Globalisering is tegenwoordig een heel normaal verschijnsel. Wanneer het ontstaan is, weet echter niemand met zekerheid te zeggen. Sommigen menen dat het proces reeds in de 15e en 16e eeuw begonnen is, tijdens de expansiedrift van de Europese staten. Anderen zijn van mening dat het proces in gang gezet werd in de 19e eeuw, ten tijde van de Industriële Revolutie. De huidige globalisering is volgens hen in de jaren ’80 begonnen dankzij nieuwe informatietechnologieën, zoals het internet.De huidige economische globalisering speelt zich voornamelijk af tussen de rijke westerse landen onderling, en tussen de rijke landen en Aziatische landen. Ontwikkelingslanden exporteren veelal naar de rijke landen, maar nauwelijks naar andere ontwikkelingslanden.
Hoofdvraag: Is globalisering boven anti-globalisering te verkiezen?
Deelvragen:
Wat is globalisering?
Welke organisaties houden zich bezig met globalisering?
Wat zijn de nadelen van globalisering?
Wat zijn de voordelen van globalisering?
Wat is globalisering?
Letterlijk betekent globalisering: “verspreid raken over de hele wereld”. Door de techniek en moderne communicatiemiddelen is veel sneller bekend wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt. De aardbewoners raken in toenemende onderlinge verbondenheid en afhankelijkheid van elkaar. De wereld is steeds meer een dorp.Globalisering voltrekt zich op politiek, economisch, sociaal en cultureel gebied. Een strak onderscheid tussen de vier valt echter niet te maken, aangezien ze elkaar aanvullen en versterken.
Politieke globalisering
Wetten en regels worden steeds vaker gemaakt door internationale in plaats van nationale instanties, zoals de Europese Unie, de Verenigde Naties enz. Politieke beslissingen binnen een land hebben ook steeds meer effect op andere landen.
Economische globalisering
Globalisering in economische zin houdt in dat steeds meer landen en regio’s worden betrokken in de internationale handel. De hoeveelheid goederen en diensten die de wereld rondgaan was nog nooit in de geschiedenis van de mensheid zo groot. Bedrijven, veelal multinationals, vestigen zich op de meest gunstige locatie op de wereld, op zoek naar winst en stabiliteit. De huidige globalisering kenmerkt zich ook door de ongekende groei van de virtuele kapitaalmarkt. Grote sommen geld kunnen door één druk op de knop van de ene aar de andere kant van de wereld worden overgemaakt. De totale jaarlijkse kapitaalstromen zijn nu al veel groter dan de totale jaarlijkse stroom van goederen en diensten.
Sociale globalisering
De menselijke interactie neemt wereldwijd toe. Door reizen komen mensen over de hele wereld met elkaar in contact. Een telefoontje naar de andere kant van de wereld is absoluut geen probleem meer. Ook internet speelt een grote rol in de sociale globalisering.
Culturele globalisering
Culturele globalisering betekent een toenemende integratie van culturen. De multi-culturele samenleving is hiervan een zeer goed voorbeeld. In de Verenigde Staten vindt zelfs een culturele diffusie plaats: een vermenging van normen, waarden en gewoonten van verschillende culturen.
Wat zijn de voordelen van globalisering?
Voordelen van de globalisering zijn maar in beperkte mate vindbaar. Dit is waarschijnlijk te wijten aan het gegeven dat aan goede dingen minder aandacht wordt besteed dan aan de slechte. Toch heb ik gepoogd een zo goed mogelijk beeld te geven van de voordelen.
-Doordat de multinationals migreren naar lagelonenlanden groeit daar de werkgelegenheid. Een multinational brengt immers heel wat werkplekken met zich mee.
-De internationale handel heeft een flinke impuls gekregen doordat de globalisering voor vrije handel heeft gezorgd, dus voor open grenzen en een vrij verkeer van kapitaal, goederen, diensten en personen. Dit wil niet zeggen dat de wereldhandel totaal vrij van grenzen is. Het vrijwaren van grenzen is het uiteindelijke doel van de globalisering.
-Door de vrije wereldmarkt groeit de concurrentie. Dit leidt in veel gevallen tot lagere prijzen en hogere kwaliteit. De consument gaat er dus op vooruit.
