.Je merkt ook dat meisjes naar meisjes toetrekken om mee te spelen en jongens naar jongens.Ze vinden kinderen van het andere geslacht vaak maar stom.De tandjes gaan wisselen en ze weten het verschil tussen links en rechts.Sommige meiden kunnen rond hun elfde al in de pubertijd komen bij meisjes komt de pubertijd zo'n twee jaar eerder als bij een jongen.
Vijfde levensfase: Pubertijd
Leeftijd tussen het twaalfde en zestiende jaar
Pubers gaan naar de middelbare school, verzetten zich tegen hun ouders ,drinken voor het eerst alcohol,zijn onevenwichtig en onzeker,zijn minder vaak thuis,krijgen nieuwe vriendschappen,denken na wat ze in hun toekomst willen(welke keuzerichting ze moeten maken) Maken de groeispurt door meisjes krijgen borsten, schaam/okselhaar en sommige meiden worden voor het eerst ongesteld en gaan anders naar jongens kijken ze fantaseren vaak over romantische dingen.Jongens krijgen een grotere penis,schaamhaar en okselhaar snor en baard groei en ze krijgen de baard in de keel (de stem veranderd) en ze fantaseren vaak over seks.
Zesde levensfase: Adolescent
Leeftijd tussen het zestiende en het eenentwintigste jaar
Een adolescent is een jong volwassene.Het is de overgang tussen de jeugd en de volwassenheid.Een asolescent probeert zijn kindertijd achter zich te laten leert omgaan met regels afspraken en conflicten en is vooral bezig met zelfstandig worden. Ze zijn veel bezig met hun studie, uitgaan en met bijbaantjes.Een adolescent heeft behoefte aan ervaringen opdoen en willen zich bewijzen.
Zevende levensfase: Volwassen worden
Leeftijd tussen het eenentwintigste en vijfenzestigste jaar
Je noemt iemand volwassen als iemand zelfstandig is.In deze levensfase wordt alles wat serieuzer en ben je bezig met werk,liefde en een eigen bestaan op te bouwen. Ook met vragen zoals wel of niet trouwen? En wel of geen kinderen krijgen?
Achtste levensfase: Ouderdom
Leeftijd na het vijfenzestigste jaar tot aan de dood
In deze fase stop je met werken.Heb je waarschijnlijk kleinkinderen.Nemen de herrineringen af ,ook het abstract denken zoals het invullen van een puzzel neemt af.De haren worden grijs.Je krijgt meer rimpels en kun je last krijgen van een droge huid.Bejaarden worden vaak afhankelijk van mensen omdat ze vaak last krijgen van lichamenlijke ongemakken.Hulpmiddelen zoals een rollator,medicijnen,wandelstok komen dan ook vaak voor.Maar dit geld niet voor alle bejaarden er zijn ook bejaarden die nog gezond en fit zijn en alles nog zelf kunnen.