Nederland is gewend geraakt aan het fenomeen kroongetuige. De acceptatie voor het gebruik van een kroongetuige is door de jaren heen lichtelijk gegroeid. Ruim tien jaar geleden heeft de kroongetuige dan ook zijn toetreding gedaan in de Nederlandse wet. Echter, rechters mochten daarvoor al enkele jaren zelfstandig beslissen over de inzet van een kroongetuige. De kroongetuige kan omschreven worden als een verdachte die samenwerkt met justitie. De verdachte weet dat hij een straf zal krijgen voor de strafbare feiten die gepleegd zijn, maar weet ook dat de rechter rekening houdt met de strafbepaling, indien de verdachte besluit belastende verklaringen af te leggen die justitie op een bepaalde manier kunnen helpen.
Nederland is gewend geraakt aan het fenomeen kroongetuige. De acceptatie voor het gebruik van een kroongetuige is door de jaren heen lichtelijk gegroeid. Ruim tien jaar geleden heeft de kroongetuige dan ook zijn toetreding gedaan in de Nederlandse wet. Echter, rechters mochten daarvoor al enkele jaren zelfstandig beslissen over de inzet van een kroongetuige. De kroongetuige kan omschreven worden als een verdachte die samenwerkt met justitie. De verdachte weet dat hij een straf zal krijgen voor de strafbare feiten die gepleegd zijn, maar weet ook dat de rechter rekening houdt met de strafbepaling, indien de verdachte besluit belastende verklaringen af te leggen die justitie op een bepaalde manier kunnen helpen.
De betrouwbaarheid van een kroongetuige
Voor het gebruik van een kroongetuige is de betrouwbaarheid van essentieel belang. Deze zal door de rechter getoetst moeten worden, maar hoe? Een interessant citaat van prof. dr. Bert-Jaap Koops , die voorbeelden uit het Italiaanse strafproces aanhaalt, meldt hierover het volgende: “Het gegeven dat de rechter niet aan het begin maar aan het einde van de samenwerking met de kroongetuige vaststelt of deze voor strafvermindering in aanmerking komt is een eerste waarborg voor de betrouwbaarheid van de kroongetuige”.[1] Dit verandert de zaak dus al. De kroongetuige zal eerst ‘werk’ moeten gaan verzetten, opdat hij zijn beloning, de eventuele strafvermindering, ontvangt. Justitie houdt zo de touwtjes veel strakker in handen.
Happigheid van het OM
Nog een kroongetuige, waarom ook niet? Het OM is tegenwoordig vrij ad rem met het aanhalen van een kroongetuige. Voornamelijk bij liquidaties uit de onderwereld is dit het geval. Meest uit het oog springende voorbeeld is wellicht Peter La Serpe, beter bekend als ‘vieze’ Peter. Deze legde (alleen al in 2007) vijftien uitermate belastende verklaringen af, waarbij menig kopstuk gedwongen werd in het stof te bijten. La Serpe poogt in ruil voor zijn verklaringen een strafvermindering van zestien naar acht jaar gevangenisstraf te krijgen. Daarnaast nam La Serpe toentertijd deel aan een getuigebeschermingsprogramma, waarop hij zijn veiligheid kon waarborgen.
Rechtvaardiging van de risico’s
Is het rechtvaardig en geheel zonder risico’s om een moordenaar strafvermindering te geven nadat hij met het OM heeft samengewerkt aan een zaak? Het eerste punt, de rechtvaardigheid, is niet zo moeilijk. Je kunt namelijk stellen dat het uiteindelijke resultaat belangrijker is dan de weg er naar toe. In het geval van La Serpe is dit ook het geval. “Maar het doel, het oppakken van de echte kopstukken en iedereen die daar onder hangt, heiligt in dit geval de middelen”[2], stelde voorzitter van het College van procureurs-generaal, Harm Brouwer met betrekking tot de deal met La Serpe. En dat is ook zo. Het zou toch een blunder zijn als het OM alleen La Serpe vervolgt, terwijl het weet dat er nog meer grote kopstukken rondlopen?
Natuurlijk zijn er risico’s. Hier hoor je dan voornamelijk de tegenpartij over. Zij stellen dat justitie het risico loopt om misbruikt te worden. Volgens verschillende tegenstanders zijn kroongetuigen bezig hun eigen straatje schoon te vegen en zijn zij daarom geneigd informatie te geven die de aanklager toch al goed uitkomt. Het risico is wel aanwezig, maar misbruik is een groot woord. Het is namelijk zo dat kroongetuigen als het ware hun gehele criminele cv op tafel leggen. Zo heeft La Serpe ook verklaringen afgelegd over zijn eigen misdaden. Ook advocaten van kroongetuigen hebben zo nu en dan hun bedenkingen. Kan justitie de gemaakte afspraken wel waarmaken?
