Voor de meeste mensen is het einde van de wereld de Argentijnse stad Ushuaia, de zuidelijkst gelegen stad ter wereld. Het is misschien het eindpunt van een lange tocht op de motor van Alaska naar Argentinië, of voor wie geluk heeft, het begin van een trip naar Antarctica. Of misschien gewoon het zoveelste afvinkpunt op het lijstje van een backpacker. Vrijwel niemand overweegt echter om de oversteek te maken naar de andere kant van Canal de Beagle naar een dorp dat nog zuidelijker ligt: Puerto Williams op Isla Navarino. Met veel minder bezoekers en een ongerepte, indrukwekkende natuur biedt dit eiland het echte einde-van-de-wereld gevoel…
Puerto Williams is een kleine havenplaats in Chile aan de noordkant van het eiland Navarino. Het wordt beschouwd als de hoofdplaats van de provincie Antártica Chilena en telt zo´n 2500 inwoners. Een groot deel hiervan werkt voor de marine, die er een belangrijke basis heeft, een ander deel leeft van het toerisme. Isla Navarino beslaat in totaal zo´n 21.550 km². Naast Puerto Williams zijn er nog enkele andere nederzettingen waaronder Puerto Navarino in het westen en het Yamana dorp Villa Ukika iets naar het zuidoosten. Ten zuiden van het eiland ligt Kaap Hoorn, in het noorden aan de andere kant van het Beagle kanaal ligt het Isla Grande de Tierra del Fuego (Argentinië). Het eiland biedt een paar goede mogelijkheden voor meerdaagse trektochten zoals de wandeling naar Lago Windhond en Circuito de Los Dientes de Navarino. Deze laatste tocht heb ik zelf als een van de mooiste tochten ooit ervaren, maar er is slechts weinig informatie over te vinden. Vandaar hier een beschrijving en adviezen vanuit mijn eigen ervaring.
Hoe daar te komen
Het eiland is per boot te bereiken vanaf Ushuaia (Argentinië), of met het vliegtuig vanuit Punta Arenas (Chili). De overtocht per boot is redelijk duur, omdat het een grensovergang is. Dit was voor mij reden om een alternatief uit te proberen…
´Het was halverwege januari en afgelopen nacht was ik per boot gereisd van Ushuaia naar Puerto Williams, maar niet met de normale ´veerboot´. In plaats daarvan had ik gelift, op een jacht. Omdat het maar een kleine zeilboot was en er niet al te veel wind stond (of de wind van de verkeerde kant kwam), duurde de overtocht veel langer dan de normale trip over Canal de Beagle, maar daarentegen bespaarde het me het belachelijk hoge bedrag van 120 Amerikaanse Dollar en, als niet-zeiler, bezorgde het me een van mijn beste ervaringen in Zuid-Amerika toen ik zelfs even zelf mocht zeilen.´
Hoe ik de lift gekregen heb? Dat was eigenlijk niet zo moeilijk. Het was het Antarcticaseizoen, de zomermaanden waarin veel mensen proberen naar de witte, onwerkelijke wereld van Antarctica te zeilen. De meeste boten vertrekken vanuit de Argentijnse stad Ushuaia, maar ze moeten aanleggen in het Chileense dorp Puerto Williams, dat iets verderop in oostelijke richting en aan de andere kant van het Beagle kanaal ligt, om zich te registreren en een aantal formulieren in te vullen. Dus zolang er nog wat plek is voor een extra passagier, is het niet al te veel moeite om je mee te nemen en af te zetten in Puerto Williams. Je kunt natuurlijk altijd de normale ´veerboot´ van Ushuaia naar Puerto Williams nemen, maar als je openstaat voor liften, dan kun je je geluk beproeven door bij verschillende boten in de kleine jachthaven van Ushuaia te vragen of ze je mee kunnen nemen. Denk er wel om dat, als je gaat, je je paspoort moet laten stempelen bij de Prefectura in Maipú Yaganesstraat in Ushuaia. Je gaat immers de grens over. Ook moet je niet vergeten dat bij het passeren van de grens van Argentinië naar Chili het niet toegestaan is om plantaardige producten zoals groenten en fruit, mee te nemen. Als de Chileense Aduana zoiets in je bagage aantreft, loop je een grote kans op een boete. Als je wilt, kun je het grootste gedeelte van je inkopen al in Ushuaia doen, waar je een grotere keuze uit producten hebt die veelal ook goedkoper zijn, maar het is beter te wachten met het kopen van de groenten (en ja, ook knoflook valt daaronder), totdat je in Puerto Williams bent. Er zijn daar een paar kleine supermarkten.