Wat zijn de nadelen van globalisering?
-Over de gevolgen van globalisering voor de positie van de allerarmsten in de wereld is de laatste jaren een felle en soms verwarrende discussie ontstaan. De voorstanders van globalisering wijzen op de succesverhalen van de economieën van Singapore, Taiwan, Korea en Chili, die de afgelopen 25 jaar een stuk rijker zijn geworden door een economische politiek gebaseerd op groei van de export en deelname aan de wereldeconomie. Tegenstanders van globalisering onderbouwen hun mening door te wijzen naar de Afrikaanse landen, waar 20 jaar IMF- en Wereldbankprogramma’s de plaatselijke bevolking geen cent rijker hebben gemaakt. Voor sommige landen is globalisering een heel effectieve strategie, terwijl andere landen problemen hebben die vragen om een andere oplossing dan uitsluitend vrijhandel en markthervormingen. Een tweetal factoren bepalen of globalisering al dan niet gunstig is voor een land:
1. De geografische ligging. Sommige plekken in de wereld zijn ver verwijderd van internationale handelsroutes. Voor deze landen kan globalisering geen kwaad, maar het helpt hen ook niet. Globalisering helpt ook niet veel bij het terugbrengen van het hoge aantal ziektegevallen die samenhangen met het tropische klimaat.
2. Nationale ontwikkelingsstrategieën. Landen die bewust de wereldmarkt hebben vermeden door de grenzen van hun eigen markten af te schermen, hebben de afgelopen 20 jaar terrein verloren. De landen die voor het socialisme hebben gekozen, zijn allemaal failliet gegaan. Door export aangejaagde groei is noodzakelijk gebleken voor economische ontwikkeling, omdat landen technologie op de wereldmarkt moeten kopen (vaak in de vorm van hightech apparatuur), en dat kunnen ze zich slechts veroorloven als ze genoeg aan hun export verdienen. Vrijhandel alleen is echter niet genoeg. In de kennis economie van vandaag baseren de succesvolste landen hun ontwikkeling niet uitsluitend op groei van de export, maar ook op grote investeringen in wetenschap en technologie, en in hoger onderwijs. Een volledige ontwikkelingsstrategie vereist dus een combinatie van globalisering en een behoorlijk niveau van overheidsuitgaven.
-Ondanks het feit dat de laatste twintig jaar het bruto sociaal product meer dan 40% is gestegen, ondanks het feit dat het volume van de wereldhandel met het elfvoudige toenam en de economische groei zich vervijfvoudigde, vond in deze zelfde tijd geen regelmatige verhoging van de gemiddelde levensstandaard plaats. Daarentegen wel een toename van armoede, werkloosheid, sociale onzekerheid en milieuvernietiging. In verschillende landen van de wereld is er geen minimumloon, geen bijdrage in het loon voor sociale zekerheid die gebruikt kan worden voor zieken, armen, pensioenen… Er is een simpele reden waarom bedrijven arbeid uitbesteden aan mensen in lagelonenlanden: ze kunnen daar goedkoper goederen produceren dan in landen met o.a. een minimumloon, en zo kunnen ze meer winst maken. Als men de derdewereldlanden opdringt om mee te spelen in de vrije concurrentie zullen zij altijd aan het kortste eind blijven trekken.
-Bedrijven kunnen door listige financiële constructies zoveel mogelijk proberen belastingen te ontduiken. Belastingparadijzen helpen hierbij. De regeringen van de landen waarin bedrijven zich vestigen krijgen niet veel terug voor hun diensten in de vorm van belastingen, gezien bedrijven vooral belasting betalen in de voor hen meest voordelige landen. De schaalvergrotingen van multinationals is dan ook één van de opvallendste aspecten van de globalisering.
