blog placeholder

In eerdere artikelen schreef ik over de voorbereiding van een reis naar Australië in 2011 en over de stopover in Singapore. Dit deel is het tweede van twee artikelen over de route en de bezochte bezienswaardigheden in de staten Victoria en New South Wales. Het eerste artikel is hier te vinden.

Phillip Island

 

Op Phillip Island kun je de pinguïnoptocht op Summerland Beach meemaken. Elke dag komen hier bij zonsondergang honderden dwergpinguïns uit de branding het strand op waggelen om naar hun nesten in het achterliggende duingebied te gaan. Er is een speciale tribune gemaakt, waar je tegen betaling op kunt plaatsnemen om van het schouwspel te genieten. De pinguïns zijn te volgen bij hun tocht naar het achterland vanaf brede plankieren waar ze onderdoor gaan. Als ze de schreeuwende jongen gevonden hebben, worden deze gevoerd met de op die dag gevangen vis. Al met al een onvergetelijk schouwspel.

Een andere bezienswaardigheid op dit mooie eilandje is het Nobbies Centre, waarvandaan je met een zelf te besturen camera de grote kolonie pelsrobben op de rotsen voor de kust kunt bekijken. Ook zijn er prachtige wandelingen over de kliffen te maken op speciaal aangelegde plankenpaden.

Aanbevelenswaard zijn verder het Wildlife Park met veel typisch Australische dieren als de kangoeroe, wallaby, koala, wombat, kookaburra, emoe, dingo en diverse slangen en spinnen. Ook is er een koalaopvangcentrum te bezoeken.

 

Wilsons Promontory

 

Ongeveer 150 kilometer oostelijk van Phillip Island ligt het schiereiland Wilsons Promontory. Het is het zuidelijkste puntje van het vasteland van Australië en zeker een bezoek waard omdat het een schitterend, ongerept natuurgebied is. Vulkanisch gebergte, regenwoud en eucalyptusbossen, heidevelden, moerassen, prachtige stranden en een enorme rijkdom aan flora en fauna, allemaal te bezichtigen via mooi aangelegde wandelpaden. Steeds weer zie je andere spectaculaire vergezichten, zodat je camera geen moment rust krijgt. Natuurliefhebbers kunnen hier dagenlang hun hart ophalen.

 

The Snowy Mountains

 

Ons volgende reisdoel was The Snowy Mountains, ook wel de Australische Alpen genoemd. Dit is het zuidelijkste en hoogste deel van The Great Dividing Range, de langgerekte bergrug langs de oostkust van Australië.

Om daar te komen, hebben we eerst vanaf Wilsons Promontory de kustlijn in oostelijke richting gevolgd naar Bairnsdale (ca. 250 km). Daarvandaan gaat noordwaarts de Great Alpine Road naar Wangaratta (ca 300 km).

Op deze route kom je langs fantastische uitzichten op het gebergte, dat hier reikt tot 1840 m. (Mount Hotham) en in de wintermaanden (onze zomermaanden) met sneeuw bedekt is. Er zijn adembenemend mooie dalen met eucalyptusbossen. Op een zeker gedeelte heeft enige jaren geleden een hevige brand gewoed, waardoor er alleen kale en witte stammen te zien zijn en dat geeft een heel bijzonder, bijna sinister, beeld. Wij hebben de Great Alpine Road niet helemaal tot aan Wangaratta gevolgd, maar zijn vanaf Mount Beauty (bij Bright) naar Wodonga gereden over de Kiewa Valley Highway, die door een brede groene vallei leidt.

Vanaf Wodonga zijn we oostelijk gegaan, via de Murray Valley Highway naar Khancoban (ca. 150 km.), waar de grens van Victoria naar New South Wales wordt gepasseerd. Bij Khancoban begint The Alpine Way van ca. 110 km. lang naar Jindabyne. Na ongeveer 10 km. kom je langs Murray 1 Power Station, een grote waterkrachtcentrale die je kunt bezichtigen. De weg gaat verder langs het hoogste punt van Australië’s vasteland, de 2228 m. hoge Mount Kosciuszko. Bij Thredbo Village begint een niet moeilijk te beklimmen pad van 6,5 km. lang, naar de top. Tevens is daar een stoeltjeslift. De berg is ook te beklimmen vanaf de andere kant, Charlottes Pass, te bereiken vanaf Jindabyne. Dit weggetje is 8 km. lang.