Eenmaal in Puerto Williams aangekomen
´Terwijl we rustig in de kleine jachthaven verankerd lagen, kwamen drie Chileense douanebeambten naar onze boot en de twee zeilers, een andere lifter en ik moesten de normale registratie- en declaratieformulieren voor het binnenkomen van Chili invullen. Hierna kregen we het stempeltje in onze paspoorten en waren we vrij om aan land te gaan. Mijn medelifter en ik gingen het dorp in om de laatste inkopen te doen voor onze vijfdaagse trektocht, een reservering voor een hostel te maken voor als we terugkwamen van de tocht en om een reservering te maken voor een vlucht of boottocht om weer van het eiland af te komen.´
De jachthaven ligt een paar minuten lopen van het centrum. Het vliegveld ligt ongeveer 4km buiten het dorp, maar waarschijnlijk kun je in het centrum worden afgezet en hoef je dit stuk niet te lopen. In het Centro Comercial zijn onder andere het postkantoor, een internetcafé, een restaurantje en een paar kleine supermarkten te vinden. Voor boodschappen kun je echter beter naar Simon en Simon, een paar blokken verder naar het oosten, gaan, want deze supermarkt heeft meer keuze en versere groentes. Verder is er een geldautomaat van Banco de Chile, vlakbij het Centro Comercial, maar let op, want het is slechts toegankelijk voor een bepaald aantal uur per dag.
Het volgende dat geregeld moest worden, was een plek om te overnachten voor als we terugkwamen van de wandeltocht. Een hostel was niet al te moeilijk te vinden. Wij kozen Refugio Coiron. Hier maakten we een reservering voor vier nachten later. De eigenaresse gaf ons ook de mogelijkheid om spullen die we niet nodig hadden voor de tocht, in haar kantoor te bewaren. De prijs per nacht was vrij hoog, 10.000 Chileense Pesos (ongeveer 20 dollar) voor een bed in een vierpersoonskamer, maar dit schijnt de normale, of zelfs afgesproken, prijs te zijn in Puerto Williams. En ja als je na vijf dagen wandelen graag een warme douche en een normaal bed wilt, heb je niet heel veel keus…
Het laatste dat we moesten regelen was hoe en wanneer we het eiland gingen verlaten. Dit kan soms best lastig zijn. Van een koppel hoorde ik dat ze twee weken langer op het eiland hadden moeten blijven dan ze aanvankelijk van plan waren. Ten eerste is het moeilijk, omdat het bijna onmogelijk is om een lift terug te krijgen naar Ushuaia. Als je terug wilt naar Ushuaia, moet je waarschijnlijk met de officiële veerboot gaan die 120 dollar voor een enkel ticket kost (er is ook een mogelijkheid om terug te vliegen, maar dit kost ongeveer hetzelfde). Ten tweede is het lastig, omdat alle boten en vliegtuigen slechts klein zijn en/of niet heel vaak op en neer gaan. Ikzelf besloot om niet terug te gaan naar Argentinië, maar om in plaats daarvan door te reizen naar Punta Arenas (dat ook in Chili ligt) om op die manier de hoge prijzen voor reizen met grensovergangen te omzeilen. Puerto Williams heeft een klein vliegveld waar Aerovias Dap dagelijks voor ongeveer 80 dollar vluchten naar Punta Arenas heeft. De vliegtuigen die gebruikt worden, zijn echter heel klein, slechts geschikt voor 20 passagiers, en je mag slechts 10 kilo in totaal aan bagage meenemen. Voor de kilo´s die je meer hebt, betaal je extra (ik had 13 kilo en moest 3000 pesos meer betalen). Omdat