blog placeholder

Het kan soms moeilijk zijn om plagen van pesten te onderscheiden. Daardoor heeft het woord plagen vaak een wat negatieve bijklank. Op veel scholen heerst sterke intolerantie tegenover plagen, terwijl plagen vaak juist speels en grappig bedoeld is (Keltner, 2008). Het Van Dale woordenboek omschrijft plagen als “voor de grap proberen kwaad te maken”. Pesten wordt echter gedefiniëerd als “langdurige, negatieve sociale of fysieke handelingen van één of meer kinderen ten opzichte van een ander kind” (Scholte, Engels, Haselager & de Kemp, 2004). Dit is agressiever en er horen nare bedoelingen bij. Plagen is zeker provocerend bedoeld, maar eerder speels dan gemeen. Plagen draagt onder andere bij aan het ontwikkelen van objectpermanentie, autonomie en het besef dat niet alles is wat het lijkt. In deze zin van het woord kan plagen juist een positieve invloed hebben op de ontwikkeling (Keltner, 2008). Mijn onderzoeksvraag luidt: Wat voor invloeden heeft plagen op de ontwikkeling en andersom? 

Taalgebruik bij plagen
Allereerst is het belangrijk om te weten hoe kinderen plagen van pesten onderscheiden binnen de sociale omgang. Als plagen verkeerd wordt opgevat, zou het namelijk over kunnen komen als pesten en het is onwaarschijnlijk dat dat een goede invloed heeft op de ontwikkeling van een kind. De beleving van de kinderen is dus zeer belangrijk. Bij dit onderscheid is taal (verbaal en nonverbaal) een belangrijk aspect. Een persoon die iemand plaagt, wil laten merken dat de ander het niet zo letterlijk moet opvatten. Dat kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van een aantal linguïstische kenmerken zoals herhalingen, rijmen, alliteraties en overdrijven. Ook kan er gebruik worden gemaakt van klinkerverlengingen en overdreven toonhoogtes. Nonverbale kenmerken van figuurlijke spraak zijn knipogen, spottende gezichtsuitdrukkingen, expressieve karikaturen en lachen (Keltner, 2008). Dit betekent dat plagen een hoog niveau van sociale interactie, communicatie en taalbegrip vereist.

Plagen en ontwikkeling
Plagen komt voor in alle ontwikkelingsniveau’s en neemt in deze verschillende niveau’s diverse vormen aan. Het begint al op een hele jonge leeftijd: baby’s kunnen zich al heel lang vermaken met een spelletje kiekeboe. Dit is één van de eerste vormen van plagen en heeft een positieve invloed op het ontwikkelen van objectpermanentie: kinderen leren beseffen dat iets nog steeds kan bestaan wanneer het uit zicht is. Ze worden op deze manier minder gevoelig gemaakt voor scheiding.

Tijdens de peutertijd worden autonomie, controle en dominantie belangrijke aspecten van de ontwikkeling. Een voorbeeld van plagen tijdens deze periode is het “pakspelletje”, waarbij de volwassene roept: “Ik ga je pakken!” en vervolgens achter de peuter aanrent. In het begin zal de peuter wat angstig zijn, maar zodra hij ontsnapt aan de greep van de volwassene kraait hij het meestal uit van plezier. Dit geeft een gevoel van autonomie.

Aan het begin van de schoolleeftijd worden er vaak trucjes uitgevoerd, bijvoorbeeld het eeuwenoude trucje waarbij er een munt achter de oor van een kind vandaan wordt getoverd. Kinderen leren hiervan dat niet alles is wat het lijkt.

Tijdens de basisschoolperiode komt het plagen van andere kinderen steeds meer voor. Kinderen beschermen op deze manier hun nieuwverworven “volwassenheid” door bijvoorbeeld jongere kinderen te plagen (“De peuterspeelzaal is voor baby’s!”). Ook leren ze om te gaan met sociale fenomenen zoals sociale uitsluiting en relaties tussen jongens en meisjes. In deze fase heeft plagen vaak wat meer negatieve aspecten en wordt het bijvoorbeeld veel gebruikt om competitie, dominantie en vijandigheid uit te drukken (Warm, 1997). De positieve invloed is in deze fase dus meer aanwezig voor de plager dan voor de geplaagde.