Bij Jindabyne verlieten we de fascinerende Snowy Mountains en gingen op weg naar de volgende bestemming: Canberra (ca. 180 km.).

 

Canberra

 

In 1901 werden de Britse kolonies op het Australische continent samengevoegd tot een federatie en vanaf dat moment bestond de republiek Australië, met grote zelfstandigheid binnen het Britse rijk. Omdat men het niet eens kon worden over Sydney of Melbourne als hoofdstad, werd er een nieuwe stad, Canberra, ontworpen die in 1927 als hoofdstad ging fungeren.

De volgens een ingenieus stratenplan opgezette stad met veel ruimte en groen ligt in een apart staatje in New South Wales: Australian Capital Territory (ACT), tussen Melbourne en Sydney in en telt ca. 330.000 inwoners. Het parlement en alle regeringsgebouwen staan hier en een groot deel van de bevolking is werkzaam als ambtenaar.

Een aantal bezienswaardigheden: het parlementsgebouw, waarop de Australische vlag ter grootte van een dubbeldekker wappert, de Telstra Tower (een telecommunicatietoren waarvandaan je op grote hoogte de omgeving kunt bekijken), de botanische tuinen, diverse musea, waaronder het Australian War Memorial en de National Library of Australia.

Als je het parlementsgebouw op zondag bezoekt, zijn de zalen van de eerste en tweede kamer en diverse andere interessante ruimtes te bezichtigen, met of zonder rondleiding.

 

The Blue Mountains

 

Ongeveer 300 kilometer noordoostelijk van Canberra ligt Sydney, het einddoel van onze reis. Maar eerst moesten we nog een bezoek afleggen aan de Blue Mountains, een eindje westwaarts van de stad. Een bezoek dat zeker de moeite waard is, want ook hier zijn weer fantastische landschappen te bewonderen.

De Blue Mountains, onderdeel van de Great Dividing Range, zijn eigenlijk geen bergen. Het gebied bestaat uit een enorm kalksteenplateau met door rivieren uitgeslepen diepe dalen en kloven. In die dalen groeien tientallen soorten eucalyptusbomen die een blauwe waas van verdampende eucalyptusolie veroorzaken, waaraan het gebied zijn naam te danken heeft. Er zijn mooie en avontuurlijke wandelingen te maken, watervallen en wonderlijke rotsformaties te bewonderen. De bekendste trekpleister is The Three Sisters, te zien vanaf Echopoint bij Katoomba.

Zeker vermeldenswaard zijn ook de Jenolan Caves, een uitgebreid systeem van kalksteengrotten, zuidwestelijk van Katoomba.

 

Sydney

 

Het geeft een heel merkwaardig gevoel om het Opera House en de Harbour Bridge, de wereldberoemde bouwwerken die je al zo vaak op plaatjes hebt gezien, nu in werkelijkheid te aanschouwen. Ik moet zeggen: beide objecten zijn inderdaad van een bijzondere grootsheid en bepalen in hoge mate het beeld van de stad.

Maar er zijn nog veel meer interessante dingen te ontdekken zoals de prachtig aangelegde botanische tuin, de historische buurt ‘The Rocks’, Darling Harbour en het Australian Museum. Als je de omgeving vanaf grote hoogte wilt bekijken, kun je de Sydney Tower, met 304,8 meter het hoogste gebouw in Australië, bezoeken. Een ander hoog uitzichtpunt (135 meter) is te bereiken door de Harbour Bridge te beklimmen. Je moet dan wel over een goede lichamelijke conditie beschikken en geen hoogtevrees hebben. Overigens is er ook een voetpad op de brug en is de zuidoostelijke pyloon te beklimmen.

De enorme haven is bijzonder mooi en kan natuurlijk worden bekeken door een rondvaart te boeken, maar veel goedkoper is het om een pont te nemen vanaf Circular Quay. Deze kade ligt in een inham tussen de Harbour Bridge en het Opera House, genaamd ‘Sydney Cove’ en dat is historisch gezien een zeer bijzondere plek omdat hier in 1788 het eerste gevangenentransport uit Engeland landde. Als je de pont naar het uiterst oostelijk gelegen schiereiland Manly neemt, vaar je door het hele havengebied en op Manly is een prachtig surfstrand aan de oceaankant en ook een strand aan rustiger water aan de havenzijde. Voor strandliefhebbers zijn er ook veel mooie gelegenheden aan de zuidzijde van de haveningang, waarvan Bondi Beach een van de bekendste is.