Steeds vaker duiken ze op: de goedbedoelende überbewust opvoedende ouders. Ofwel, de helikopter-ouders. Ze weten precies wat het beste is voor hun kind en gunnen hem geen kans om zijn neus te stoten. Ze rennen achter hun kroost aan door de speeltuin, bang voor alle aanwezige gevaren. Ze bepalen welke sport hun kind moet beoefenen, met wie hij wel of niet mag omgaan en later welke studie hij gaat doen. Ze zweven als het ware altijd als een wentelwiek boven hun kind. Zelfs op afstand probeert de ouder, wiens bemoeizucht geen grenzen kent, zoveel mogelijk te sturen. De crecheleiding wordt duidelijk op het hart gedrukt wat het kind allemaal wel en vooral niet mag eten, drinken, doen. Opa en oma krijgen een waslijst met instructies mee die nauwgezet gevolgd dient te worden als zij een dagje komen oppassen. En dit alles in de volle overtuiging dat, dankzij de fanatieke manier waarop deze helikopterouders zich op het ”project opvoeden”’ hebben gestort, het beste wordt bereikt voor hun kind. Helaas is precies het tegenovergestelde het geval…
Loslaten
Al vanaf dat een kind geboren wordt begint het proces van loslaten. Iets wat voor elke ouder moeilijk is, omdat ieder zijn kind voor alles en iedereen wil beschermen. Toch is het nodig om het kind de ruimte te geven te kunnen groeien. Om te leren wat je leuk vindt, wat je wel en wat je niet goed kan, hoe je problemen oplost, pijn en verdriet overwint, waar je grenzen liggen en hoe je die aan anderen aangeeft, wat de consequenties kunnen zijn van fouten maken en hoe je die weer oplost…al deze dingen kan een mens alleen leren door ervaring. Door vallen en opstaan. Een ouder die zijn kind teveel beknot doet hem tekort. Hoe leert een kind tot hoe hoe hoog hij kan klimmen als hij nooit de kans krijgt om te vallen? Niet alleen in letterlijke, maar ook in figuurlijke zin!
Ik kan het!
Angst en vertrouwen
Helikopterouders zijn niet aan het opvoeden. Ze zijn vooral bezig hun eigen angst weg te nemen. Door alle touwtjes in handen te houden hopen ze rustig te kunnen slapen. Maar intussen geven ze hun kind de boodschap mee dat ze niks kunnen zonder hun alom aanwezige moeder of vader. In plaats van hun kind het vertrouwen te geven (”Het komt goed, jij kunt dat wel zelf”) creëren helikopterouders uiteindelijk ook angstige kinderen. Het is uit onderzoek gebleken dat er een duidelijke correlatie is tussen bemoeizuchtige ouders en angstige kinderen. Kinderen die niks durven en overal gevaren zien en niet durven ontdekken en onderzoeken. Kinderen die niet weten wat ze moeten doen als er niet iemand is die hen dat vertelt. Kinderen die niet weten hoe ze moeten vallen en opstaan.
Op het eerste gezicht lijkt het alsof de helikopterouder geweldig bezig is. Zijn kind wordt vaak bedolven onder aandacht, bewust gekozen sport- en spelactiviteiten, speelgoed en kleding. Er zijn zelfs ouders die zich schuldig voelen als zij zichzelf vergelijken met de helikopterouder. Niet doen! Want niks is beter voor een kind dan een ouder die hem de ruimt geeft om te groeien. Zelfvertrouwen ontstaat alleen als een kind voelt dat hij dat vertrouwen ook krijgt van zijn opvoeders.
Peleton helikopterouders rond een glijbaan
Grenzen aangeven
Let wel! Een kind heeft natuurlijk wel behoefte aan grenzen. Als er geen grenzen zijn en een kind alles mag, voelt een kind zich niet veilig. Een kind kan niet altijd voor zichzelf bepalen hoe laat hij naar bed moet, dat groenten gezond en ook lekker kunnen zijn, 3 uur tv kijken echt teveel is en op een drukke verkeersweg gaan voetballen misschien niet zo’n goed idee is. Hij voelt zich veilig als hij weet dat er iemand is die af en toe over zijn schouder meekijkt en hem behoedt voor grote gevaren. Maar hij moet niet verstikt worden door ouderlijke zorg. Helikopterouders zouden wat vaker hun eigen angsten en driften moeten beteugelen in plaats van hun kinderen te willen beheersen en belemmeren. Grenzen aangeven die het kind ruimte bieden. En vooral, zelf iets leuks gaan doen!