het vliegtuig dus maar zo klein is, zijn vluchten vaak volgeboekt en het kan dagen of zelfs weken duren voordat er een plekje vrij is. Omdat waarschijnlijk niemand lang vast wil zitten op een eilandje aan ´het einde van de wereld´, is het een goed idee om een vlucht zo snel mogelijk na aankomst in Puerto Williams (of als het mogelijk is al eerder) te boeken. Je kunt boeken bij het DAP-kantoor in het Centro Comercial, maar ga in de ochtend, want ´s middags sluiten ze. Daarbij, realiseer dat computersystemen en internetverbindingen in dit zover afgelegen dorpje niet al te snel zijn en dat het dus enige tijd kan duren voordat je boeking rond is. De DAP-vertegenwoordiger is echter een praatgrage man die je waarschijnlijk veel nuttige informatie kan geven. Hij gaf ons een brochure met beschrijvingen en foto´s van de tocht die we gingen maken en dit bleek een van de meest noodzakelijke dingen te zijn die we bij ons hadden, want de beschrijving en kaart die ik gekopieerd had van de Lonely Planet gids waren zeker niet genoeg geweest om de weg te vinden.
Eenmaal alles geregeld en zo goed mogelijk voorbereid, was het tijd om van start te gaan.
De tocht: Circuito de Los Dientes
Normaal gesproken wordt deze trektocht in vijf dagen, klokwijs gedaan.
Dag 1
De trektocht begint bij de Plaza de la Virgen, iets ten zuidwesten van het centrum, vlakbij Club the Yates. Sla linksaf bij de plaza en ga voor ongeveer een uur verder op deze grindweg totdat je bij een dam in de rivier komt. Hier is het mogelijk om te kamperen dus als het al laat is, kun je beter stoppen en hier de nacht doorbrengen. Als je nog genoeg tijd hebt (tenminste zes uur daglicht) kun je je weg vervolgen door het middelste pad te nemen (niet het pad dat de rivier stroomopwaarts volgt), dat leidt naar de top van de Cerro Bandera (620m). De beklimming van deze berg is een populaire dagtocht vanaf Puerto Williams en het pad is daarom goed gemarkeerd (met een rode, horizontale streep op een witte achtergrond) en makkelijk te volgen. Het leidt vrij steil omhoog door het bos, wat met je zware rugzak met eten voor vijf dagen misschien niet zo gemakkelijk is, maar zodra je boven de boomgrens komt, wordt je gelijk beloond met een goed uitzicht over Puerto Williams, het Beagle kanaal en de bergen in Argentinië aan de andere kant van het water. Vervolg in zuidelijke richting, richting de Cordón de Los Dientes, de hoogste bergen van Isla Navarino (met als hoogste top, Pico Navarino, 1195m). Zorg dat je vanaf de top van de Cerro Bandera de hele tijd boven de boomgrens blijft. Het pad is nu niet meer zo duidelijk, slechts her en der aangegeven door cairns (opgestapelde stenen). In het dal beneden je aan de rechterkant zie je verschillende meren (één groter en een aantal kleinere), maar ga niet naar beneden het dal in totdat je de steile hellingen vol rotsblokken van Laguna del Salto bereikt. Eerder is het te steil met te veel los gesteente om af te dalen en bovendien is op een lager niveau de vegetatie te dik en te weerbarstig om er een weg doorheen te banen. Laguna del Salto is het eindpunt van de eerst dag. De grond rondom het meer is vrij drassig, wat het lastig kan maken om een droog plekje voor je tent te vinden. Het uitzicht over het meer en Los Dientes is echter goed.