-Het economisch systeem helpt de wereld in een steeds sneller tempo naar de knoppen. In de 3e wereldlanden rukt de woestijn steeds verder op omdat die landen roofbouw moeten plegen om hun schulden af te lossen. Het broeikaseffect is een van de meest verontrustende fenomenen, maar Amerika weigert daar iets tegen te ondernemen. De VS is verantwoordelijk voor één derde van de CO-uitstoot. Ecologische beperkingen moeten wereldwijd worden opgelegd aan de bedrijven. Omdat er geen rem zit op de economische globalisering, worden grondstoffen in hoog tempo verbruikt, sterven soorten uit en groeit het gevaar van klimaatverandering. Handelsafspraken die regeringen de afgelopen jaren in de Wereldhandelsorganisatie, de WTO, hebben gemaakt, zijn er niet op gericht geweest om het globaliseringproces in duurzame banen te leiden. Integendeel, de vrijhandelsafspraken hebben juist het bedrijfsleven meer macht gegeven. Zij hebben de mogelijkheden van overheden om de economische ontwikkeling te sturen beperkt.
-De vrije markt is geen natuurlijk gegeven. Zij ontstaat ook niet na het uitblijven van politieke ingreep in de markt. In de geschiedenis terugkijkend, zien we dat de vrije markt een weinig voorkomende en kort leven beschoren afwijking van de normale loop der zaken is. Democratie en vrije markt zijn geen partners, maar elkaars concurrenten. De vrije markt schakelt de democratie uit.
-Het geloof in de bijzondere positie van Amerika is gelijk aan de ideologie van de vrije markt en daarmee gelijk aan de globalisering. Globalisering leidt daarmee tot veramerikanisering van de wereld.
-Nationale regeringen voelen zich steeds machtelozer. De sterk verhoogde internationale mobiliteit van het kapitaal en de globalisering van de markten maken dat de mogelijkheden van macro-economische maatregelen steeds geringer worden. Voor wat betreft monetaire (geld) politiek bestaat er praktisch geen speelruimte meer. Rentetarieven en wisselkoersen vallen onder de hoede van de centrale banken, die slechts reageren op de ontwikkelingen van de economische markt. Handelsovereenkomsten en import/exportbeperkingen worden bepaald door de diverse wereldhandelsorganisaties die hun invloed op de regeringsleiders laten gelden.
Is globalisering boven anti-globalisering te verkiezen?
Zoals duidelijk uit bovenstaande tekst blijkt zijn de nadelen in grotere mate aanwezig dan de voordelen. Er is echter ook sprake van een gewicht, waardoor de weinige voordelen het toch kunnen winnen van de grote hoeveelheid nadelen. De weging van de voor- en nadelen is echter zeer subjectief.Voor de wereldleiders en de multinationals moge het duidelijk zijn dat zij winst willen behalen en de (wereld-) handel willen bevorderen tegen zo laag mogelijke kosten. Aspecten als het milieu wegen doorgaans niet zwaar. Zij hebben immers de keuze tussen ‘een stel bomen’ en de wereldhandel, werkgelegenheid enz. Gezien het feit dat de keuze gemaakt wordt door de top, is deze waarschijnlijk gevallen op globalisering.
Als het aan de bevolking had gelegen dan was dit echter helemaal niet gebeurd. De nadelen hebben immers de overhand:
-veel mensen worden benadeeld door de lage lonen, slechte voorzieningen enz. In 3 wereldlanden is er sprake van veel armoede en een hoge werkeloosheid. Het spreekt voor zich dat velen in deze landen zich niet kunnen vinden in de globalisering. Vele mensen uit de Westerse wereld vinden deze behandeling van multinationals jegens lagelonenlanden humanitair ontoelaatbaar.
-Door het gebrek aan wetgeving en de keuze van werk boven milieu gaat deze snel bergafwaarts. Hele ecosystemen worden ontregeld door verwoestijning en het broeikaseffect. Vooral het laatste treft de gehele wereldbevolking. Ook slinken de grondstoffenvoorraden in snel tempo. Het algemene denkbeeld is dat het milieu moet blijven bestaan zoals het bedoeld was. Dit is ook af te leiden uit de vele tv-reclames met het motto: een beter milieu begint bij je zelf. Notabene uitgezonden door de overheid…
– De democratie, waar iedereen zo zwaar aan hangt en zo veel waarde aan hecht, staat behoorlijk onder druk. De wetgeving geschiedt nu voor een deel op Europees niveau, waardoor het steeds moeilijk wordt bezwaar aan te tekenen. Met name het idee de zeggenschap te verliezen vinden zeer veel mensen een groot bezwaar tegen de globalisering.