blog placeholder

ADHD, je hebt er vast wel eens van gehoord. ‘Alle dagen heel druk’ word het ook wel eens genoemd. Springend, rennend en impulsief door het leven. Hoe zit het precies met deze stoornis?

ADHD betekend: Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Het word gekenmerkt door drie dingen:
– Aandachts enconcentratie stoornissen,
– Impulsiviteit-
– Hyperactiviteit

Aandachts en concentratie stoornissen.
Mensen met ADHD vinden het lastig om hun aandacht op een punt te houden. Ze worden afgeleid door allerlei prikkels. ( prikkels is : alles wat met de zintuigen wordt waargenomen). Het kost mensen met ADHD extra moeite om de prikkels op belangrijkheid te sorteren.

Impulsiviteit.
Mensen met ADHD zijn erg impulsief. Dit houdt in dat ze eerst doen en dan pas erover nadenken. De remfunctie die het gedrag regelt is ontregelt. Ze staan niet stil bij wat de consequenties zijn van hun handelen. ‘Normale’ mensen leren van hun ervaringen en fouten, mensen met ADHD doen dit niet. Hierdoor zijn ze slecht in plannen en organiseren. Ze kiezen vaak voor een oplossing of een beloning om het korte termijn dan dat ze werken voor een doel in de toekomst. Om te zorgen dat dit minder word, hebben ze sturing van de buitenwereld nodig. Ze zijn veel regelmaat en structuur nodig.

Hyperactiviteit.
Vooral jonge kinderen die ADHD hebben zijn constant in beweging. Ze zijn snel opgewonden en gefrustreerd. Stil zitten en rustig blijven is moeilijk voor ze, omdat het van binnen altijd druk is. Op latere leeftijd is vaak sprake van kleine hyperactiviteit. Zoals friemelen, draaien, wiebelen etc.Een groot misverstand is dat mensen met ADHD zich niet willen concentreren. Zo kunnen ze uren bezig zijn met een activiteit wat hun interesseert, bijvoorbeeld een computerspelletje of een spannende film. Hiervoor moet de prikkel sterk genoeg zijn. De prikkel om een computerspel te spelen is groter dan bijvoorbeeld het zoeken naar werk.Gevolgen van ADHD.Doordat mensen met ADHD zo druk en chaotisch zijn, kan dit negatieve reacties oproepen in hun omgeving. In hun gedachten kunnen dingen ontstaan als: ‘Ik ben raar’ en ‘Iedereen vind mij lastig’. Vooral kinderen, vallen vaak niet in de smaak bij leeftijdsgenoten, door hun onvoorspelbare gedrag. Hierdoor zijn veel kinderen niet in staat om een positief zelfbeeld op te bouwen. Dit is voor later ook nietbevorderlijk. Het kan leiden tot emotionele problemen. Het karakter van de persoon bepaalt hoe zich dit uit. Over het algemeen zie je bij kinderen met ADHD ‘naar buiten gericht’ gedrag. Dit houdt in dat ze vechterig en agressief worden. Bij ADD ( Ruim: ADHD zonder hyperactiviteit) zie je meer ‘naar binnen gericht’ gedrag. Ze raken stil en op hun zelf.

Ouders.
De ouders van kinderen met ADHD worden hier vaak ( voordat de diagnose word gesteld ) op aangekeken. Ze krijgen vaak te horen dat ze hun kind niet goed opvoeden. In eerste instantie zijn de meeste ouders dan ook opgelucht als ze horen dat hun kind ADHD heeft. Ze weten dat het niet aan hun opvoeding ligt.

Broertjes en zusjes.
Ook de broertjes en zusjes van kinderen met ADHD hebben een aantal speciale problemen. Ze krijgen bijvoorbeeld veel minder aandacht van hun ouders dan het broertje of zusje met ADHD. Ze kunnen boos worden omdat zij wel op hun kop krijgen, en het andere kind niet. Sommige kinderen voelen zich schuldig over het feit dat ze zich ergeren aan hun broertje of zusje. Hij kan er ook niks aan doen, denken ze dan. Maar door hem of haar ontstaat er wel steeds narigheid of worden ze raar aangekeken in de buurt. Ieder kind zal met deze speciale gezinssituatie weer anders omgaan. Sommige kinderen hebben nergens last van. Andere kunnen op latere leeftijd ook aandacht gaan trekken bij hun ouders, door bijvoorbeeld het kind met ADHD na te doen.

Hoe ga je om met ADHD’ers?
ADHD is een chronische aandoening. Dit betekend dat een kind met ADHD zijn hele leven lang moet leven met zijn aandoening. Daarom kan het kind wel wat hulp gebruiken gedurende zijn leven. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat het kind op school extra aandacht krijg. Er moet worden gelet op pestgedrag, omdat kinderen met ADHD vaak gepest worden. Ook is het belangrijk dat de kinderen één- op –één bijles krijgen zodat ze zich iets langer kunnen concentreren.

Tips.
Hieronder volgen vier tips voor het omgaan met een ADHD’er.
1. Zorg dat er een strenge controle is op pesten, zodat ze een goed zelfgevoel en zelfvertrouwen kunnen opbouwen.
2. Structuur bieden. Als de omgeving rustig is, wordt het ook rustiger in het hoofd van de ADHD’er. 
3. Zorg dat je de ADHD’er er vaak bij betrekt en hem prikkelt. Dit kan je doen door te zeggen: ‘Luister eens naar mij.’ of ‘Wat goed dat je luistert.’ Het kind wil graag aandacht en word graag aardig gevonden. 
4. Zorg voor een positieve benadering. Het kind heeft mogelijk al een laag zelfbeeld, dus je kunt deze beter omhoog halen, in plaats van deze nog verder naar beneden te halen. Probeer zijn acties positief te benoemen in plaats van negatief. Vergeet niet dat de ADHD’er niet leert van zijn ervaringen.