Dag 2
De volgende dag begint met een steile en drassige klim aan de rechterkant van een waterval aan de zuidkant van Laguna del Salto. Nadat je een klein meertje gepasseerd bent en nog iets hoger geklommen bent, bereik je een vlakker gedeelte. Er is hier geen begroeiing meer, slechts rotsen en sneeuw. Deze sneeuwvlakte moet je doorkruisen. De toppen van de Cordón de los Dientes zijn nu vrij dichtbij aan de rechterkant. De bergen beschermen het noordelijke gedeelte van het eiland tegen de koude, sterke wind vanuit het zuiden en creëren daarmee een verschil in landschap tussen noord en zuid: terwijl het zuiden, dat veel meer blootgesteld wordt aan het barre weer, begroeid is met toendra, is op het beschermde, noordelijke deel bos te vinden. Als je een stukje omhoog de bergen ingaat, verdwijnt de vegetatie al snel omdat de blootstelling aan de elementen erg extreem is. Het is er koud en winderig, wat maakt dat je niet heel erg lang van de mooie uitzichten wilt genieten.
Wanneer je de besneeuwde vlakte doorkruist hebt, is het niet veel verder meer naar de eerste pas van deze dag: Paso Australia (805m). Van hier heb je een goed uitzicht over het mooie meer, Laguna del Paso. Het pad gaat verder over de steile helling aan de rechterkant van het meer en leidt al snel naar de volgende pas, Paso de los Dientes (865). Vanaf hier kun je met helder weer in zuidelijke richting het hele zuidelijke deel van het eiland overzien en zelfs Kaap Hoorn in de verte zien liggen. Vlak voor je bevinden zich de Lagunas del Picacho. Het eerste, grotere meer passeer je aan de linkerkant, maar voor het tweede steek je over naar de andere kant, waardoor je dit meer aan de rechterkant passeert. Een klein stukje verder dan de zuidelijke punt van het meer buigt de route richting westen. Ga niet verder in zuidelijke richting, verder het dal in, want dit leidt naar Lago Windhond. Het pad leidt hier over een kleine uitloper van de bergen naar de grote Laguna de los Dientes, maar is niet heel goed aangegeven waardoor je het spoor gemakkelijk kwijtraakt. Als je echter je weg in westelijke richting vervolgt kom je vanzelf bij het meer en hier ga je verder op de noordelijke oevers, vlak langs het water. Aan het einde van het meer gaat de tocht verder in noordwestelijke richting tot je Laguna Escondida bereikt, waar je de tweede nacht kunt kamperen. De oevers zijn bedekt met tientallen overblijfselen van bomen, ideaal om kampvuur te maken (en een beetje warmte kan hier heel aangenaam zijn of noodzakelijk om je sokken en schoenen te drogen).
Dag 3
De derde dag start redelijk gemakkelijk met het doorkruisen van een wijde vallei richting de eerste pas, Paso Ventarrón (696m). De top van de pas biedt weer geweldige uitzichten over een nieuw dal vol met kleine meertjes en beverdammen en besneeuwde bergen in de verte. Aan de ene kant is het prachtig, aan de andere kant is het erg om te zien hoeveel schade de geïntroduceerde Noord-Amerikaanse bevers aan het landschap toegebracht hebben. Vanaf de pas gaat het pad eerst verder over de rotsachtige hellingen aan de rechterkant, alvorens naar beneden het dal in te gaan. Dit gebeurt pas wanneer je het einde van het dal nadert en de hellingen slechts bezaaid zijn met gruis wat het te gevaarlijk maakt om hierover verder te gaan. In het dal aangekomen, passeer je een paar kleine meertjes, waarna je aan de andere kant van het dal weer omhoog moet door wat bos en wat sneeuwplakken, op naar de volgende pas, Paso Guérrico, 572m. Aan de andere kant van de pas leidt de weg verder richting een niervormig meer, Laguna Hermosa, dat je aan de linkerkant passeert. Steek de beek over, en volg die vervolgens naar Laguna Martillo. Bij Laguna Martillo aangekomen blijf dan aan de rechterkant langs de oevers lopen tot ongeveer halverwege het meer. Hier is de kampplaats voor de derde nacht.
