Tegenwoordig zou een geschiedschrijver nooit durven te beweren dat Nederland ontstaan is door de “machtige vinger Gods” die Nederland vrijmaakte van de Spaanse overheersing. Het idee dat de strijd van den Nederlanden geleid werd door God, zou belachelijk gevonden worden en de theorie dat Nederland het eigenlijke Israël is, zal tegenwoordig het licht wel niet zien. Tegenwoordig weten we wel dat Nederland met geluk is losgekomen van de Spaanse koning. Als de heerser niet in Spanje had gezeten, had het bericht van de opstand hem veel eerder bereikt. Dan waren zijn troepen veel eerder aangekomen in den Nederlanden en was de Opstand wellicht op tijd neergeslagen. Als de Spaanse koning de Nederlanden belangrijker had geacht dan de oorlog met Frankrijk, dan had het met de onafhankelijkheid van Nederland niet zo’n vaart gelopen.
De geschiedvisie van P.J. Klopper
In de 19e en zelfs nog in de 20e eeuw waren protestant-christelijke geschiedschrijvers ervan overtuigd dat de Bijbelse geschiedenis van het volk Israël eigenlijk betrekking had op het Nederlandse Volk. Zoals God het volk Israël uitverkoren had, zo zou God het Nederlandse volk uitverkoren hebben. Zoals het volk Israël had moeten zwoegen onder de tirannie van het Egyptische volk, zo heeft het Nederlandse volk geleden onder de heerschappij van de Spanjaarden. En zoals God een eeuwigdurend verbond gesloten had met de voorvaderen van Israël, zo zou God de voorvaderen van het Nederlandse volk ook de belofte van verlossing hebben gedaan. Nederland had zelfs een Mozes in de persoon van Willem van Oranje.
Deze geschiedvisie had o.a. P.J. Klopper, die in zijn belangrijkste werk Nederland en Oranje schreef over de onafhankelijkheidsstrijd van Nederland alsof het de strijd was van het uitverkoren volk Israël tegen Egypte. Door zijn achtergrond had Klopper een protestant-christelijke visie op de geschiedenis. In deze geschiedvisie stond het Gereformeerde geloof in Nederland centraal. Nederland werd hierin gezien als natie die voorbestemd was om gereformeerd te worden, net zoals het volk Israël voorbestemd was om het volk van God te worden. Echt gelovig werd Israël pas na de strijd tegen Egypte, net zoals Nederland pas het ware geloof aannam na de strijd tegen de Spaanse overheersing.
Meer landen hoorden in die tijd bij een groot rijk net zoals Nederland bij het Spaanse Rijk hoorde. Die landen werden echter niet onafhankelijk van het rijk waar ze bijhoorden. Maar waarom werd Nederland dan wel onafhankelijk? Het protestant-christelijke antwoord hierop vind je in Nederland en Oranje van P.J. Klopper. Als Spanje ook gereformeerd was geweest, dan hoorde het waarschijnlijk nog steeds bij Spanje. Het gereformeerde geloof was echter het ware geloof dat door God zelf aan de Nederlanders werd gegeven. Spanje was katholiek en daarom moest Nederland wel verlost worden van de Spaanse heerschappij.
Dit idee maakt P.J. Klopper vooral kenbaar met het volgende citaat uit Nederland en Oranje: “dat God ons vaderland als uit de zee heeft doen opkomen; dat Hij onze voorouders niet in de nacht van het heidendom heeft laten blijven, maar hun het Envangelie heeft laten bekend maken (…); dat onze geboorterond gedrenkt is geworden met het bloed der martelaren in den tijd der Hervorming; dat God onze voorvaderen verlost heeft van de macht van Spanje (…)” Met voorouders bedoelt Klopper hier de Nederlanders die ten tijde van de Opstand leefden en onder het heidendom moet het Spaanse katholicisme verstaan. Dus volgens Kloppers heeft God zelf de gereformeerden gered van de katholieke overheersing. De Gereformeerden, die door de Spanjaarden als ketters bestempeld werden en op de brandstapel het leven lieten, waren dan ook martelaren die voor de goede zaak gestorven waren.