Er is ook een risico aan de andere zijde. Een belastende verklaring van een kroongetuige wordt in de criminele wereld gezien als een vorm van verraad. Een daad die dus represailles met zich mee kan brengen. Hoewel de kroongetuige goed beschermd wordt door middel van het team getuigenbescherming (TGB), blijft het risico voor het verdere leven (bijv. bij vrijlating) zeker aan zijn zijde. Zo heeft La Serpe in 2009 besloten om te stoppen met het getuigen in de liquidatiezaken. “Het getuigenbeschermingsprogramma zet mij een pistool op het hoofd door mij mijn veiligheid te ontzeggen”[3], liet de kroongetuige optekenen in de Elsevier van mei dat jaar. La Serpe had het gevoel dat de bescherming van zijn zoon niet voldoende gewaarborgd werd. Dit is natuurlijk vervelend, maar niet onafscheidelijk verbonden aan het feit dat La Serpe zelfstandig een afspraak heeft gemaakt met justitie.
Gewetenslast meetbaar?
Heeft u last van uw geweten of wilt u gewoon uw eigen hachje redden? En daar hebben we meteen de defensieve hamvraag te pakken. Het belang van een kroongetuige is namelijk op twee manieren uit te leggen. Aan de ene kant is het aannemelijk dat een kroongetuige daadwerkelijk van belang kan zijn tijdens de voortgang in een proces. Boze tongen beweren dat het gebruik van een kroongetuige als verwerpelijk beschouwd dient te worden. Wie gaat er nou een crimineel laten getuigen? Kun je een crimineel vertrouwen? Dit soort kwesties belanden meestal in de ethische sfeer.
Daarnaast is er discussie over het spijtgehalte van de kroongetuige. Echter, is spijt meetbaar? Nee, je kunt het geweten van de mens niet concreet beoordelen. La Serpe besloot ook op grond van spijt naar justitie te stappen. Hij had spijt gekregen nadat hij in 2005 samen met Jesse R. vastgoedman en drugsdealer Kees Houtman had geliquideerd. “Dat was de heftigste ervaring van mijn leven”[4], aldus de kroongetuige tegenover de Volkskrant. Juist deze uitspraak maakt het interessant. Het is typisch een voorbeeld van een niet meetbaar geval. Wat is heftig? Daar heeft eenieder een andere kijk op. Je kunt moeilijk het tegendeel bewijzen als iemand spijt heeft van een gepleegde daad. Wat overblijft is het feit dat deze moord heeft plaatsgevonden en dat de kroongetuige informatie heeft die het OM verder kunnen helpen.
Conclusie
Er blijft één voldongen feit vaststaan. De kroongetuige is een legitiem middel in een strafzaak en mag daarom toegepast worden, indien de rechter dit nodig acht. En dat is hetgeen wat telt. Het is echter wel belangrijk om duidelijke afspraken te maken met de kroongetuige en deze niet teveel macht te geven. In de zaak van La Serpe zijn er een aantal fouten gemaakt. Zoals prof. dr. Bert-Jaap Koops eerder aanhaalde uit het Italiaanse procesrecht, werkt het beter om pas na de verklaringen te praten over strafvermindering en de daarbij behorende garanties. Wanneer dit proces goed verloopt snijdt het mes in de meeste gevallen aan twee kanten. Het OM wordt geholpen in het oppakken van de echte kopstukken in de criminele wereld en voor de kroongetuige is er een strafvermindering na het doen van een zeer verdienstelijke daad. Wat mij betreft overtreft dit de mogelijke risico’s die het met zich mee kan brengen. Als je kijkt naar het doel wat het OM voor ogen heeft, kun je maar één ding concluderen. Het doel heiligt de kroongetuige.
[1] Universiteit van TilburgManunza E., Garanties voor de betrouwbaarheid van kroongetuigen, WWW , bericht van oktober 1998
[2] Vrij NederlandLensink H. e.a., Moordenaars als kroongetuigen, WWW , bericht van 3 juli 2007
[3] ElsevierHankel A., Peter la Serpe weigert verder te getuigen, WWW , bericht van 25 mei 2009
[4] VolkskrantDongen M. van, ‘Vieze Peter’ schoot en kreeg spijt, WWW , bericht van 5 maart 2008