Dag 4
Vanaf de kampplaats buigt de route even een stukje weg van het meer, maar keert weer terug bij de ´kop´ van dit ´hamervormige´ meer. Ga verder in noordwestelijke richting naar Laguna Zeta met de Guérrico rivier als leidraad aan de linkerkant. Als je Laguna Zeta bereikt hebt, buig dan af naar het noorden richting de volgende pas. Voordat de klim echter begint, passeer je eerst een klein meertje, Laguna Rocallosa aan de rechterkant. Hierna klimt het pad steil omhoog door het bos. Boven de boomgrens is het iets minder steil (en in ieder geval minder modderig), maar het is nog steeds een lange weg omhoog en net als je denkt dat je de pas, Paso Virginia (829m), bijna bereikt hebt, blijkt dat je eerst nog een hooggelegen plateau moet doorkruisen. In tegenstelling tot alle eerdere beklimmingen, die steil omhoog gingen, maar daarna ook weer meteen steil omlaag het volgende dal in wat op het hoogste punt goede uitzichten in beide richtingen bracht, wordt je geduld hier even op de proef gesteld als je langzaam over de kale, winderige hoogvlakte voortgaat richting het hoogste punt van de pas. Wanneer je dit bereikt hebt, sta je echter plotseling weer aan de rand van een steile klif met sneeuw aan de randen te staren naar een meer beneden je, Laguna los Guanacos, en in de verte ook alweer het Beagle kanaal. Het meer wordt omgeven door steile puinhellingen, wat het erg gevaarlijk maakt om af te dalen, maar er is geen andere weg naar beneden. Ga iets naar rechts en begin dan voorzichtig aan de steile afdaling, eerst over gruis dan over iets grotere stenen, richting een kleine gletsjer die in het meer eindigt. Steek de gletsjer over en vervolg je weg over de puinhellingen aan de linkerkant van het meer. Bij het eindpunt van het meer aangekomen, ga verder naar een lagergelegen vallei met een klein meertje door de waterval/beek te volgen die uit Laguna los Guanacos ontspringt. Je kunt boven bij Laguna los Guanacos eventueel ook kamperen, maar er is geen beschutting tegen de wind. Tussen de bomen in het lagergelegen dal zijn enkele vlakke, droge en beschutte plekjes voor je tent te vinden.
Dag 5
De laatste dag start vrij gemakkelijk door het meer aan de rechterkant door open terrein te passeren en vervolgens de rivier, Estero Virginia, te volgen. Al snel bereik je echter het bos, waar de route moeilijk te volgen is. Her en der zie je waarschijnlijk voetafdrukken in de modder waardoor je weet dat je nog steeds de goede kant uitgaat, maar even verder is er weer niets van een pad terug te vinden en moet je je eigen weg door de dichte begroeiing vinden. Blijf de rivier aan de rechterkant volgen, maar buig naar rechts af als deze zijn weg in noordelijke richting naar de hoofdweg van Puerto Williams naar Navarino vervolgt. Klim iets omhoog naar het oosten en blijf een smalle heuvelrug (niet de top van de berg!) volgen. Vanaf hier moet je de hoofdweg en het Beagle kanaal vlakbij kunnen zien liggen. Omdat er veel vee loopt of gelopen heeft, zijn er veel verschillende paadjes ontstaan. Probeer de minst modderige te vinden en daal niet te vroeg af naar de weg, want het gebied is erg moerassig. Als je een boerderij ziet liggen langs de weg kun je naar de weg toe gaan en deze voor ongeveer 7.5 km terug naar Puerto Williams volgen. Of als je geluk hebt, biedt iemand je een lift aan. Er is vrijwel geen verkeer, maar als er een auto passeert, is het heel waarschijnlijk dat de bestuurder stopt en je meeneemt. Iets heel fijns aan de Chilenen!
