Een definitie van de mensenrechten en het doel van een filosofie van de mensenrechten. Nader toespitsing op Thomas Hobbes en John Locke als grondleggers van het klassieke liberalisme.
Mensenrechten: Fundamentele en onvervreemdbare rechten die de individuele mens toekomen op grond van zijn of haar menselijke natuur
- Ze komen ieder individueel mens toe
- Is het criterium om een rechtvaardige staat van een onrechtvaardige staat te onderscheiden
- Fundamenteel en onvervreemdbaar (rechten die ieder mens vanaf zijn geboorte bezit en dus niet kunnen worden afgenomen)
- Zijn bedoeld om de mens te beschermen
Kenmerken van de mensenrechten:
- Fundamenteel: Het recht om hele belangrijke fundamentele waarden.
- Onvervreemdbaar: onlosmakelijk verbonden met de mens, ze kunnen niet worden afgenomen
- Individueel: ze komen elk mens afzonderlijk toe
- Erkenning van de menselijke waardigheid: het gaat om de ethische overtuiging dat de mens absoluut te respecteren. Het gaat om de eer die onlosmakelijk verbonden is met de mens.
- Natuurlijk: Ze volgen uit de aard van de mens
- Universeel: Ze gelden ongeacht het land waar je leeft, politieke bestel ed. ze zijn altijd en overal geldig.
Doel van een filosofie van de mensenrechten: Maatstaaf om de rechtvaardigheid van overheidsoptreden aan af te meten
Kritiek op mensenrechten:
- Geldig of status
- Universaliteit: Sluit niet aan bij de waarden van niet-westerse samenlevingen
- Inhoud: mensenrechten worden in 3 generaties onderscheiden
- Cultuurrelativiteit:
Wij zeggen dat mensenrechten voor iedereen gelden, maar is dat wel zo? Verschillende culturen hebben verschillende normen en waarden.
- Ontstaan van mensenrechten, overgang van Middeleeuwen naar moderne tijd
- Ineenstorting feodale standenmaatschappij
- Verdwijen droit divine
- Soevereine staten
- Verlichting
Ontdekking van de mens als subject: individu kwam steeds meer centraal te staan.
- Verschilpunten tussen de Déclaration des droits de l’homme et du citoyen (1789) en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948):
Déclaration |
UVRM |
Nationaal |
Internationaal |
Alleen burgerlijke en politieke rechten |
Burgerlijke, politieke, economische en sociale en culturele rechten |
Bindend recht |
Oorspronkelijk geen bindend recht |
- Verschilpunten tussen de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948) en de African Charter on Human and Peoples’ Rights (1981):
UVRM |
African Charter |
Internationaal |
Regionaal |
Alleen rechten |
Rechten en plichten |
Burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten |
Burgerlijke, politieke, economische, sociale, culturele rechten en solidariteitsrechten |
Nadruk op individu |
Nadruk op gemeenschap |
- Verschilpunten van de derde generatie mensenrechten met de eerste en tweede:
Eerste generatie |
Tweede generatie |
Derde generatie |
Vrijheid |
Gelijkheid |
Broederschap |
Burgerlijk/politiek |
Sociaal/economisch/cultureel |
Solidariteitsrechten |
Negatieve rechten |
Positieve rechten/ concrete doelen |
Positieve rechten/ algemene doelen |
Individueel |
Individueel |
Collectief |
Verplichting op staten |
Verplichting op staten |
Gezamenlijke inspanning |
- Kritiek op terminologie “drie generaties mensenrechten:”
- Generaties volgen elkaar op, terwijl bij de mensenrechten de drie generaties naast elkaar bestaan en elkaar versterken.
- Generaties zijn van dezelfde soort, de drie generaties mensenrechten juist niet.
{{extraAds}}
Theorie van het sociaal contract= hypothetisch contract tussen burgers waarbij een overheid wordt ingesteld: Rationele constructie. Het is een nieuwe rechtvaardiging voor politieke macht anders dan droit divin. Het is dus een filosofisch model ter legitimering van overheidsmacht. De theorie geeft een verklaring voor:
- De macht van de overheid, die is legitiem want gebaseerd op instemming van de burgers
- De organisatie van de overheid.
Thomas Hobbes |
John Locke |
Toestand van oorlog: ‘oorlog van allen tegen allen’. |
Toestand van vrede met dreiging oorlog |
Geen samenleving |
Wel samenleving |
Mensbeeld negatief |
Mensbeeld positief |
‘recht’ als feitelijke macht |
Natuurrecht en recht schendingen te bestraffen. |
Staatsbegrip van Hobbes:
De staat moet veiligheid van burgers garanderen. Daartoe is een sterke staat nodig: Absolute monarchie. Het contract mag worden opgezegd indien de veiligheid van de burgers niet meer gegarandeerd wordt.
Staatsbegrip van Locke:
De primaire taak van de staat is de bescherming van de natuurlijke rechten. Die rechten beperken ook de staatsmacht. Bij falen taakvervulling: recht op opstand. Parlementaire monarchie. Hier komt het idee van de rechtstaat naar voren.
Hobbes en Locke grondleggers klassieke liberalisme:
Hobbes en Locke argumenteerden dat mensen van nature vrij zijn. Staatsgezag is gebaseerd op de (hypothetische) vrijwillige instemming van deze vrije burgers. Klassiek liberalisme:
- Vrijheid individu.
- Formele gelijkheid.
Lock komt veel meer tot een klassiek-liberale rechtsstaat wat uit verschillende elementen naar voren komt:
- Vrijheid.
- Gelijkheid (formele gelijkheid, gelijk recht op de vrijheid).
- Een wereldbeschouwelijke neutraliteit.
- Machtenscheiding.
- Idee van de rechtstaat.