Opvallend in deze visie vind ik tot slot dat Klopper in zijn boek het Nederlandse volk helemaal gelijkstelt aan Israël. Deze gelijkstelling komt vooral duidelijk naar voren in het volgende citaat: “(…) dat voor ons volk slecht heil te wachten is, zoo het Zijn naam eert en zich houdt aan Zijne geboden.” Volgens dit citaat zou het Nederlandse volk altijd geholpen worden door God zolang het maar Zijn naam eert en Zijne geboden nakomt. Dat doet mij wel heel erg denken aan de belofte van God aan Israël dat zijn nakomelingen altijd het volk Gods blijven zolang het maar Zijn naam in ere houdt en zich houdt aan Zijn geboden. Met deze bewering was Nederland dus werkelijk het Israël van het Westen geworden.
De geschiedvisie van Louwrens Penning
Louwrens Penning was ook een protestant-christelijke geschiedschrijver, die één van de bekendste uit zijn tijd was. Hij schreef voornamelijk veel romans, die niet eens zo heel veel verschilden van Kloppers geschiedeniswerken. De personen in Penning werk waren alleen helemaal verzonnen, terwijl ze in het werk van Klopper nog wel echt bestonden. Dit is echter het enige wezenlijke verschil met Kloppers werk.
Hij meende ook dat Nederland het Israël van het Westen was. In één van zijn beroemdste werken Onder de Oranjevlag beweert hij namelijk dat de Nederlanders het protestantse Israël zijn. In zijn visie is het ware geloof ook het gereformeerde geloof en het Nederlandse volk zou door God uitverkoren zijn om dit ware geloof te verdedigen. De strijd tegen Spanje betrof volgens Penning dan ook de strijd van het protestantisme tegen het katholicisme.
Hieruit blijkt dat Penning hetzelfde antwoord geeft als Klopper op de vraag waarom Nederland uitverkoren zou zijn door God. Een beetje kort door de bocht gezegd heeft God Nederland uitverkoren om het protestantse karakter van de natie. Penning gaat echter nog een stapje verder. Net zoals Israël verkozen werd om God’s hand zichtbaar te maken, zo werd Nederland ook verkozen om “God’s schikkende hand in de geschiedenis der mensheid zichtbaar te maken.” Israël maakte God’s schikkende hand zichtbaar onder leiding van Mozes. Denk maar aan de zeven plagen die Israël troffen en de wonderbaarlijke uittocht van Israël toen hun ondergang nabij leek. Nederland maakte God’s schikkende hand zichtbaar door de onafhankelijkheidsstrijd te winnen toen het er op leek dat hun ondergang nabij was.
Nederlands ondergang leek inderdaad nabij in het Rampjaar 1672 waarover het verhaal van Penning ging. In 1672 vielen Engeland, Frankrijk, en de bisdommen Münster en Keulen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden binnen. Hun legers vielen de Republiek binnen en bezetten al snel grote delen van het Nederlandse grondgebied. Dit ging relatief eenvoudig, omdat de Republiek het leger verwaarloosd had. Deze verwaarlozing is volledig te wijten aan de discussie die toen in de Republiek gevoerd woedde. Men kon het er maar niet over eens worden of er geld geïnvesteerd moest worden in de vloot of in het leger en als gevolg van deze onophoudelijke discussie investeerde men noch in de vloot noch in het leger.
De Franse invasie ging dus vrijwel zonder moeite en hun legers waren zelfs al tot Utrecht doorgedrongen toen de invasie ineens gestaakt werd. Als de Fransen nu een aanval hadden gedaan op de Hollandse waterlinie, was misschien wel de hele Republiek overwonnen. Ze staakten toen de strijd, omdat een groot deel van hun legermacht in garnizoen lag om al de veroverde steden te bewaken. Dus het leger had niet zoveel mannen meer over om aan te vallen. Ten tweede verwachtten ze dat de Engelsen spoedig op de Nederlandse bodem zouden landen en zo de aanval van hen zouden kunnen overnemen. De Nederlandse vloot onder leiding van Michiel de Ruyter stond echter geen Engelse invasie toe. Michiel de Ruyter is dan ook niet voor niets de Nederlandse geschiedenis ingegaan als bekendste zeeheld. Hij heeft Nederland wellicht gered van de ondergang en de onafhankelijkheid veiliggesteld.