Waarschuwingen en advies
Deze tocht is een van de beste tochten die ik ooit gedaan heb en ik kan het iedereen aanbevelen die de mogelijkheid heeft om naar Isla Navarino te gaan. Als je een echt einde-van-de-wereld-gevoel wilt ervaren dan is dit een van de beste plekken om naartoe te gaan. De meeste toeristen gaan niet verder dan Ushuaia en daardoor is het eiland nog steeds stil en niet toeristisch. Afgezien van de eerste dag van de tocht is het niet erg waarschijnlijk dat je mensen tegenkomt, misschien dat er in het hoogseizoen een of twee andere tenten op de kampplaatsen staan. Verder is het slechts jij en de prachtige, maar extreme natuur om je heen. Dit maakt aan de andere kant ook dat het een zware tocht is die je zeker niet moet onderschatten. Ten eerste is er meestal geen echt pad, slechts her en der een paar hoopjes stenen of een streep op een rotsblok om de weg aan te geven. Dit maakt het vaak lastig om op de juiste route te blijven. Je kunt gemakkelijk verdwalen als je geen goede kaart en beschrijving van de tocht hebt. Ook een kompas of GPS-systeem zijn noodzakelijke dingen om mee te nemen. Voor ons waren de foto´s in de brochure van specifieke plekken langs de route erg nuttig en vaak konden we dankzij deze onze weg vinden of wanneer we het even kwijt waren, even verder toch weer op de juiste route komen. We hadden dan ook wel geluk met het weer, waardoor we telkens konden zien waar we ons bevonden en de contouren van de bergen konden vergelijken met die op de foto´s. Ten tweede is het belangrijk je voor te bereiden op lange dagen. Hoewel het misschien voor zeer ervaren, fitte mensen mogelijk is iedere dag in zo´n vijf uur te doen, is het waarschijnlijker dat jijzelf iedere dag zo´n zeven of acht uur onderweg bent, omdat je moet zoeken naar het pad, steile bergbeklimmingen hebt door ruig gebied, zeer drassig gebied of sneeuw moet doorkruisen, foto´s wilt maken en, omdat je dit alles met je grote rugzak moet doen, waarschijnlijk ook regelmatig wilt pauzeren. Ten derde is het van belang dat je uitgerust bent met de juiste spullen voor het gebied. Er zijn onderweg geen hutten of schuilplaatsen dus je moet zelf een goede, waterdichte tent hebben die bestand is tegen harde windvlagen. Warme kleding en een goed isolerende slaapzak zijn hier op zo´n 55 graden zuiderbreedte ook erg nuttig. Met zo´n 2000mm neerslag in de bergen elk jaar, wat redelijk gelijkmatig over het jaar verdeeld valt, is de kans groot dat je onderweg wel een paar buitjes hebt, dus waterdichte kleding en wandelschoenen zijn ook een aanrader om mee te nemen. Natuurlijk moet je ook voldoende eten voor vijf of zes dagen bij je hebben. Water in grote hoeveelheden meenemen is niet nodig, want het water van de talloze beekjes en meertjes die je onderweg tegenkomt, is gewoon zo drinkbaar. Zuiveren kan natuurlijk altijd, maar is in principe niet nodig.
Tenslotte nog een paar adviezen die hopelijk iedereen ter harte neemt: ten eerste, vermijd erop uit te gaan bij slecht weer, want regen en wind kunnen sommige delen van de route extreem gevaarlijk maken (vooral de afdaling van Paso Virginia naar Laguna los Guanacos) en ten tweede, vermijd het maken van de tocht in je uppie. Als er iets gebeurt is het niet erg waarschijnlijk dat iemand je snel vindt en hulp kan bieden. Het is goed om sowieso iemand in Puerto Williams te informeren over je plannen en te laten weten wanneer je terug zou moeten zijn.
Conclusie
Als je van plan bent om Circuito de Los Dientes te gaan doen, zorg dat je goed voorbereid bent en beschouw het niet als een licht blokje om. Met de juiste uitrusting en een beetje geluk met het weer natuurlijk is het echter een geweldige tocht met onderweg adembenemende uitzichten en mooi gelegen plekjes om te kamperen. Elke zware klim wordt beloond met een prachtig uitzicht over nieuwe dalen met talloze meertjes en besneeuwde bergtoppen aan de andere kant hiervan. Het lijkt allemaal nog onaangeraakt, nog niet verkend. Een nieuwe, ongerepte wereld om te ontdekken, een avontuur. Het zal een ervaring zijn om nooit te vergeten.