Tijdens de laatste Gay Parade in Amsterdam was er ook een boot van de Nederlandse Krijgsmacht. Op deze boot stonden militairen in uniform die de wereld wilden laten zien dat homoseksualiteit binnen het leger bestaat en geaccepteerd is. Maar is dit wel de waarheid? Dit zijn de feiten!
In Nederland.
Nederland staat bekend als een tolerant land in uiteenlopende zaken. Eén van die zaken is dat er al jaren ruimte is in het leger om er eerlijk voor uit te komen dat je homo of lesbienne bent. De eerste militair die openlijk ervoor uitkwam dat hij homoseksueel was, was Eduard Groenestein. Dit was al in 1957! Maar in deze periode was deze levenswijze nog absoluut niet geaccepteerd, dus dit leverde hem een hoop lastige situaties op. Jarenlang hebben homoseksuelen individueel moeten vechten voor acceptatie. Toch kwam er behoefte onder de homoseksuele militair om met gelijk gestemde te kunnen overleggen en advies te krijgen van mensen die er verstand van hadden. Maar makkelijk bleek dit niet te gaan. Waar er in 1980 al een werkgroep onder de naam “homoseksualiteit” werd opgericht, lukte het deze werkgroep niet om een plaats te krijgen aan de spreektafel met het Ministerie van Defensie. Wanneer er in 1987 echter door een aantal officieren de Stichting Homoseksualiteit en Krijgsmacht (SHK) werd opgericht werd daar veel aandacht aan besteed. Zowel door binnenlandse als buitenlandse pers. Dit was de eerste organisatie in welk land dan ook ter wereld die dit onderwerp bespreekbaar wilde maken. En waarbij het waarschijnlijk ook zou gaan lukken. Hun missie was en is nog steeds om gelijke rechten voor de homo, lesbienne, biseksuele en transgender binnen de Nederlandse krijgsmacht te creëren, maar ook voor deze mensen die in het buitenland hun werk doen.
De acceptatie.
Sinds 1957 hebben er al veel positieve veranderingen binnen de krijgsmacht plaatsgevonden. Dit komt mede omdat het Ministerie van Defensie er veel aan doet om de homoseksuele militair de ruimte te geven zichzelf te kunnen zijn. Dit doen ze door het onderwerp bespreekbaar te maken op de werkvloer. Dit kan zijn door gespreksgroepen, workshops, trainingen en nog veel meer. Dit kost veel tijd en geld, maar blijkt wel de vruchten af te werpen. Uit een onderzoek in 2006 bleek dat het helemaal niet slecht gaat met de acceptatie binnen de Nederlandse Krijgsmacht. In het onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) uit 2006 werden een aantal vragen voorgelegd aan de Nederlandse militair. Het bleek dat het merendeel van de geïnterviewde militairen vind dat de homoseksueel gewoon zijn leven moet kunnen leven zoals hij dit wil. Ondanks dat er af en toe nog wel bepaalde grapjes gemaakt worden, vinden ze het klimaat op de werkvloer wel homovriendelijk. Daarnaast bleek dat openheid wel wordt gewaardeerd, maar dat hij wel geacht word om “normaal” te doen. We blijven natuurlijk Nederlanders. Uiteindelijk is dus driekwart van de Nederlandse homoseksuele manlijke militair open over zijn voorkeur. Helaas is dit onderzoek alleen over de mannen gegaan. De lesbiennes werden in dit onderzoek niet ondervraagd.
In het buitenland.
Waar we in Nederland dus al erg ver zijn met de acceptatie van de homoseksuele militairen, is dit in vele landen nogal anders. In vele landen is het strafbaar om openlijk uit de kast te komen. Dit kan tot ontslag en zelfs tot zware straffen leiden. Dit is bijvoorbeeld het geval in het Turkse leger. Hier wordt homoseksualiteit gezien als een geestelijke stoornis, waardoor je ongeschikt bent voor de dienstplicht. Maar om te voorkomen dat dit reden wordt voor jongens om onder de dienstplicht uit te komen, moet je dit wel aantonen met foto’s en filmpjes. Wanneer je dit doet kan je worden opgenomen op een psychiatrische inrichting waar je verschillende tests moet ondergaan. Dit kan zelfs zo ver gaan dat er anaal onderzoek plaats vind. Heel erg vernederend en discriminerend dus.
In het Armeens leger is het al niet veel beter. Ook hier kan je worden verwezen naar een psychiatrische instelling. Je familie en werkgever worden ingelicht en je wordt je leven lang “geholpen” om van deze ziekte af te komen. Dit is natuurlijk onzin, want de wereldorganisatie al in 1990 homoseksualiteit uit de lijst van ziektes heeft geschrapt.
In Amerika heeft sinds Bill Clinton het beleid “Don’t ask – Don’t tell gewerkt. Dit was een verbetering van de voorgaande situatie, waarbij je gewoonweg geen homo mocht zijn. In deze situatie mocht je het wel zijn, maar er niet voor uitkomen en een ander mocht je er niet naar vragen. Er zijn hierdoor wel 14.500 militairen ontslagen. Er is jarenlang een discussie geweest of dit misschien al wel achterhaald was. In deze discussie kwam er zelfs nog de vergelijking met de val van Srebrenica. Er werd beweerd dat dit de schuld was van het grote aantal homoseksuele Nederlandse militairen in het gebied. Deze uitspraak is absoluut niet op feiten gebaseerd en stuitte op een grote Nationale en Internationale kritiek. Aan de andere kant heeft deze uitspraak, door alle discussies, het misschien mede mogelijk gemaakt dat vanaf 21 september 2011 ook in het Amerikaans leger het mogelijk werd om openlijk voor je geaardheid uit te komen.
De toekomst.
In de toekomst zal de homo-
seksuele militair waarschijnlijk
steeds beter geaccepteerd worden. Waar we in Nederland zelfs op tv laten zien dat de Nederlandse homoseksuele militair bestaat is dit in het buitenland ondenkbaar! In Nederland is het vooral de puntjes op de i zetten en in ander landen zetten ze voorzichtig de eerste kleine stapjes in deze voor hun onbekende wereld. Door dit onderwerp met elkaar bespreekbaar te maken en elkaar in deze discussie te respecteren zal dit onderwerp over enkele tientallen jaren misschien wel helemaal geen issue meer zijn. Een goed streven waar we allemaal naar uit kunnen kijken!