Overigens had Spanje ook het initiatief kunnen nemen om de Republiek te veroveren. De Republiek was ernstig verzwakt en de Spanjaarden hadden het dan waarschijnlijk ook wel gewonnen. Het Spaanse Rijk vond het echter belangrijker om hun leger in te zetten tegen de Fransen die de Zuidelijke Nederlanden continue aanvielen. En wat dacht je van de Turken die Spanje maar bleef aanvallen? Spanje had veel meer aan zijn hoofd dan de Republiek.
Pas als iets volledig onmogelijk is en toch gebeurt, kan men spreken van Gods vinger. De zeven plagen die Egypte troffen en de uittocht van de Israëlieten over de drooggevallen Rode Zee waren zulke onmogelijke dingen, maar de redding van de Republiek was niet geheel onmogelijk. Er waren redenen dat de Republiek standhield!
De geschiedvisie van mevrouw Bosboom
De laatste geschiedschrijver die ik ga behandelen is Anna Louisa Geertruida Bosboom-Toussaint. Zij heeft een groot aantal historische novellen en romans geschreven. Onder andere Het Huis Lauernesse komt van haar hand. In dit werk schetst zijn een beeld van de Hervorming in Nederland. Deze beschrijft zij als “een groot werk des Heren, ofschoon door zwakke en zondige mensen volbracht.” Volgens haar had God dus een leidende rol in de Hervorming. Hiermee deelt zij dezelfde mening als Klopper en Penning wiens geschiedvisies ik eerder beschreven heb. Vrijwel zeker onderschreef ze ook de mening dat het gereformeerde geloof het ware geloof was, hoewel dat in dit boek niet zo heel erg tot uitdrukking komt.
De religie komt veel meer naar voren in een ander geschiedwerk van mevrouw Bosboom dat de titel Leicester-cyclus draagt. Deze cyclus ontleent zijn naam aan Robert Dudley, graaf van Leicester en voorman van de Puriteinen – de Engelse stroming van het gereformeerde geloof. Deze graaf werd in december 1585 door de Engelse koningin naar Nederland gezonden om de opstandelingen te helpen bij hun strijd tegen Spanje. Dudley beloofde de koning zich te zullen beperken tot het opperbevelhebberschap van het leger en steun aan de Staten-Generaal. Maar hij aanvaardde ook de soevereiniteit die de Staten-Generaal hem aanbood. De grenzen van zijn gebied stonden echter niet geheel vast. Vooral tussen de Staten van Holland en Leicester werd hierover veel geruzied. Zij probeerden zijn macht zoveel mogelijk in te perken. Uiteindelijk leed Leicester als opperbevelhebber van het leger zoveel verliezen dat hij in 1587 gedwongen werd om de Republiek te verlaten.
Bosboom heeft in deze Leicester-cyclus de vaderlandse geschiedenis geschreven vanuit het christelijke verlossingsidee. Dit verlossingsidee gaat er vanuit dat God de Nederlanden allereerst verlost heeft van de Spaanse overheersing en daarna ook weer voorkomen heeft dat Leicester de Nederlanden in zou lijven bij Engeland. Bosboom denkt namelijk dat de soevereiniteit van Leicester uiteindelijk geresulteerd zou hebben in de inlijving bij Engeland. In het falen van Leicester ziet mevrouw Bosboom dan ook “de machtige vinger Gods, die door haar aanraking dit stout geordende bouwplan der eenheid, in een Babel van verwarring heeft verkeerd, opdat de zeven schoonge gewesten, die zich met zoveel kracht hadden losgescheurd, van het Spaansch gebied om te komen tot eene eerlijke vrijheid, niet zouden worden ingelijfd als één groot wingewest van het Engelsche Koninkrijk, maar tot een klein en zelfstandig volk zouden worden (…)” Waar Penning spreekt over Gods schikkende hand, spreekt Bosboom hier van Gods vinger. God had het Nederlandse volk ook volgens Bosboom uitverkoren om het bestaan van God zichtbaar te maken. Om die reden kwam er verlossing voor het Nederlandse volk.
