blog placeholder

Dit artikel geeft een beschouwing mbt de vraag of het van burgerschapsvorming in het onderwijs ingevoerd moet worden en een toevoegende waarde heeft bij de vorming van kinderen tot goede liberale burgers.

Heeft het vak burgerschapsvorming een toevoegende waarde als het gaat om de ontwikkeling van kinderen tot goede liberale burgers?

 

Zoals genoemd zijn verschillende factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van mensen tot goede liberaal democratische burgers. Deze factoren zijn onder andere de opvoeding, de overheid, omgeving, individuele ontwikkeling en onderwijs. In deze paragraaf staat centraal of een vak als burgerschapsvorming een toevoegende waarde heef aan de ontwikkeling van kinderen tot goede liberale burgers.

 

Volgens de politicoloog Bernard Crick is het doel van burgerschapsvorming om actieve en verantwoordelijke burgers te creëren. Biesta voegt daaraan toe dat het vak burgerschapsvorming een hogere politieke en maatschappelijke participatie van jongeren tot doel heeft, en het bijbrengen van algemeen geldende normen en waarden. (Biesta). Onderzoek heeft uitgewezen dat jongeren hier zelf ook behoefte aan hebben, ze hebben behoefte aan meer kennis en begrip op het vlak van de democratische samenleving. (Biesta)

 

Er zijn vraagtekens te zetten bij de vraag of het vak burgerschapsvorming de uitkomst is om aan de behoefte van deze jongeren en de samenleving te voldoen.

 

Volgens Biesta is een eerste bezwaar het feit dat burgerschapsonderwijs primair gericht is op de jongere als individu. Het veronderstelt dat het jongeren ontbreekt aan kennis, vaardigheden en disposities die nodig zijn voor ‘goed’ burgerschap. Deze benadering legt het probleem bij het individu, en wanneer we een democratie voor ogen hebben, is dit dus een tegenovergestelde benadering. Burgerschapsonderwijs individualiseert de idee van de democratische samenleving, door te suggereren dat democratie tot stand komt wanneer alle burgers de juiste kennis vaardigheden en disposities bezitten. Deze gedachtegang is volgens Biesta naïef en overoptimistisch, en gebaseerd op een statisch idee van de democratie en een statisch idee van de democratische burger.

 

Het tweede bezwaar van Biesta is dat het eigenlijk wat hypocriet is om van jongeren te verwachten dat ze zich inzetten voor een vak als burgerschapsvorming, en actief mee te doen in de les, terwijl ze in de maatschappij nog worden gezien als nog geen volwaardige burgers. Ze moeten dus wel de kennis vervaardigen maar kunnen er nog niets mee, ze kunnen niet stemmen, doen nog niet echt mee in het economische leven en zijn nog niet geheel verantwoordelijk voor hun eigen beslissingen en keuzes, want ze zijn nog minderjarig. Nog een bezwaar tegen het vak burgerschapsvorming is de manier waarop het vak onderwezen wordt. Juist bij een vak als burgerschapsvorming is het van groot belang dat een leraar objectief is en zijn eigen mening en idealen niet door laat schemeren. Voor elk persoon is het praktisch onmogelijk om objectief te zijn, waardoor het voor leerlingen moeilijk is kritisch tegenover ideeën te staan van deze docent, en moeilijk zijn eigen idealen kan bepalen (Brighouse chapter 3).

 

Al met al kunnen we zeggen dat er vele bezwaren zijn om burgerschapsvorming als een apart vak te geven. Beter zou het zijn wanneer burgerschapsvorming geïntegreerd zou worden in meerdere vakken op school, maar ook buiten school, bij vrijetijdsactiviteiten en dergelijke (Brighouse). Eindelijk kun je alleen maar begrip voor andere culturen, normen en waarden en idealen bereiken via het scheppen van situaties waarin tolerant gedrag voor kinderen een aantrekkelijk perspectief vormt, of winst oplevert.(de Winter) Op deze wijze hebben de leerlingen niet één docent waarna ze moeten luisteren, maar komen ze op meerdere momenten in aanraking met de idealen en opvattingen van meerdere mensen. Dit stelt ze beter in staat hun eigen waarden en normen te stellen, en hun eigen ideeën en opvattingen over zaken te ontwikkelen.

 

 

Literatuur:

 

Winter, M. de (2006) Democratie-opvoeding versus de code van de straat. In: M. de Winter e.a. Opvoeding in Democratie. Amsterdam: SWP (pp.11-33).

 

61).

 

Biesta, G. (2006) Waar wordt democratie geleerd? In: M. de Winter e.a. Opvoeding in Democratie. Amsterdam: SWP (pp.51-63).

 

Brighouse, H. (2006) On Education. London: Routledge (Chapter 1: 13-26; Chapter 3: 42-