Maar als we dit echt willen realiseren moeten we ervoor zorgen dat ieder mens een gelijk burger wordt. Dit klinkt zeer logisch hier in Europa, het probleem wordt vrij snel in andere delen van de wereld geplaatst. Discriminatie vindt plaats over de hele wereld. Dus vrede is enkel mogelijk als discriminatie ophoudt te bestaan. Maar is dit mogelijk?
Mensen verwarren discriminatie vaak met racisme, maar racisme is slechts een onderdeel van discriminatie. Discriminatie neemt vele vormen aan. Meestal worden mensen of groepen van mensen ongelijk behandeld of gemeden omwille van uiterlijke kenmerken. Het kan ook gebeuren dat mensen gediscrimineerd worden door innerlijke zaken. Geen enkele reden die gebruikt wordt om te discrimineren is rechtvaardig, maar sommige vormen van discriminatie zijn simpelweg belachelijk.
Zo is er leeftijdsdiscriminatie, zoals het woord al doet vermoeden, gaat dit over het discrimineren op basis van leeftijd. Jongeren worden vaak met argwaan bekeken wanneer ze op openbare plaatsen samenkomen. Ouderen vrezen al snel dat de jongeren kattenkwaad zullen uithalen. Ze worden al snel bestempeld als hangjongeren. Maar ook op de arbeidsmarkt komt leeftijdsdiscriminatie op grote schaal voor. In dit geval is het net omgekeerd, men vermijdt oudere werknemers omdat deze duurder zijn en men veronderstelt dat ze minder hard werken dan hun jonge collega’s. Zelfs in de gezondheidszorg bestaat er leeftijdsdiscriminatie. Ouderen moeten meer betalen voor hun ziektekostenverzekering dan jongeren omdat zij vaker ziek worden.
Ook komt het vaak voor dat mensen omwille van hun geslacht worden onderdrukt, seksisme. Het grootste deel van deze vorm van discriminatie is vrouwendiscriminatie. Het grootste voorbeeld hiervan is de vreemde bijnaam van de vrouw, het zwakke geslacht. Dit uit zich verder in een verschil van lonen. Vrouwen verdienen met eenzelfde beroep als mannen nog steeds minder. Niet enkel vrouwen hebben last van seksisme, in het ouderschap worden mannen vaak gediscrimineerd. Bij een echtscheiding is de kans groter dat de moeder het kind toegewezen krijgt in plaats van de vader. Men gaat er ook vanuit dat de vader een minder sterke band heeft met zijn kind dan een moeder.
Een andere vorm van discriminatie gebeurt op vlak van de scholingsgraad van een persoon. Zo wordt iemand met een lager diploma vaak als minderwaardig beschouwd en dus ook met minder respect behandeld. De oorzaak hiervan is dat mensen een diploma te sterk associëren met intelligentie. Deze vorm van discriminatie bestaat ook in tegengestelde richting. Mensen die een zittend beroep uitoefenen worden vaak uitgelachen door handarbeiders, omdat zij lui zouden zijn of omdat een zittend beroep weinig bij zou dragen aan de maatschappij en vooral ook zeer saai is.
Naast de redenen die mensen verzinnen om te mogen discrimineren zijn er ook de motieven waarom zij het blijkbaar nodig vinden om het te doen. Deze motieven zijn zeer uiteenlopend. Meestal zijn mensen zichzelf er niet eens van bewust dat ze discrimineren en beschouwen het als normaal omdat ze denken dat het terecht is.
Een eerste reden heeft te maken met het zondebokprincipe. Wanneer er zaken mislopen in de maatschappij verschijnt er al snel een reflex om iemand anders de schuld hiervan te geven, vaak viseert met zelfs een hele groep van mensen.
Vervolgens willen mensen steeds bij een groep behoren, het liefst hebben ze daarbij ook een tegengestelde groep, opdat ze zich beter en sterker kunnen voelen dan de ander. De mens zoekt voortdurend bescherming en die is makkelijk te vinden bij een groep mensen. Het probleem is dat het niet stopt wanneer ze bescherming gevonden hebben. Meestal gaan ze uiteindelijk zelf in de aanval gaan tegen die tegengestelde groep waardoor discriminatie ontstaat.
Ook komt discriminatie vaak voort uit de angst van mensen voor het onbekende. Wanneer men met iets niet echt vertrouwd is, gaat men het met wantrouwen aankijken. Dit iets kunnen ook personen zijn. Doordat ze een groep mensen niet kennen en dus ook niet vertrouwen, gaan ze deze al snel als dreigend en vooral als zeer onvoorspelbaar beschouwen. Hierdoor gaat men deze mensen vaak bekijken als concurrentie. Meestal vormen mensen die er anders uitzien door hun huidskleur of anders denken door bijvoorbeeld hun geloof de groep die men niet vertrouwt. Wanneer men zich van deze groep tracht af te zetten, grijpt men al snel naar discriminatie om het zo te doen lijken dat deze groep minderwaardig is aan hen en zo geen concurrentie meer vormt.
Uiteindelijk is er nog de vreemde gewoonte van de mens dat wanneer hij zich niet goed in zijn vel voelt, hij er liever voor zorgt dat anderen zich slechter voelen dan hijzelf. Het komt vaak voor dat deze mensen in het verleden zelf zijn gepest of geviseerd en dat ze zich deze keer veilig willen voelen door iemand anders in die positie te stellen.
De vraag of alle mensen op een dag broeders zullen worden en er dus vrede zal zijn op aarde is moeilijk te beantwoorden met een positief antwoord. Het gebruik van discriminatie om zich af te scheiden van een andere groep mensen lijkt zeer diep in de aard van de mens te liggen. Discriminatie zal hierdoor bijna onmogelijk helemaal te verwijderen zijn uit de maatschappij, maar verminderen moet zeker mogelijk zijn.