Dit verlossingsidee is overigens gebaseerd op het Bijbelse verhaal van het volk Israël dat God verlossing heeft geschonken. Zij zijn in de Bijbel het uiverkoren volk van God. In de geschiedschrijving van Bosboom is het Nederlandse volk dat uitverkoren volk van God. De geschiedenis van het Nederlandse volk zou dan ook opgenomen zijn in Gods heilsplan; God zou de geschiedenis van de Nederlanden bepalen. Gods geschiedenis is er niet één van menselijke zegen, overwinning of hoogmoed; maar het is een geschiedenis van verlossing. Vandaar dat Nederland niet zegevierde over Spanje en Engeland, maar verlost werd.
Conclusie
Aan de hand van de geschiedschrijvers Klopper, Penning en Bosboom heb ik proberen aan te tonen welke rol de religie speelde in de geschiedschrijving over Nederland. Hier betreft het de populaire geschiedschrijving die in de 18e en 19e eeuw over de Nederlandse Opstand geschreven zijn. Deze periode van de Nederlandse geschiedenis werd vroeger ook wel de Tachtigjarige Oorlog genoemd. Het betrof aanvankelijk een opstand van de Nederlanders (vooral stedelingen), maar werd een regelrechte oorlog van een aantal Nederlandse gewesten tegen het Spaanse gezag.
Moderne historici breken zich nog altijd het hoofd over de vraag wat de oorzaak van de Nederlandse Opstand was. Was het geloof de oorzaak, of de politiek? Veel historici kunnen er tegenwoordig geen eenduidig antwoord op geven. Wel zijn ze het vaak met elkaar eens dat het de Nederlanders niet ging om onafhankelijkheid van Spanje. Zij wilden niet per se onafhankelijk worden van Spanje, maar wilden gewoon hun privileges en voorrechten terug die de Spaanse koning meer en meer afpakte. In veel moderne historische werken speelt religie een ondergeschikte rol. De protestantse religie zorgde wel voor de uitbraak van de Beeldenstorm, maar de Opstand betrof nooit een strijd van het gereformeerde geloof tegen het katholicisme. Dat de Republiek na de onafhankelijkheid gereformeerd werd, was enkel een gunstige bijkomstigheid.
Als deze vraag toentertijd aan de protestant-christelijke geschiedschrijvers van de 18e en 19e eeuw gesteld was, zouden zij waarschijnlijk wel een eenduidig antwoord geven. Zij lieten de politiek namelijk helemaal uit beschouwing en concentreerden zich volledig op de religie. Volgens hun was de religie de enige oorzaak voor de Opstand en de enige reden dat Nederland onafhankelijk is geworden. Volgens zowel Klopper als Penning als Bosboom had God het Nederlandse volk uitverkoren om verlost te worden van het Spaanse juk. Het gereformeerde geloof was immers het ware geloof van God en zou door God zelf aan de Nederlanders gegeven zijn. Verder wilde God Zijn schikkende hand zichtbaar maken in de geschiedenis door de Nederlanden te verlossen van de Spaanse overheersing. Om die reden liet God de geschiedenis van de de Nederlanden zo voorspoedig verlopen toen de ondergang nabij leek. Gods hand kan immers pas zichtbaar gemaakt worden als er iets gebeurt wat geheeld onmogelijk was.
Tot slot zou de geschiedenis van de Nederlanden altijd voorspoedig verlopen zolang de bevolking maar Gods naam in ere houdt en Zijn geboden naleeft. Met deze ideeën wordt Nederland helemaal gelijkgesteld aan Israël. Het is dan ook niet voor niets dat Nederland in die tijd vaak de aanduiding “Israël van het westen” kreeg.