In de vroege adolescentie evolueert dit pas naar een meer goedaardige vorm van plagen. Opvallend is dat pesten rond deze leeftijd ook afneemt (Keltner, 2008). Plagerijen zijn dan vaak gerelateerd aan uiterlijk en kleding, maar ook hebben ze vaak te maken met het bevestigen en testen van vriendschappen. Verder ontstaan in deze periode de eerste seksuele toespelingen. (Warm, 1997). Plagen kan dan met romantiek te maken hebben. Tienermeisjes plagen jongens om gelegenheden te creëren voor fysiek contact door bijvoorbeeld te kietelen, porren, duwen en knijpen. Hierdoor worden hersengebieden geactiveerd die te maken hebben met beloning en wordt het hormoon oxytocine geproduceerd, waardoor een gevoel van devotie ontstaat. Tieners en volwassenen zoeken bij elkaar naar tekenen van verlangen als het tuiten of likken van de lippen en staren. Plagen neemt vanaf deze periode dan ook steeds de vorm aan van flirten.

Tijdens de studententijd komen vooral in studentenverenigingen plagerijen voor die voornamelijk met status te maken hebben. Deze plagerijen blijken over het algemeen geen negatieve invloed te hebben, sterker nog: de leden werden achteraf juist betere vrienden.

Ook bij volwassenen komt plagen nog voor, bijvoorbeeld binnen het huwelijk. Plagen heeft in deze fase vaak te maken met gewoontes, kleding, seksuele suggesties en lichaamsfuncties. Koosnaampjes en bijnamen komen ook veel voor (Keltner, 2008).

Reacties
Op geplaagd worden zijn verschillende reacties mogelijk. Warm heeft onderzoek uitgevoerd naar wat kinderen de beste reactie vinden op plagen en hoe ze echt reageren. Verreweg de meeste kinderen (72%) vonden dat de beste reacties waren om het plagen af te wenden of om het te negeren, maar slechts de helft van hen reageerde ook daadwerkelijk op die manier. Daarentegen vond slechts 19% dat wraak een goede reactie was, maar is dat wel de reactie van 47% van de leerlingen (Warm, 1997).

Er is na een plagerij een kort moment van vernedering, waarbij de meeste ‘slachtoffers’ tekenen van schaamte vertonen zoals wegkijken, een nerveuze glimlach of blozen. Dit kan de plager vreemd genoeg later plezier geven. Hoe meer van deze tekenen de geplaagde vertoont, des te leuker de plager het vindt. Na milde plagerijen wordt er vaak gezamenlijk gelachen, vooral wanneer de betrokkenen bevriend zijn. Wanneer vrienden samen lachen, is dit een collectieve ervaring waarbij sprake is van gecoördineerde acties en fysiologie en het delen van gemeenschappelijke ideeën. Deze ervaring versterkt de band tussen twee vrienden.

Huwelijken
Plagen blijkt ook een heel positief effect te hebben op huwelijken. Het is een speelse manier om met conflicten om te leren gaan. Wanneer koppels elkaar tijdens een discussie of ruzie plagen, voelen ze zich achteraf meer verbonden met elkaar dan andere koppels. Het verzacht kritiek en versterkt de band tussen stellen (Keltner, 2008).

Conclusie
Plagen is een complexe sociale interactie die zich ontwikkelt naarmate een kind ouder wordt. Het begint met simpele en onschuldige spelletjes of trucjes tijdens de baby-, peuter- en vroege kindertijd. In deze fase heeft plagen vooral positieve invloeden, zoals het ontwikkelen van objectpermanentie en besef van autonomie en hiërarchie. Door het oefenen met plagen leren kinderen omgaan met verschillende sociale relaties en ontdekken dat niet alles is zoals het lijkt. Plagen wordt persoonlijker en soms gemener tijdens de basisschoolleeftijd, omdat kinderen op deze leeftijd hun nieuwverworven volwassenheid willen beschermen. Echter leren kinderen tijdens de basisschoolleeftijd om hun plagerijen te nuanceren en duidelijker te maken dat de ander het niet te serieus moet nemen. Daardoor wordt plagen vanaf de vroege adolescentie weer vriendelijker en wordt het verschil tussen pesten en plagen duidelijker. Het is dan een geavanceerde vorm van sociale interactie waar een hoog niveau van communicatieve vaardigheden voor nodig is. Rond deze leeftijd neemt pesten af en heeft plagen voornamelijk een positieve invloed op vriendschappen en andere sociale relaties.

 

Bronnen 

Keltner, D. (2008, December 7). In defense of teasing. New York Times, pp. A1-A5. Verkregen 23 februari 2010, van http://www.nytimes.com/2008/12/07/magazine/07teasing-t.html

Warm, T.R. (1997). The role of teasing in development and vice versa. Developmental and behavioral pediatrics, 18(2), 97-101.

Online woordenboek Van Dale. Verkregen op 22-02-2010, van http://www.vandale.nl/vandale/opzoeken/woordenboek/?zoekwoord=plagen