Een kind wordt gepest wanneer het herhaaldelijk wordt blootgesteld aan het negatief handelen van 1 of meerdere personen.
Bij pesten is het ene kind sterker en het andere kind zwakker. Het is steeds hetzelfde kind dat wint en hetzelfde kind dat verliest.
Vaak gebeurt pesten niet één keer, maar is het gepeste kind is steeds weer de klos.
Pesten heeft veel te maken met de verhoudingen binnen een groep. Daarom is het niet eenvoudig om er een eind aan te maken. Als de begeleider schelden verbiedt, zoeken de kinderen andere manieren en andere momenten om te pesten.
wat zijn de signalen?
Kinderen veranderen tijdens het opgroeien. Soms zijn die veranderingen gemakkelijk te begrijpen. Het is begrijpelijk dat uw zoontje moe en prikkelbaar is als hij net is begonnen in de basisschool. Of dat uw dochter zich ongelukkig voelt nu haar beste vriendin is verhuisd. Meestal worden dit soort vervelende perioden gevolgd door leukere. Uw zoon stort zich enthousiast op het pas geleerde lezen. Uw dochter geniet van de logeerpartijen bij haar vriendin.
Als het moeilijke of gesloten gedrag van uw kind niet overgaat, is er meer aan de hand. Er kunnen allerlei oorzaken zijn, één daarvan kan zijn dat zij of hij wordt gepest. Verschijnselen die dan veel voorkomen zijn dat het kind:
- Niet meer naar school wil.
- Niets meer over school vertelt.
- Nooit andere kinderen mee naar huis neemt en nooit bij anderen wordt gevraagd.
- Op school slechtere resultaten haalt dan vroeger.
- Vaak dingen kwijt is of met kapotte spullen thuis komt.
- Vaak hoofdpijn of buikpijn heeft.
- Blauwe plekken heeft op ongewone plaatsen.
- Niet wil gaan slapen, veel wakker wordt of nachtmerries heeft.
- Haar of zijn verjaardag niet wil vieren.
- Niet wil buiten spelen.
- Niet alleen een boodschap durft te doen.
- Niet meer naar de club of speeltuin wil gaan.
- Bepaalde kleren absoluut niet meer aan wil.
- Thuis prikkelbaar, boos of verdrietig is.
Als uw kind enkele van deze signalen vertoont, probeer dan van uw kind te weten te komen wat het op school en elders meemaakt. Praat ook eens met andere ouders en met de leerkracht van uw kind.
Voorkomen en bestrijden van pesten:
Pesten is geen eenvoudig probleem. Daarom lijkt het vaak onoplosbaar. Toch is pesten wel te bestrijden als het serieus wordt genomen. Dat betekent dat kinderen moeten weten dat ze om hulp kunnen aankloppen bij de volwassenen om hen heen. Voor volwassenen betekent het, dat ze aandacht moeten hebben voor de signalen van de kinderen. Ze moeten luisteren naar wat de kinderen te vertellen hebben en daar over praten. Voor leerkrachten en begeleiders van groepen in de vrije tijd betekent het dat ze groepsgesprekken moeten voeren, regels moeten afspreken en zorgen dat die regels ook werken.
Het pestprobleem wordt lang niet altijd serieus aangepakt: ouders zeggen dat een kind maar van zich af moet bijten, leerkrachten hebben het te druk en de trainer vindt het zijn verantwoordelijkheid niet. Als volwassenen alleen af en toe ingrijpen, kan dat verkeerd uitpakken. Gepeste kinderen worden daarna nog meer het slachtoffer omdat ze ‘geklikt’ hebben. Daarom is het belangrijk om het pestprobleem degelijk aan te pakken. Daarbij zijn alle betrokkenen nodig. Ieder van hen kan een begin maken met het oplossen van het pestprobleem.
Wat kan ik doen als mijn kind wordt gepest?
- Neem serieus wat uw kind zegt! Geef je kind steun en begrip. Kinderen vinden het moeilijk om te vertellen dat ze gepest worden.
- Probeer uw mening voor uzelf te houden.
- Voorkom uitspraken als: “Het zijn ook rotmeiden, of “Je moet beter voor jezelf opkomen”.
- Vraag door, luister: “Waar is het gebeurd, wat deed jij toen, wat zou je willen, hoe voelde je, wat deden de anderen etc.
- Geef vertrouwen. Onderneem alleen in overleg met uw kind actie.
- De ouders van de pester opzoeken is een mogelijkheid. In de praktijk blijkt dit echter niet altijd effectief te zijn. Meestal kiezen de ouders de kant van hun kind of zeggen: uw kind moet meer voor zichzelf opkomen.
- Ga met de leerkracht en/of vertrouwenspersoon van de school praten en vraag wat de school kan doen. Geef de school niet de schuld. Bespreek de verantwoordelijkheden van de school en ga samen op zoek naar een oplossing voor het pestprobleem.
- Geef uw kind zelfvertrouwen door complimenten te geven. Kijk samen waar uw kind goed in is (op welk gebied dan ook) en moedig uw kind aan.
- Lees samen boeken over pesten.
tips
- Leer je kind voor zichzelf en anderen op te komen. Kinderen moeten al op jonge leeftijd nee durven zeggen. In het gezin kan je kind oefenen.
- Leer je kind om hulp te vragen. Aan jou, maar ook aan de leerkracht en andere die ze vertrouwen. Laat thuis merken dat je de vraag serieus neemt. Dat betekent niet dat je de problemen moet oplossen, wel dat je steun verleent bij het vinden van een oplossing.
- Geef kinderen de aandacht die ze nodig hebben. Laat weten dat je het belangrijk vindt om te weten wat ze doen en waar ze zijn, zonder ze voortdurend te controleren.
- Probeer conflicten op te lossen door erover te praten. Kinderen leren het meest van voorbeelden.
- Laat kinderen kennismaken met veel verschillende mensen en gewoontes. Als jezelf waardering en respect hebt voor mensen die anders zijn leren je kinderen dat anderen niet Bemoei je zo min mogelijk met de keuze van vrienden of vriendinnen. Laat je kinderen zelf beslissen wie ze uitnodigen.
- Zorg voor een goed contact met school. Weet u wie voor u een aanspreekpunt is? Weet u met wie uw kind goed contact heeft? Benut kansen om in gesprek te komen, zoals ouderavonden. Maakt u zich zorgen, meldt het op school.