Vaak wordt verondersteld dat risicogedrag ontstaat door ‘foute vrienden’ Maar hoe werkt de invloed van sociale relaties op het vertonen van risicogedrag eigenlijk precies? Dit artikel zal dat aan de hand van 4 sociale theorieën duidelijk maken.
Sociale leer theorie –Bandura:
De benaming verwijst naar zowel het behavioristische als cognitivistische referentiekader. Het gedrag is geleerd door observeren en modelleren van andermans gedrag. Met modelleren wordt het ‘na doen van gedrag’ bedoeld. Deze gedragingen vinden bewust plaats vanwege positieve beloning of vermijden van negatieve beloning. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen de direct beïnvloedende groep en de indirect beïnvloedende groep. De naaste familie en vrienden vallen onder de direct beïnvloedende groep. De indirect beïnvloedende groep omvat onder andere de media. De jongeren zijn het meest geneigd om gedrag te imiteren van mensen waar zij het meeste contact mee hebben.
Primary socializaiton theory- Oeting en Donnermeyer
De primary socialization theory stelt dat normen, waarden en gedrag wordt geleerd aan de hand van de sociale context waarbinnen een individu zich bevindt. Directe beïnvloeding van uit de ouders, vrienden en school. Indirecte beïnvloeding tevens van uit de media en locale instituties. Daarnaast speelt eigen persoonlijkheid een rol. Verder stelt de theorie dat de band tussen de tieners en zijn of haar familie, school en vrienden als een soort kanalen fungeren waardoor informatie wordt uitgezonden. Wanneer deze banden sterk zijn, wordt er een kleinere kans op roken verwacht.
Social identity theory- Abrams en Hogg
Volgens de Sociale Identiteitstheorie streven wij allen naar een positief zelfbeeld. Dit zelfbeeld bestaat niet alleen uit een persoonlijke identiteit (bijv. ik ben geduldig, creatief, enz) maar ook uit een sociale identiteit (bijv. ik ben fysicus, etc.). Sociale identiteit verwijst naar de groepen waartoe wij ons rekenen, samen met het emotionele belang en de waarde die wij aan die groepen hechten. Hoe meer wij ons identificeren met een groep, hoe meer die groep wordt geïnternaliseerd in ons zelfbeeld, en hoe vager het onderscheid tussen de groep en het individu wordt.
Sociale netwerk theorie
Bij de sociale netwerk theorie wordt de focus gelegd op de onderlinge afhankelijkheid tussen een individu en de relationele banden die bestaan tussen individuen binnen een sociaal systeem. Sociale netwerk theorie gaat ervan uit dat de individuen in een sociaal systeem interacteren met elkaar en dienen als belangrijke referentiepunten in elkaars besluitvorming. De relaties die bestaan tussen individuen worden gezien als kanalen waarlangs informatie en middelen worden doorgegeven in het stelsel. Er wordt onderscheid gemaakt tussen centrale individuen en marginale individuen. De centrale individuen zijn meer betrokken bij de groep dan de marginale individuen. Centrale individuen zullen meer druk voelen door de groep, met als gevolg dat zij minder onafhankelijk keuzes zullen maken.